MEMORIA (Apichatpong Weerasethakul)

Memoria_poster

Elf jaar na zijn Gouden Palm-winnaar ‘Uncle Boonmee’ werd de Thaise regisseur met de tongbrekende naam Apichatpong Weerasethakul (zijn vrienden noemen hem wijselijk gewoon Joe) opnieuw overladen met prijzen, awards en vijfsterrenrecensies, dit keer voor het unieke ‘MEMORIA’.

In ‘Memoria’ speelt Tilda Swinton – eigenlijk altijd een garantie op kwaliteit – Jessica, een plantkundige die naar Colombia trekt om in Bogota haar zieke zuster te gaan bezoeken.

Maar ook met Jessica zelf zit het medisch niet goed: ze wordt geplaagd door een intens, niet aflatend geluid in haar hoofd dat ze omschrijft als “een betonnen sloopkogel die onder water tegen een metalen muur botst”. Een situatie die het haar zo goed als onmogelijk maakt te slapen.

Omdat de oorsprong van het probleem ook voor de medici onduidelijk is, wordt het geluid een ware obsessie voor Jessica. Ze trekt de Colombiaanse jungle in, op zoek naar antwoorden, en vooral naar rust in haar hoofd…

Verwacht in ‘Memoria’ vooral géén klassiek rechtlijnig verhaal: Weerasethakuls cinema heeft meer gemeen met poëzie dan met de roman, meer met meditatie dan met Continue reading “MEMORIA (Apichatpong Weerasethakul)” »

IK SCHILDER MET SCHILDERS (Jacques Servaes)

Ikschildermetschilders_AdriaanRaemdonck_Jan_Mulder_MED

In 1968 opent Adriaan Raemdonck in Antwerpen in een ontwijde kapel zijn Galerie De Zwarte Panter. Meer dan vijftig jaar later is die galerie nog altijd alive and kicking - een prestatie op zich in een kunstwereld waarin trends, modes en hypes soms even snel komen als ze verdwijnen.

De Zwarte Panter is dan ook geen galerie als een andere: de ligging en uitstraling maken dat Jan en alleman er makkelijk kan binnenwandelen, en galerist Raemdonck

ACADEMIE_logo_blauw_langheeft het tot zijn levensopdracht gemaakt kunst voor iedereen toegankelijk te maken – niet alleen iets voor de elite of de ons-kent-ons-incrowd.

Bovendien beperkt hij zich niet tot exposities van beeldende kunst, maar organiseert hij Continue reading “IK SCHILDER MET SCHILDERS (Jacques Servaes)” »

WHITE CUBE (Renzo Martens)

White-Cube_poster

Grote bedrijven pakken graag uit met hun ‘mecenaat’ (let vooral op de aanhalingstekens) van musea en kunsttentoonstellingen.

Die kunstzinnige interesse wordt wel héél ironisch – of zeg maar gerust: cynisch – wanneer bedrijven die hun rijkdom bouwden op het leegroven van Afrika tentoonstellingen van Afrikaanse kunst ‘sponsoren’.
Zo merkte Renzo Martens bij een vertoning van zijn vorige film ‘Enjoy Poverty’ in het Tate Modern daar overal logo’s van de gulle sponsor Unilever op, uitgerekend het bedrijf  dat groot werd door palmolie uit de plantages rond Lusanga (het voormalige Leverville) te verhandelen.

afrika_filmfestival_LogoDe in armoede levende plantage-arbeiders werden gedwongen tot monocultuur, en van de winsten vloeide zo goed als niks naar hen terug.

Renzo Martens trok naar Lusanga, waar hij met een plaatselijke kunstcoöperatieve van (voormalige) plantage- Continue reading “WHITE CUBE (Renzo Martens)” »

CINEMA CORONA #187: Art & Film: MICHAEL PALIN & THE MYSTERY OF HAMMERSHØI

Michael_Palin_Mystery_Of_Hammershoi

Vilhelm Hammershøi.

Het zou de naam van de Deense VN-gezant, een ex-schansspringer of de burgemeester van Örebro kunnen zijn, maar neen: Vilhem Hammershøi blijkt één van de best bewaarde geheimen uit de kunstwereld.

Meer dan dertig jaar geleden botste Michael Palin op een expo over Scandinavische kunst op enkele werken van Hammershøi, en die enkele werken lieten hem sindsdien nooit meer los.
In die mate dat hij in 2005 een hele documentaire aan deze fascinerende figuur wijdde.

Palin begint zijn zoektocht in Londen, waar Hammershøi aan het eind van de 19de eeuw ging aankloppen bij zijn grote held Whistler: die bleek helaas niet thuis, en Hammershøi was te schuw om het een tweede keer te proberen…

Het Tate in Londen heeft één werk van Hammershøi, maar dat is niet eens zichtbaar voor het publiek: wanneer Palin het wil zien, moet het uit hun depot gehaald worden.

Het zijn twee anekdotes die typerend zijn voor het lot dat Hammershøi en zijn werk lange tijd moesten ondergaan – zelfs zijn absolute meesterwerk ‘Fem Portrætter’ werd afgewezen door het Deens Nationaal Museum.

Maar Palin – zelfverklaard lid van de ‘Vrienden van Hammershøi’ – toont zich de perfecte promotor van het werk, en probeert zelfs een coalitie te smeden met de (wél echt bestaande) ‘Vrienden van Vermeer‘ in Delft, aangezien Hammershøi na een bezoek aan Nederland zwaar onder de indruk raakte van diens werk.

‘MICHAEL PALIN & THE MYSTERY OF HAMMERSHØI’ is een uitermate onderhoudende en boeiende docu over een onderschat artiest, voortgedreven door het aanstekelijke enthousiasme van Palin voor zijn onderwerp.

(Palin heeft overigens gelijk gekregen, want sinds de documentaire in 2005 gemaakt werd, is de aandacht voor het werk van Hammershøi spectaculair toegenomen, met retrospectieves in (o.a.) het Guggenheim en het Musée d’Orsay. En nadat het Getty in 2018 zijn ‘Interiør med kunstnerens staffeli, Bredgade 25′ voor meer dan 5,5 miljoen dollar aankocht, is hij nu ook de Duurste Deense Schilder)

Art & Film loopt zoals altijd in samenwerking met Academie Mechelen.

CINEMA CORONA #179: Art & Film: ZAHA HADID: WHO DARES WINS

Zaha_Hadid_Wh-Dares_Wins
Vandaag in CINEMA CORONA opnieuw een maandagse Art & Film, dit keer over één van de  meest baanbrekende architecten van de laatste eeuw: Zaha Hadid.

In ‘ZAHA HADID: WHO DARES WINS’ schetst Alan Yentob een fascinerend overzicht van haar rijkgevulde leven en dito carrière, waarin niet alleen Hadid zelf maar ook zowat elke cruciaal personage uit haar leven aan bod komt.

De in Irak geboren en opgegroeide Hadid trekt in 1972 naar Londen om haar kinderdroom te realiseren. Daar komt terecht in de beroemde (en beruchte) Architectural Association, een school waar op dat moment de spirit van de jaren ’60 nog in volle bloei is: zéér wilde ideeën worden gestimuleerd, en de gekste experimenten behoren er tot de orde van de dag.
Hadids talent wordt er meteen opgemerkt door twee docenten die toevallig zélf net op de rand van een wereldwijde doorbraak staan: Rem Koolhaas en Elia Zenghelis.

Maar ondanks dat onmiskenbare talent zal het nog tot begin de jaren ’90 duren voor haar eerste gebouwen gerealiseerd worden, en zelfs tot eind jaren ’90 voor ze internationaal doorbreekt.

Maar dan gaat het snel: haar bureautje van vier man groeit uit tot een wereldwijd architectuurmerk waaraan 400 man werken.
De skischans van Innsbruck, het kantoorgebouw van BMW, het MAXXI-museum in Rome, het Riverside in Glasgow of – dichter bij ons – het Havenhuis in Antwerpen en vele andere van haar ontwerpen groeien uit tot architecturale ijkpunten.

Dat Havenhuis was in 2016 overigens één van haar laatste werken, want Hadid overleed datzelfde jaar aan een hartaanval.

‘ZAHA HADID: WHO DARES WINS’ is een uitmuntende introductie tot het werk van deze volstrekt unieke architecte.

Ontdek deze docu hier:

Art & Film loopt zoals altijd in samenwerking met Academie Mechelen.

CINEMA CORONA #169: Art & Film: LOUISE BOURGEOIS: SPIDERWOMAN

Louise_Bourgeois_SpiderwomanIn de internationale kunstwereld is Louise Bourgeois een volstrekt unieke figuur: in 1911 geboren in Parijs maakte ze van dichtbij zowat élke moderne kunststroming mee, zonder dat ze zelf ooit tot een club wilde behoren.

Na een (ongelukkige) jeugd in een welstellende tapijtweversfamilie werd ze eerst assistente van Fernand Léger, en leerde ze later zowel Marcel Duchamp als de surrealisten persoonlijk kennen.

