Die nieuwe van Céline Sciamma heet ‘PETITE MAMAN’, een film waarin we de achtjarige Nelly volgen: het meisje heeft net haar geliefde grootmoeder verloren, en helpt haar ouders met het opruimen van het huis van oma.
Haar moeder kan de vele emoties van het verlies echter niet aan, en laat Nelly abrupt in het huis achter met haar vader…
Nelly is uiteraard bezorgd, maar gaat toch door met het ontdekken van het huis en de
bossen errond. Op een dag ontmoet ze daar Marion, een meisje van haar leeftijd dat heel veel met haar gemeen heeft, en die een hut gebouwd heeft in het bos.
‘THE HUMAN VOICE‘ is Almodovars eerste Engelstalige film, en helemaal gedraaid tijdens de coronapandemie.
Het aantal acteurs is bijgevolg coronaproof beperkt tot één, maar hey, dàt is in dit geval geen probleem, want die ene actrice is hier toevallig de immer excellente Tilda Swinton.
Swinton speelt een vrouw die net door haar man verlaten is: zijn koffers staan al klaar, maar het lijkt wel alsof hij zelfs daar niet meer in geïnteresseerd is, want hij komt ze maar niet ophalen.
Het enige contact dat ze nog hebben verloopt via de telefoon. Waardoor de enige
levende ziel die ze nog ziet de hond is, die óók al duidelijk maakt dat hij zijn baasje mist.
Het is een situatie die de vrouw langzaam maar zeker tot wanhoop dwingt…
‘THE HUMAN VOICE’ is gebaseerd op ‘La Voix Humaine’ van Jean Cocteau, en heeft alle ingrediënten die u van een Almodovar verwacht, geconcentreerd in een overheerlijke Continue reading “THE HUMAN VOICE (Pedro Almodovar)” »
Nadat eerder al zijn kortfilms ‘Thug Life’ en ‘Springstof’ bij ons in première gingen, presenteren we u graag ook de nieuwste van de Mechelse regisseur Robbin Rooze: ‘ER WORDT VOOR U GEZORGD’.
De film draait rond Selim, een jongen die een werkstraf moet uitvoeren in een psychisch rehabilitatiecentrum waar een dubieuze sfeer hangt.
Zijn straf blijkt echter erger dan verwacht….
In de cast ziet u een mix van ervaring en jong Mechels talent: Günther Lesage, Akram Saibari, Iliass Bellaajal, Femke Stallaert, Lukas Bulteel, Rysiek Turbiasz en Izzy
Jojo Betzler is een eenzame jongen van tien die een bijzonder enthousiast lid van de Hitlerjugend is, en die als beste vriend een zekere Adolf heeft.
Belangrijk detail: Adolf is niet te verwarren met de échte Hitler, want deze is alleen maar de imaginaire vriend van Jojo (en is bovendien een volstrekte idioot).
Wanneer Jojo op een dag ontdekt dat zijn alleenstaande moeder Rosie een Joods meisje bij hen laat onderduiken, wordt zijn hele levensbeeld overhoop gehaald.
Langzaamaan sluipt er zelfs twijfel in Jojo’s compleet door de Hitlerjugend gebrainwashte brein: is die nazi-ideologie van hem wel de juiste?
Een komedie over Hitler en de nazi’s maken is natuurlijk dansen op een wel zéér slappe koord, maar zie: met zijn ‘JOJO RABBIT’ is de Nieuwzeelander Taika Waititi er op excellente wijze in geslaagd een zéér grappige prent te brouwen die toch de inktzwarte nazi-realiteit niet wegschildert of onder het tapijt stopt.
‘JOJO RABBIT’ is dan ook een film die de toeschouwer constant op het verkeerde been zet: de ene seconde zit je iets té luid te lachen om een foute grap, de volgende seconde word je midscheeps geraakt door de onderliggende oorlogstragedie of uit je lood geslagen door de nazi-horror.
De humor situeert zich situeert op het kruispunt van hondsbrutaal en heerlijk silly: gooi ‘Allo Allo’, Chaplins ‘The Great Dictator’, Mel Brooks en ‘Inglourious Bastards’ in één grote pot, en u weet zo ongeveer wat u kunt verwachten.
De stijl roept dan weer herinneringen op aan Wes Andersons ‘Moonrise Kingdom’ – één criticus herdoopte ‘Jojo Rabbit’ dan ook tot ‘Moonreich Kingdom’.
De twee jonge hoofdpersonages zijn perfect gecast, en eigenlijk kan hetzelfde gezegd worden van de volwassenen: Stephen Merchant (‘Extras’, ‘The Office’) is geweldig als Gestapo-man Deertz, Scarlett Johansson is al even uitstekend als de stiekeme Continue reading “JOJO RABBIT (Taika Waititi)” »
We hernemen deze films in onze reguliere programmatie, op DINSDAG 17 en DINSDAG 24 AUGUSTUS.
——
Als afsluiter van onze openluchtvertoningen voor de Predikheerlijke Zomer hebben we een fijn cadeau voor u klaarstaan: twee topfilms voor de prijs van één ticket.
Ten eerste is er het wondermooie ‘PETITE MAMAN’ van Céline Sciamma, die hiermee na haar ‘Portrait de la Jeune Fille en Feu’ een tweede meesterwerk op rij aflevert.
Omdat ‘PETITE MAMAN’ maar een dik uur duurt, en om de herstart van onze vertoningen te vieren, trakteert het Filmhuis u bovendien op een zeer fijne bonus: de nieuwe Almodovar.
Zijn ‘THE HUMAN VOICE’ duurt maar een half uur, maar het is wél dertig minuten genieten: Tilda Swinton speelt een vrouw die net door haar man verlaten is, en die alleen achterblijft met een adembenemend appartement, een stel valiezen, de hond en (via de telefoon) de stem van haar man…
Als u het ons vraagt: een double bill om ‘Olé!’ tegen te zeggen.
Meer info over de geherprogrammeerde vertoningen van ‘PETITE MAMAN’ vindt u HIER!
Meer info over de geherprogrammeerde vertoningen van ‘THE HUMAN VOICE’ vindt u HIER!
UPDATE:door de coronapandemie is deze vertoning afgelast.
—-
Alexandre is een katholieke familievader die in Lyon een doodgewoon, rustig leven leidt met zijn vrouw en kinderen.
Dat verandert helemaal wanneer hij op een dag ontdekt dat de priester die hem destijds als scoutsjongen misbruikte al die jaren later nog steeds met kinderen werkt.
Waneer hij samen met twee andere slachtoffers van de priester een actiegroep opzet om
de stilte hierrond te doorbreken, ontdekken ze pas echt hoeveel slachtoffers de mangemaakt heeft, én hoe het misbruik zelfs door de hoogste kringen binnen de Franse kerk toegedekt is.
Maar aan hun actie hangt een prijskaartje: ze zal hun levens compleet
Op vrijdag vertonen we in CINEMA CORONA graag een muziekfilm, en vandaag is dat het adembenemend mooie (maar evengoed soms intrieste) ‘LET’S GET LOST’ van Bruce Weber.
In deze uitermate poëtische docu volgen we het turbulente bestaan van Chet Baker: gezegend met een engelenstem en met een uitzonderlijk talent voor de trompet groeide hij in de fifties uit tot een ware ster.
De jazz beleefde hoogdagen, en namen als Miles Davis, JohnColtrane, Dave Brubeck, Thelonious Monk en Chet Baker waren helden voor het hippe gedeelte van de jeugd.
Helaas zou een aantal van hen meteen in alle vallen trappen waarin ook de rock-‘n-rollers na hen zouden trappen: drank, drugs, foute managers en een schier eindeloos spoor van gebroken relaties.
Baker bleek één hen: drugs- en drankverbruik en de daaruit volgende problemen (na een schimmige drugsdeal werd een tand uit z’n mond geklopt, waardoor hij geen trompet meer kon spelen…) zorgden ervoor dat hij in de Verenigde Staten snel uit de picture verdween.
