CINEMA CORONA #189: DUEL IN THE SUN (King Vidor)

Duel_in_the_sunVandaag in CINEMA CORONA: een uiterst broeierige western die destijds door de Katholieke kerk als des Duivels verketterd werd, en die door de critici smalend hertiteld werd tot ‘Lust In The Dust’ – twee redenen om zéker te kijken, dus!

Een derde reden om naar ‘DUEL IN THE SUN’ (want over die film hebben we het) te kijken is omdat Martin Scorsese een grote fan is.
Sterker nog: het was de eerste film die hij zag!

Scorseses moeder nam de kleine Martin mee naar deze Freudiaanse, over the top-pe film vol lust en geweld toen hij amper vier was, een feit waar hij nu nog altijd verbaasd over is: ‘Ik vermoed dat ze me meenam zodat ze een excuus zou hebben om hem zelf te kunnen zien. Het was een overdonderende, angstaanjagende ervaring: de heldin viel niet voor de goede, maar voor de slechte! Ik begreep niet hoe dat mogelijk was.’

Dat is inderdaad in twee regels samengevat het scenario van ‘DUEL IN THE SUN': de half-Indiaanse Pearl (gespeeld door Jennifer Jones) is wees geworden, na een familiedrama waarin haar vader haar moeder vermoordde, nadat hij haar betrapt had op overspel.

Na de veroordeling en executie van haar vader vindt de bloedmooie jongedame onderdak bij verre familie, op een ranch in Texas.
Algauw brengt ze daar met haar looks de twee zonen van de familie het hoofd op hol: zowel Jesse (de nette, burgerlijke en betrouwbare zoon, gespeeld door Joseph Cotten) als Lewt (een knappe maar agressieve en brutale rokkenjager; rol van Gregory Peck) dingen naar haar gunst.

Hoewel ze eerst beiden afwijst, kan ze uiteindelijk toch niet weerstaan aan de aantrekkingskracht van Lewt. Wat tot een uiterst stormachtige relatie leidt, met dito gevolgen…

Letterlijk àlles in ‘DUEL IN THE SUN’ is net één graadje té: van de Technicolor-kleuren die bijna uit het scherm branden over de make-up van Jennifer Jones en de wild aanzwellende soundtrack van Dimitri Tiomkin tot het Freudiaans scenario dat zó karikaturaal Freudiaans is dat waarschijnlijk Freud zélf het toch wel wat teveel Freud gevonden zou hebben.

Het maakt van de film een unieke, fascinerende car crash, een briljante soap opera met paarden en cowboyhoeden waar je – willen of niet – blijft naar kijken.

(ter info: de film zelf start na de 12 minuten durende prelude!)

De bekende Australische criticus David Stratton had een ervaring die gelijkloopt met die van Scorsese, al was het bij hem zijn grootmoeder die hem als kind meenam naar de film – tot woede van zijn moeder.
Bekijk zijn amusante inleiding hier: