PINK FLOYD: LIVE AT POMPEII (Adrian Maben)

Pink_Floyd_Live_at_pompeii

In de periode tussen het vertrek van hun mentaal labiele bezieler Syd Barrett en de release van ‘The Dark Side of the Moon’ – de plaat die hen definitief tot de status van supergroep zou katapulteren – trok Pink Floyd eind 1971 naar Pompeii.

Daar, in het unieke decor van lava en de Romeinse ruïnes, namen ze in het oude amfitheater onder regie van Adrian Maben een fenomenale concertfilm op – zónder publiek, wat voor een lichtjes bevreemdende maar tegelijk intieme sfeer zorgt.
De afwezigheid van publiek zorgde er ook voor dat de focus helemaal op de muziek kwam te liggen, in scherp contrast met alle andere populaire rockfilms van die periode, genre ‘Woodstock’.

De ster van de film is merkwaardig genoeg niet Roger Waters of meestergitarist David Gilmour, maar wel drummer Nick Mason, die met een geweldige performance de hele film lang alle aandacht naar zich toezuigt.

‘PINK FLOYD: LIVE AT POMPEII’ is muzikaal een onbetwistbaar hoogtepunt van de progrock, en filmisch anderhalf uur genieten door de bijzonder knappe regie van Adrian Maben: die huurde voor het uitmuntende camerawerk twee doorwinterde veteranen in Gábor Pogány en onze landgenoot Willy Kurant (die nog met Orson Welles, Jean-Luc Godard en Serge Gainsbourg gewerkt had).

De film heeft overigens nog een andere stevige Belgische link, want in Engeland zag destijds niemand brood in het idee van Adrian Maben om een film over Pink Floyd te Continue reading “PINK FLOYD: LIVE AT POMPEII (Adrian Maben)” »

Openluchtvertoning: MONTY PYTHON LIVE AT THE HOLLYWOOD BOWL

Monty_Python_Live_at-the-Hollywood-Bowl
De hilarische registratie van het live-optreden van de grootmeesters van de Britse comedy in de legendarische Hollywood Bowl.

John Cleese, Michael Palin, Terry Gilliam en de andere Pythoneers brengen hun ondertussen klassiek geworden sketches, die afgewisseld worden met hilarische hits als ‘Sit On My Face’, ‘How Sweet To Be An Idiot’ en ‘The Lumberjack Song’.

En jawel, die nummers tijdens de film allemaal luidkeels meezingen màg voor één keer!

MONTY PYTHON LIVE AT THE HOLLYWOOD BOWL
Regie: Terry Hughes & Ian MacNaughton
UK 1982, 77 min.

Deze film werd vertoond op:
DONDERDAG 25 AUGUSTUS
om 21u30

Openluchtvertoning op het binnenplein van Het Predikheren (Goswin de Stassartstraat 88 in Mechelen)

Een organisatie i.h.k.v. de Predikheerlijke Zomer

Openluchtvertoning: JOY DIVISION: CONTROL (Anton Corbijn)

control_2
Met deze magistrale muzikale biopic over Joy Division-voorman Ian Curtis leverde de Nederlandse meesterfotograaf Anton Corbijn in 2007 een regiedebuut af om u tegen te zeggen.

Corbijn leerde de groep als beginnend fotograaf persoonlijk kennen in de seventies, en zat dan ook in een uitstekende positie om perfect de persoon van Curtis en de spirit van Joy Division in zijn film te vatten.

Hij wordt daarbij geholpen door een stel (toen nog) jonge talenten in de cast. Vooral Sam Riley is uitmuntend als de soms angstaanjagend intense, door epilepsie getergde zanger, maar ook de bijrollen zijn geweldig ingevuld: onder andere Tony Kebbell (als Rob Gretton, de hondsbrutale manager van de band), Joe Anderson (als bassist Peter ‘Hooky’ Hook) en Samantha Morton (als Curtis’ echtgenote Debbie) brengen band en entourage helemaal tot leven.