In Europa kwam hij nog wel aan de bak in het circuit van de kleine jazzclubs, maar muziek was op dat moment allang niet meer de eerste reden waarom hij Amsterdam als uitvalsbasis had gekozen: die stad was vooral makkelijk om aan heroïne te komen, en omdat men er tolerant was tegenover de gebruikers…
Baker belandt in de marge van de muziek, en dreigt zelfs totaal in de vergetelheid te belanden, tot in de jaren ’80 een nieuwe generatie hem herontdekt: met dank aan fan Elvis Costello, die Baker vroeg een trompetsolo te spelen op zijn ‘Shipbuilding’ – het resultaat bleek een klassieker.
De echte revival (en de première van ‘LET’S GET LOST’) mocht hij helaas zelf niet meer meemaken, want in 1988 viel hij – beneveld door heroïne en coke – uit het raam van een Amsterdams hotel, twee verdiepingen naar beneden.
‘LET’S GET LOST’ toont zowel de intense schoonheid van Bakers muziek als de even intens duistere kant van zijn persoonlijke leven – een bloedmooi maar bitterzoet portret van een complex leven.
Check ook deze korte docu over Chet Baker in de cinema:
Vandaag in CINEMA CORONA: een uiterst broeierige western die destijds door de Katholieke kerk als des Duivels verketterd werd, en die door de critici smalend hertiteld werd tot ‘Lust In The Dust’ – twee redenen om zéker te kijken, dus!
Een derde reden om naar ‘DUEL IN THE SUN’ (want over die film hebben we het) te kijken is omdat Martin Scorsese een grote fan is.
Sterker nog: het was de eerste film die hij zag!
Scorseses moeder nam de kleine Martin mee naar deze Freudiaanse, over the top-pe film vol lust en geweld toen hij amper vier was, een feit waar hij nu nog altijd verbaasd over is: ‘Ik vermoed dat ze me meenam zodat ze een excuus zou hebben om hem zelf te kunnen zien. Het was een overdonderende, angstaanjagende ervaring: de heldin viel niet voor de goede, maar voor de slechte! Ik begreep niet hoe dat mogelijk was.’
Dat is inderdaad in twee regels samengevat het scenario van ‘DUEL IN THE SUN': de half-Indiaanse Pearl (gespeeld door Jennifer Jones) is wees geworden, na een familiedrama waarin haar vader haar moeder vermoordde, nadat hij haar betrapt had op overspel.
Na de veroordeling en executie van haar vader vindt de bloedmooie jongedame onderdak bij verre familie, op een ranch in Texas.
Algauw brengt ze daar met haar looks de twee zonen van de familie het hoofd op hol: zowel Jesse (de nette, burgerlijke en betrouwbare zoon, gespeeld door Joseph Cotten) als Lewt (een knappe maar agressieve en brutale rokkenjager; rol van Gregory Peck) dingen naar haar gunst.
Hoewel ze eerst beiden afwijst, kan ze uiteindelijk toch niet weerstaan aan de aantrekkingskracht van Lewt. Wat tot een uiterst stormachtige relatie leidt, met dito gevolgen…
Letterlijk àlles in ‘DUEL IN THE SUN’ is net één graadje té: van de Technicolor-kleuren die bijna uit het scherm branden over de make-up van Jennifer Jones en de wild aanzwellende soundtrack van Dimitri Tiomkin tot het Freudiaans scenario dat zó karikaturaal Freudiaans is dat waarschijnlijk Freud zélf het toch wel wat teveel Freud gevonden zou hebben.
Het maakt van de film een unieke, fascinerende car crash, een briljante soap opera met paarden en cowboyhoeden waar je – willen of niet – blijft naar kijken.
(ter info: de film zelf start na de 12 minuten durende prelude!)
De bekende Australische criticus David Stratton had een ervaring die gelijkloopt met die van Scorsese, al was het bij hem zijn grootmoeder die hem als kind meenam naar de film – tot woede van zijn moeder.
Bekijk zijn amusante inleiding hier:
Vandaag in CINEMA CORONA: één van de filmrollen die van Louise Brooks dé ster van de jaren ’20 zouden maken, en die haar look en iconische stijl voor eeuwig zouden vastleggen.
Brooks was in 1929 uit Amerika naar Europa vertrokken, ontevreden over de onnozele rollen die ze van de Hollywoodstudio’s toegeschoven kreeg, én over een beloofde maar niet gekregen loonopslag.