Léger zette haar op het pad van de sculpturen, maar van Duchamp en surrealistenpaus André Breton (en het exclusieve mannenclubje dat hij rond zich had verzameld) had ze – met haar altijd ongezouten mening – een veel minder hoge pet op.
‘Duchamp had mijn vader kunnen zijn,’ beweerde ze (maar dan moet u wel weten dat haar vader liever een zoon wou en haar die uiterst ongelukkige jeugd bezorgde). En Breton vond ze een pompeuze twat.

Net voor de tweede wereldoorlog uitbrak verhuisde ze met haar Amerikaanse echtgenoot naar New York. Hoewel ze daar aanvankelijk enig succes kende, en ondanks haar vriendschap met artiesten als Willem de Kooning, Barnett Newman en Mark Rothko, deemsterde de aandacht voor haar werk -vaak geïnspireerd door het onderbewuste, haar jeugdtrauma’s, haar insomnia en seksuele beelden – helemaal weg in de jaren ’50, ’60 en ’70.

Die belangstelling kwam er pas op een leeftijd dat andere artiesten op pensioen gaan: haar eerste echt grote expo kreeg ze pas op 71-jarige leeftijd in het MoMA, bij de expo op de Documenta IX in Kassel was ze zelfs al 78. Het beeld waarmee ze het bekendst werd – de gigantische spinnen-sculptuur ‘Maman’ – maakte ze toen ze al diep in de tachtig was.

Niet dat die leeftijd voor haar veel uitmaakte, want ze zou bijna honderd worden en bleef tot aan haar dood bijzonder actief, én betrokken bij jonge artiesten: die mochten elke zondagnamiddag bij haar langskomen op een salon, waarop ze haar ongezouten mening en advies over de werken gaf – alleen al de unieke beelden van de gesprekken op zo’n salon zijn al het bekijken van deze uitermate boeiende documentaire waard.
Doén!

BONUS: voor wie nog meer over Louise Bourgeois wil weten, is er deze even uitstekende biografische docu uit 1993 over haar leven en werk, verteld in een uitgebreid interview met de artieste zelf.
(in het Frans)

Art & Film loopt zoals altijd in samenwerking met Academie Mechelen.

CINEMA CORONA #164: Art & Film: WHO’S AFRAID OF CONCEPTUAL ART?

Whos_Afraid_Of_Conceptual_Art
Hebt u ook weleens in een museum voor een hoop karton, drie vodden en vuilbak gestaan, niet wetende of dat nu één van de kunstwerken was, of gewoon een hoop karton, drie vodden en een vuilbak die daar toevallig lagen?

En àls het een kunstwerk bleek te zijn, was het dan ook écht kunst, of gewoon een flauwe en ondertussen al flink belegen grap van een ‘kunstenaar’ die het ‘kunst’ heeft genoemd.

De oorzaak (of de schuld) van die verwarring ligt bij Marcel Duchamp: sinds hij meer dan een eeuw geleden een fietswiel en een urinoir tot kunst bombardeerde, staan veel mensen argwanend of zelfs afwijzend tegenover hedendaagse kunst.

Ook kunsthistoricus dr. James Fox is een scepticus over conceptuele kunst, maar wil de kunstenaars in deze documentaire met open vizier en dito geest tegemoet treden, om te ontdekken of er misschien toch iets inzit.

Fox begint zijn zoektocht met de aankoop van een kunstwerk van Martin Creed, winnaar van de gerenommeerde Turner Prize en één van Engeland bekendste hedendaagse kunstenaars: het kunstwerk blijkt een door Creed gevouwen papieren prop te zijn, die (in beperkte oplage, uiteraard, en voorzien van een echtheidscertificaat) voor 180 pond verkocht wordt…

Creeds idee lijkt niet meer dan een flauwe doordruk van wat de Italiaanse conceptuele kunstenaar Piero Manzoni in 1961 al deed: zijn kaka in een 90 doosjes doen, die presenteren als ‘Artist’s Shit’, en de doosjes vervolgens verkopen tegen dezelfde prijs per kilo als goud.

Wie die ‘Artist’s Shit’ toen kocht, deed overigens een uitzonderlijk goede zaak, want de laatste keer dat een doosje van Manzoni’s shit bij veilinghuis Christie’s onder de hamer ging (in 2015) werd er door een koper maar liefst 182.000 pond voor neergeteld.