Bonus: ook de door de acteurs zelf ingespeelde livefragmenten op de soundtrack zijn zonder meer indrukwekkend straf.

CONTROL
Regie: Anton Corbijn
UK 2007, 120 min.

Deze film werd door Filmhuis Mechelen vertoond op:
DINSDAG 23 AUGUSTUS

Openluchtvertoning op het binnenplein van Het Predikheren

De vertoning start na zonsondergang (+/- 21u30)

Een organisatie i.h.k.v. de Predikheerlijke Zomer

Familiefilm: DIE ABENTEUER DES PRINZEN ACHMED (Lotte Reiniger)

Abenteuer-des-Prinzen-AchmedStille film, live aan de piano begeleid door Hilde Nash.

 

 

 

—–
In de filmgeschiedenis werden de pioniersrollen in de animatiefilm vaak toegeschreven aan mannelijke animatoren als Winsor McCay (die in de jaren ’10 al korte animatiefilms maakte) en Walt Disney, maar het was wel degelijk een vrouw die in 1926 de oudste nog overlevende lange animatiefilm maakte: Lotte Reiniger.

Volle tien jaar vóór Disneys ‘Sneeuwwitje’ – vaak ten onrechte geciteerd als de eerste lange animatiefilm – maakte Reiniger ‘DIE ABENTEUER DES PRINZEN ACHMED’, ook vormelijk meteen een meesterwerkje dat bijna honderd jaar later nog uiterst fris en origineel oogt.

Ten bewijze tonen we u de gerestaureerde versie van dit wonderbaarlijke schimmenspel, zoals dat hoort live begeleid door Hilde Nash, als pianiste één van de vaste muzikale begeleiders van de stille films in het onvolprezen Brusselse filmmuseum, de Cinematek.

goethe-institutDe animatie is gebaseerd op het Chinese schaduwenspel met poppen, terwijl het verhaal naar ‘Duizend en Eén Nacht’ verwijst.

Reiniger (geboren in Berlijn in 1899) begon haar carrière in de filmwereld als ontwerpster voor de titelkaarten van de films van Paul Wegener, iets waarin ze meteen haar unieke animatietalent kwijt kon.

Het zette haar ook op weg om vanaf 1919 zelf korte animatiefilms te gaan maken, én de special effects van de grote Duitse filmproducties van die tijd te verzorgen (o.a. voor ‘Die Nibelungen’ van Fritz Lang).

Ondanks haar overduidelijke talent en succesvolle werk voor anderen vond ze in de jaren Continue reading “Familiefilm: DIE ABENTEUER DES PRINZEN ACHMED (Lotte Reiniger)” »

MONSIEUR LAZHAR (Philippe Falardeau)

Monsieur_Lazhar-799125662-large
Monsieur Bashir Lazhar is een Algerijnse asielzoeker die in een basisschool in Montréal vol goede moed aan een interimjob als leraar begint.

Probleem: zijn voorgangster heeft zich in haar klas opgehangen, en zo de leerlingen met een verschrikkelijk trauma opgezadeld.

De directie verbiedt hem het over dat afschuwelijke voorval te praten, maar Lazhar – die door zijn verleden zelf flink wat ervaring heeft met trauma’s en verlies – kan niet lijdzaam toezien hoe de ‘professionals’ het aanpakken.

Stukje bij beetje weet de eigenzinnige en aparte Monsieur Lazhar het vertrouwen van de

logo_ccv_kleur

kinderen te winnen, en ze van hun innerlijke wonden te genezen.

Een recht naar het hart gaand scenario, heerlijke dialogen, een ontroerende vertolking van de Canadese komiek Mohamed Fellag als

Continue reading “MONSIEUR LAZHAR (Philippe Falardeau)” »

IN THE MOOD FOR LOVE (Wong Kar-Wai)

In_The_Mood_For_Love

 

Als klassieker van deze maand hebben we dit keer de gloednieuwe 4K-restauratie van ‘IN THE MOOD FOR LOVE’ in petto, de adembenemend mooie liefdesfilm van Wong Kar-Wai.

De film speelt zich af in het Hong Kong van 1962: mevrouw Chan (glansrol van Maggie Cheung) krijgt met meneer Chow (Tony Leung) een nieuwe buur in het appartementsgebouw, maar al gauw blijkt dat ze veel meer delen dan alleen maar een gemeenschappelijke muur.

Zo blijken hun partners allebei vaak uithuizig te zijn, en allebei een buitenechtelijke relatie te hebben – met elkaar, zo ontdekken ze niet veel later, wat uiteraard voor een stevige shock zorgt.
De twee buren vinden eerst troost en herkenning bij elkaar, en proberen te begrijpen wat

hun partners bezielde, maar dat mondt stapje voor stapje uit in verboden verlangen en een hevig opflakkerende liefde…

‘IN THE MOOD FOR LOVE’ is oneindig veel meer dan zomaar een magistrale liefdesfilm: letterlijk élk beeld en élke seconde van deze film ademt pure esthetiek en schoonheid.
De kostuums, de gestileerde beelden van meester-cameraman Christopher Doyle, de Continue reading “IN THE MOOD FOR LOVE (Wong Kar-Wai)” »

CINEMA CORONA #189: DUEL IN THE SUN (King Vidor)

Duel_in_the_sunVandaag in CINEMA CORONA: een uiterst broeierige western die destijds door de Katholieke kerk als des Duivels verketterd werd, en die door de critici smalend hertiteld werd tot ‘Lust In The Dust’ – twee redenen om zéker te kijken, dus!

Een derde reden om naar ‘DUEL IN THE SUN’ (want over die film hebben we het) te kijken is omdat Martin Scorsese een grote fan is.
Sterker nog: het was de eerste film die hij zag!

Scorseses moeder nam de kleine Martin mee naar deze Freudiaanse, over the top-pe film vol lust en geweld toen hij amper vier was, een feit waar hij nu nog altijd verbaasd over is: ‘Ik vermoed dat ze me meenam zodat ze een excuus zou hebben om hem zelf te kunnen zien. Het was een overdonderende, angstaanjagende ervaring: de heldin viel niet voor de goede, maar voor de slechte! Ik begreep niet hoe dat mogelijk was.’

Dat is inderdaad in twee regels samengevat het scenario van ‘DUEL IN THE SUN': de half-Indiaanse Pearl (gespeeld door Jennifer Jones) is wees geworden, na een familiedrama waarin haar vader haar moeder vermoordde, nadat hij haar betrapt had op overspel.

Na de veroordeling en executie van haar vader vindt de bloedmooie jongedame onderdak bij verre familie, op een ranch in Texas.
Algauw brengt ze daar met haar looks de twee zonen van de familie het hoofd op hol: zowel Jesse (de nette, burgerlijke en betrouwbare zoon, gespeeld door Joseph Cotten) als Lewt (een knappe maar agressieve en brutale rokkenjager; rol van Gregory Peck) dingen naar haar gunst.

Hoewel ze eerst beiden afwijst, kan ze uiteindelijk toch niet weerstaan aan de aantrekkingskracht van Lewt. Wat tot een uiterst stormachtige relatie leidt, met dito gevolgen…

Letterlijk àlles in ‘DUEL IN THE SUN’ is net één graadje té: van de Technicolor-kleuren die bijna uit het scherm branden over de make-up van Jennifer Jones en de wild aanzwellende soundtrack van Dimitri Tiomkin tot het Freudiaans scenario dat zó karikaturaal Freudiaans is dat waarschijnlijk Freud zélf het toch wel wat teveel Freud gevonden zou hebben.

Het maakt van de film een unieke, fascinerende car crash, een briljante soap opera met paarden en cowboyhoeden waar je – willen of niet – blijft naar kijken.

(ter info: de film zelf start na de 12 minuten durende prelude!)

De bekende Australische criticus David Stratton had een ervaring die gelijkloopt met die van Scorsese, al was het bij hem zijn grootmoeder die hem als kind meenam naar de film – tot woede van zijn moeder.
Bekijk zijn amusante inleiding hier:

CINEMA CORONA #188: TAGEBUCH EINER VERLORENEN (G.W. Pabst)

Tagebuch_einer_verlorenen-Vandaag in CINEMA CORONA: één van de filmrollen die van Louise Brooks dé ster van de jaren ’20 zouden maken, en die haar look en iconische stijl voor eeuwig zouden vastleggen.

Brooks was in 1929 uit Amerika naar Europa vertrokken, ontevreden over de onnozele rollen die ze van de Hollywoodstudio’s toegeschoven kreeg, én over een beloofde maar niet gekregen loonopslag.

Een gewaagde maar juiste beslissing, want in het Duitsland van die tijd – enkele jaren voor Hitler daar de macht zou grijpen – vond ze de regisseur die haar wél volwassen rollen aanbood: Georg Wilhelm Pabst.

In één jaar maakte ze met Pabst ‘PANDORA’S BOX’ en ‘TAGEBUCH EINER VERLORENEN’, twee enorme hits met voor die tijd uiterst geriskeerde onderwerpen (‘Tagebuch’ werd destijds dan ook zwaar gecensureerd, en is pas sinds een restauratie in de eighties weer in de originele vorm te zien).

In ‘TAGEBUCH EINER VERLORENEN’ speelt Brooks Thymian, een jonge vrouw die door de assistent van haar vader verkracht wordt en zwanger raakt.

Wanneer ze na de geboorte weigert met hem te trouwen, ontneemt de familieraad haar het kind, en wordt ze zelf naar een tiranniek geleid verbeteringsgesticht gestuurd.
Samen met haar vriendin Erika slaagt ze erin uit de instelling te ontsnappen, maar haar bestaan buiten blijkt een al even grote helletocht te zijn dan erbinnen: ze ontdekt dat haar kind overleden is, en aangezien ze geen opleiding of inkomsten heeft, moet ze noodgedwongen in een bordeel aan de slag…

De film wordt helemaal gedragen door de ook vandaag nog altijd elektriserende performance van Brooks, die anderhalf uur lang alle aandacht naar zich toezuigt.

Ironisch genoeg vertoonde haar echte leven meer dan één gelijkenis met dat van Thymian: ze werd als jong meisje misbruikt, en raakte na haar (amper tien jaar durende) acteercarrière in financiële problemen, die ze wist te overwinnen door als upper class-escort te werken.

(klik onderaan op ‘instellingen’ en ‘Engels’ voor Engelse ondertitels:)

CINEMA CORONA #186: ORPHÉE (Jean Cocteau)

Orphée
Vandaag in CINEMA CORONA één van de meesterwerken van de Franse surrealist en multitalent Jean Cocteau: ‘ORPHÉE’.

Cocteau maakte vooral naam met zijn poëzie en literair werk (‘Les Enfants Terribles’ werd en wordt algemeen beschouwd als zijn beste), maar blonk uit in de meest uiteenlopende artistieke disciplines.

Waaronder dus ook film: in de jaren ’30 had hij al de surrealistische klassieker ‘Le Sang d’Un Poète’ gedraaid’, maar het was pas na de tweede wereldoorlog dat hij bij het grote publiek doorbrak, toen hij met het wondermooie sprookje ‘La Belle et La Bête’ een ware klassieker afleverde die miljoenen toeschouwers naar de cinema’s wist te trekken.

Het even fascinerende ‘ORPHÉE’ dateert van enkele jaren na ‘La Belle et La Bête’, en ook voor deze film castte Cocteau zijn fetisjacteur Jean Marais in de hoofdrol.

Het verhaal is gebaseerd op de oude Griekse Orpheus-mythe, maar dan verplaatst naar het naoorlogse Parijs: Orphée is een uiterst succesvolle, iets oudere dichter die jaloers en minachtend bekeken wordt door de jongere generatie in het Café des Poètes – dé place to be van cultureel Parijs.

Eén van zijn jongere rivalen is de dichter Cègeste. Wanneer die na een dronken caféruzie wil vluchten voor de politie, wordt hij op zijn vluchtpoging doodgereden door een stel bikers.

Een mysterieuze prinses biedt aan het lijk én Orphée mee te nemen in haar Rolls Royce, waarna al snel blijkt dat die elegante maar duistere prinses een létterlijke femme fatale is: ze is De Dood zelf, die Orphée meetroont naar haar onderwereld, en hem losweekt van zijn vrouw Eurydice…

‘ORPHÉE’ is een soort verfilmde droom, met alle elementen die daarbij horen: de onwerkelijke, surreële verhaalsprongen, de eerie sfeer en de bizarre wendingen worden voor de hedendaagse kijker nog flink verhevigd door de ambachtelijke special effects uit die tijd, want CGI moest nog uitgevonden worden: één van de spiegels waardoor de personages naar het hiernamaals stappen, bestond uit een vat kwik!

De scenes in het hiernamaals zijn overigens opgenomen in de ruïnes van Saint-Cyr, een plaats die tijdens de oorlog helemaal platgebombardeerd was.

Al die elementen dragen er toe bij dat ‘ORPHÉE’ een volstrekt unieke film is geworden, van een soort die niet meer gemaakt wordt: verplicht voer voor iedereen die van poëzie, surrealisme en fantastiek houdt.

Naast Jean Marais ziet u o.a. Maria Casares (als De Dood) en Juliette Gréco, de muze van Miles Davis en Serge Gainsbourg die eind vorig jaar overleed.

(Engelse ondertitels aanschakelen kan door onderaan op ‘Instellingen’ en vervolgens ‘Engels’ te klikken:)

De vakkundige inleiding wordt verzorgd door Mark Kermode (BBC/BFI):

Er zijn zeker tien goede redenen waarom u de film moet zien, maar hier verzamelden ze er alvast drie:

CINEMA CORONA #184: I WAS A MALE WAR BRIDE (Howard Hawks)

l_Was_A_Male_War_BrideVandaag in CINEMA CORONA:  ‘I WAS A MALE WAR BRIDE’, één van de vele topfilms uit het gigantische (top-)oeuvre van regisseur Howard Hawks.

Hawks baseerde deze heerlijke screwball comedy op de biografie met misschien niet de meest catchy titel uit de geschiedenis, maar zeker wel de langste titel aller tijden: ‘I Was An Alien Spouse of Female Military Personnel En Route To The United States Under Public Law 271 Of The Congress’.

Alles draait rond Henri Rochard, een Franse officier die tijdens een missie verliefd wordt op Cathy Gates, een Amerikaanse collega-officier.

Maar nadat ze getrouwd zijn ontdekt hij dat ze volgens de wet alleen samen naar Amerika kunnen gaan als ‘hij’ als zich in een ‘zij’ kan omtoveren: volgens de Amerikaans wet worden namelijk alleen ‘war brides’ toegelaten…

Hawks focust zijn stijl zoals altijd zeer op de acteurs, en gebruikt zo weinig mogelijk shots, wat resulteert in natuurlijke humor, die dan ook nog eens geweldig gebracht wordt door de twee hoofdrolspelers, Cary Grant en Ann Sheridan.

Cary Grant levert de kwaliteit die we van hem gewoon zijn, en Ann Sheridan zet hier op geweldige wijze een typisch Hawksiaanse Sterke Vrouw neer: geen domme sekspoes, maar een vrouw die altijd een duidelijke mening klaar heeft, die vlotjes de gevatte opmerkingen rondstrooit én die even goed in haar job is als haar mannelijke tegenspeler.

‘I WAS A MALE WAR BRIDE’ was een screwball comedy die destijds bedoeld was om het oorlogsmoeë publiek even de ellende van de vijf voorgaande jaren te laten vergeten, maar blijkt ook nu nog altijd de ideale, coronavrije ontspanning na een lange werkdag.

Enjoy!