Een gewaagde maar juiste beslissing, want in het Duitsland van die tijd – enkele jaren voor Hitler daar de macht zou grijpen – vond ze de regisseur die haar wél volwassen rollen aanbood: Georg Wilhelm Pabst.
In één jaar maakte ze met Pabst ‘PANDORA’S BOX’ en ‘TAGEBUCH EINER VERLORENEN’, twee enorme hits met voor die tijd uiterst geriskeerde onderwerpen (‘Tagebuch’ werd destijds dan ook zwaar gecensureerd, en is pas sinds een restauratie in de eighties weer in de originele vorm te zien).
In ‘TAGEBUCH EINER VERLORENEN’ speelt Brooks Thymian, een jonge vrouw die door de assistent van haar vader verkracht wordt en zwanger raakt.
Wanneer ze na de geboorte weigert met hem te trouwen, ontneemt de familieraad haar het kind, en wordt ze zelf naar een tiranniek geleid verbeteringsgesticht gestuurd.
Samen met haar vriendin Erika slaagt ze erin uit de instelling te ontsnappen, maar haar bestaan buiten blijkt een al even grote helletocht te zijn dan erbinnen: ze ontdekt dat haar kind overleden is, en aangezien ze geen opleiding of inkomsten heeft, moet ze noodgedwongen in een bordeel aan de slag…
De film wordt helemaal gedragen door de ook vandaag nog altijd elektriserende performance van Brooks, die anderhalf uur lang alle aandacht naar zich toezuigt.
Ironisch genoeg vertoonde haar echte leven meer dan één gelijkenis met dat van Thymian: ze werd als jong meisje misbruikt, en raakte na haar (amper tien jaar durende) acteercarrière in financiële problemen, die ze wist te overwinnen door als upper class-escort te werken.
(klik onderaan op ‘instellingen’ en ‘Engels’ voor Engelse ondertitels:)
Het zou de naam van de Deense VN-gezant, een ex-schansspringer of de burgemeester van Örebro kunnen zijn, maar neen: Vilhem Hammershøi blijkt één van de best bewaarde geheimen uit de kunstwereld.
Meer dan dertig jaar geleden botste Michael Palin op een expo over Scandinavische kunst op enkele werken van Hammershøi, en die enkele werken lieten hem sindsdien nooit meer los.
In die mate dat hij in 2005 een hele documentaire aan deze fascinerende figuur wijdde.
Palin begint zijn zoektocht in Londen, waar Hammershøi aan het eind van de 19de eeuw ging aankloppen bij zijn grote held Whistler: die bleek helaas niet thuis, en Hammershøi was te schuw om het een tweede keer te proberen…
Het Tate in Londen heeft één werk van Hammershøi, maar dat is niet eens zichtbaar voor het publiek: wanneer Palin het wil zien, moet het uit hun depot gehaald worden.
Het zijn twee anekdotes die typerend zijn voor het lot dat Hammershøi en zijn werk lange tijd moesten ondergaan – zelfs zijn absolute meesterwerk ‘Fem Portrætter’ werd afgewezen door het Deens Nationaal Museum.
Maar Palin – zelfverklaard lid van de ‘Vrienden van Hammershøi’ – toont zich de perfecte promotor van het werk, en probeert zelfs een coalitie te smeden met de (wél echt bestaande) ‘Vrienden van Vermeer‘ in Delft, aangezien Hammershøi na een bezoek aan Nederland zwaar onder de indruk raakte van diens werk.
‘MICHAEL PALIN & THE MYSTERY OF HAMMERSHØI’ is een uitermate onderhoudende en boeiende docu over een onderschat artiest, voortgedreven door het aanstekelijke enthousiasme van Palin voor zijn onderwerp.
(Palin heeft overigens gelijk gekregen, want sinds de documentaire in 2005 gemaakt werd, is de aandacht voor het werk van Hammershøi spectaculair toegenomen, met retrospectieves in (o.a.) het Guggenheim en het Musée d’Orsay. En nadat het Getty in 2018 zijn ‘Interiør med kunstnerens staffeli, Bredgade 25′ voor meer dan 5,5 miljoen dollar aankocht, is hij nu ook de Duurste Deense Schilder)
Art & Film loopt zoals altijd in samenwerking met Academie Mechelen.