De Amerikaanse performance artist Chris Burden ging nog verder: die liet zichzelf tijdens zijn performances Jezus-gewijs nagels door de handen slaan, kroop in bloot bovenlijf door glas en liet zichzelf beschieten met een geweer.

Anderen – zoals Christian Jankowski – lijken op het eerste zicht dan weer meer practical jokers, met een arsenaal aan ontregelende, anarchistische en mediagenieke grappen.

Het is in die wondere wereld van conceptuele en performance artists dat James Fox zich laat onderdompelen, om bij de artiesten zelf te ontdekken of de keizer al dan niet kleren aanheeft.
Volg deze boeiende ontdekkingstocht hier:

Art & Film loopt zoals altijd in samenwerking met Academie Mechelen.

CINEMA CORONA #160: Art & Film: TURNING THE ART WORLD INSIDE OUT

Turning The Art World Inside Out

Vandaag in onze wekelijkse Art & Film‘TURNING THE ART WORLD INSIDE OUT’, een magistrale documentaire van Jack Cocker over de fascinerende wereld van de ‘outsider art’.

Alan Yentob gaat op bezoek in psychiatrische inrichtingen, ateliers, workshops, afgelegen Japanse bergtoppen en rommelige New Yorkse appartementjes waar artiesten als Shinichi Sawada, Ionel Talzapan, George Widener, William Scott, Joe Coleman, Heinrich Reisenbauer, Dan Miller of Paul Laffoley aan de slag zijn.

De kans dat u hen niet kent is groot, en daar is een reden voor: dit zijn allemaal artiesten die zéér ver weg van alle modes, stromingen, trends, hippe vernissages, veilinghuizen en kunstdealers werken.

Een aantal van hen zijn psychiatrische patiënten, anderen hebben sociale handicaps, moeten een gruwelijk verleden verwerken, zijn autistisch of gedragen zich gewoon een beetje weird. Maar wat ze allemaal gemeen hebben is een onstuitbare drang om kunst te creëren. Bijna niemand heeft een opleiding gevolgd, en allemaal hebben ze zichzelf hun technieken eigen gemaakt, wat vaak leidt tot een unieke beeldtaal en/of éénmansstromingen.

Hoewel de werken vaak meesterlijk zijn, en Jean Dubuffet eind jaren ’40 al op de kracht van deze art brut wees, weten veilinghuizen, kunstpers en handelaars nog altijd niet goed wat ze met deze outsiders aan moeten: ‘We hebben geprobeerd het in de markt te zetten, maar de investeerders kochten dit niet, en de mensen die het verzamelen zijn er zo enorm aan gehecht dat ze het niet verkochten,’ komt een pief van veilinghuis Christies uitleggen.

De verzamelaars zijn inderdaad vaak bijna even monomaan in hun passie als de kunstenaars, terwijl de grote musea in het beste geval schoorvoetend enkele werken kopen.
Pas in 2013 krijgt ‘outsider art’ op de Biënnale van Venetië van de ‘officiële’ kunstwereld de erkenning die het verdient…

De artiesten zelf maakt het ondertussen allemaal niks uit: zij werken ijverig door aan hun altijd weer unieke oeuvres.
Verplicht kijkvoer!

Interesse in meer outsider art? 
Dichter bij huis zijn diverse kunstenaars actief in Studio Borgerstein, check zeker onderstaand filmpje én hun website en shop.

En in Gent is er natuurlijk het Museum Dr. Guislain, met soundtrack van Krankland.

Art & Film loopt zoals altijd i.s.m. Academie Mechelen.

CINEMA CORONA #155: Art & Film: AI WEIWEI: WITHOUT FEAR OR FAVOUR

ai_weiwei_without_fear

Maandag, en dus hebben we naar goede gewoonte weer een Art & Film-aflevering klaarstaan in onze CINEMA CORONA.

Vandaag is dat ‘AI WEIWEI: WITHOUT FEAR OR FAVOUR’, een uitmuntende BBC-documentaire uit 2010 over de belangrijkste levende Chinese kunstenaar.

Fotograaf, kledingontwerper, influencer, landschapsarchitect, boekuitgever, meubelhandelaar, filmmaker, ontwerper van het wereldberoemde Vogelnest-stadion… : Ai WeiWei is een echte renaissance-artiest, die tegelijk onvervaard tegen de Chinese overheid durft in te gaan, én zijn kritiek op het kapitalisme niet onder stoelen of banken steekt.
De gevolgen zijn ernaar: zijn telefoon wordt afgetapt, hij wordt constant gesurveilleerd, belandde in de gevangenis en kreeg te maken met politiegeweld.

Alan Yentob praat met Ai WeiWei (en kenners zoals curator Chris Dercon) niet alleen over zijn werk en activisme, maar ook over zijn jeugd, zijn familie-achtergrond, zijn invloeden en zijn periode in New York.

Een boeiende en uiterst inspirerende docu: enjoy!

Art & Film loopt zoals altijd in samenwerking met Academie Mechelen.

CINEMA CORONA #150: Art & Film: de films & performances van BAS JAN ADER

Bas_Jan_Ader

Vandaag in Art & Film – zoals altijd i.s.m. Academie Mechelen – aandacht voor de films en de performances van BAS JAN ADER.

Ader (°1942) groeide op als de zoon van een predikantenkoppel dat tijdens de oorlog in het verzet actief was, en dat honderden Joden hielp onderduiken en ontsnappen: een daad waarvoor zijn vader in 1944 door de Duitsers gefusilleerd werd.

Na een mislukte studie aan de Rietveldacademie liftte Ader naar Marokko, en belandde uiteindelijk na allerlei avontuurlijke reizen in Californië, waar hij uiteindelijk zou studeren, trouwen en werken.

Van zijn gefilmde performances zijn de bekendste ongetwijfeld de ‘FALL’-serie, korte filmpjes waarin hij zich telkens op een andere manier aan de altijd winnende zwaartekracht overgeeft: door met stoel en al van een dak te vallen (‘FALL 1′).
Door in een Amsterdamse gracht te fietsen (‘FALL 2′).
Door van een metershoge boomtak in een sloot te vallen (‘BROKEN FALL (ORGANIC)’).
Of door over een kruk in de struiken te vallen (‘BROKEN FALL (GEOMETRIC)’)

Allemaal films die bekeken kunnen worden als een soort combinatie van absurdisme, surrealistische poëzie, gecontroleerde mislukking, slapstick en pure ‘Jackass’ avant la lettre – ergens halverwege tussen de ernst en de humor, tussen de lach en de traan.

Ook bijzonder invloedrijk is zijn ‘I’M TOO SAD TO TELL YOU’, een film waarin hij minutenlang onbedwingbaar zit te huilen (en waarmee hij waarschijnlijk de draak wou steken met de macho artiesten die destijds in Californië de kunstwereld beheersten).

In 1975 kwam er echter een abrupt einde aan de korte carrière (en het leven) van Ader, toen hij in een piepklein mini-bootje in recordtijd op zijn eentje de Atlantische Oceaan probeerde over te zeilen.
Hoewel Ader een bijzonder ervaren en bedreven zeiler was, en hij zelf berekend had dat de overtocht zestig (of maximum negentig) dagen zou duren, werd maandenlang niks van hem vernomen – tot meer dan een half jaar later zijn gekapseisde bootje leeg aanspoelde op de Ierse kust…

Nooit werd nog enig spoor van Ader gevonden (zijn lichaam is nog altijd spoorloos), waarna de wildste theorieën de ronde begonnen te doen: was dit de ultieme performance? Had hij zijn dood zelf in scène gezet? Misschien leefde hij nog?

Ondanks dat relatief kleine oeuvre bleef de reputatie en de invloed van het werk Ader na zijn dood alleen maar groeien, met retrospectieves van zijn werk in zowat alle belangrijke musea ter wereld.

Ontdek dat unieke werk hier zelf, in deze compilatie van zijn films/performances.
Met achtereenvolgens:
- ‘FALL 1, LOS ANGELES 1970′
- ‘FALL 2, AMSTERDAM 1970′
- ‘BROKEN FALL (ORGANIC) – AMSTERDAMSE BOS’ (1971)
‘BROKEN FALL (GEOMETRIC) – WEST KAPELLE’ (1971)
‘I’M TOO SAD TO TELL YOU’ (1971)
‘UNTITLED’ (‘Tea Party’) (1972)
‘NIGHTFALL’ (1971)

Hier een uitstekend artikel van documentairemaker René Daalder over (het werk van) Bas Jan Ader: ‘BAS JAN ADER IN THE AGE OF ‘JACKASS”
http://www.basjanader.com/dp/Daalder.pdf

Een artikel in The Guardian:
‘Ader had the shortest heyday – about five years – and left very few works, but everything he made was pensive, beautiful and delicately suspended between tears and laughter’
https://www.theguardian.com/artanddesign/2006/apr/30/art1

En nog een korte docu over zijn werk:

Meer weten?
Bezoek de website van Bas Jan Ader!