The Chelsea Hotel: de plaats waar Arthur C. Clarke ‘2001: A Space Odyssey’ schreef.
De plaats waar Leonard Cohen Janis Joplin tegen het lijf liep, wat resulteerde in een wilde avond én een wereldsong: ‘You were talking so brave and so sweet / givin’ me head, on the unmade bed / while the limousines wait in the street’.
Waar de hotel-kunstcollectie werken bevat van voormalige gasten als Yves Klein, Claes Oldenburg, Julian Schnabel, Jasper Johns, Robert Crumb, Willem de Kooning en vele, vele anderen.
Waar Dylan Thomas overleed, naargelang de bron aan een alcoholvergiftiging of aan een longontsteking.
Waar Madonna in de vroege jaren tachtig woonde.
Waarover Andy Warhol ‘Chelsea Girls’ draaide.
Waar Patti Smith en Robert Mapplethorpe graag en veel rondhingen.
Waar de meest uiteenlopende muzikanten nummers schreven, van Bob Dylan tot The Kills, en van Edith Piaf tot Nico.
Waar Sid Vicious vermoedelijk zijn vriendin Nancy Spungen doodstak, en in afwachting van zijn proces vervolgens ook zélf aan een overdosis de pijp uitging.
Al decennia lang een toevluchtsoord voor kunst, cultuur en tegencultuur. Een plaats waar
hippies, punks, beatniks en andere outsiders een artistieke vrijhaven vonden.
Dat iconisch gebouw wordt al enkele jaren grondig gerenoveerd – of zeg maar gerust: getransformeerd, of geruïneerd – tot een glad, zielloos luxehotel.
Tussen de kranen, het boren en de hamerslagen door verblijven echter nog een vijftigtal oude gasten, die hardnekkig nog de vrije spirit en de artistieke erfenis van het Continue reading “Art & Film: DREAMING WALLS – INSIDE THE CHELSEA HOTEL” »