PINK FLOYD: LIVE AT POMPEII (Adrian Maben)

Pink_Floyd_Live_at_pompeii

In de periode tussen het vertrek van hun mentaal labiele bezieler Syd Barrett en de release van ‘The Dark Side of the Moon’ – de plaat die hen definitief tot de status van supergroep zou katapulteren – trok Pink Floyd eind 1971 naar Pompeii.

Daar, in het unieke decor van lava en de Romeinse ruïnes, namen ze in het oude amfitheater onder regie van Adrian Maben een fenomenale concertfilm op – zónder publiek, wat voor een lichtjes bevreemdende maar tegelijk intieme sfeer zorgt.
De afwezigheid van publiek zorgde er ook voor dat de focus helemaal op de muziek kwam te liggen, in scherp contrast met alle andere populaire rockfilms van die periode, genre ‘Woodstock’.

De ster van de film is merkwaardig genoeg niet Roger Waters of meestergitarist David Gilmour, maar wel drummer Nick Mason, die met een geweldige performance de hele film lang alle aandacht naar zich toezuigt.

‘PINK FLOYD: LIVE AT POMPEII’ is muzikaal een onbetwistbaar hoogtepunt van de progrock, en filmisch anderhalf uur genieten door de bijzonder knappe regie van Adrian Maben: die huurde voor het uitmuntende camerawerk twee doorwinterde veteranen in Gábor Pogány en onze landgenoot Willy Kurant (die nog met Orson Welles, Jean-Luc Godard en Serge Gainsbourg gewerkt had).

De film heeft overigens nog een andere stevige Belgische link, want in Engeland zag destijds niemand brood in het idee van Adrian Maben om een film over Pink Floyd te Continue reading “PINK FLOYD: LIVE AT POMPEII (Adrian Maben)” »

CINEMA CORONA #116: MASCULIN, FÉMININ (Jean-Luc Godard)

masculin_feminin_godard

UPDATE: Deze film was maar tijdelijk beschikbaar, en is niet langer te bekijken.
Maar in onze CINEMA CORONA zijn nog tal van andere boeiende titels te ontdekken.

—-
Gisteren 90 (jawel: negentig!) geworden: Jean-Luc Godard.

Dat mogen we in CINEMA CORONA natuurlijk niet zomaar laten passeren, en dus: ‘MASCULIN, FÉMININ’, één van dat rijtje compleet baanbrekende films die hij tussen 1960 en 1967 maakte, voor hij een iets té stevige tik van de communistische molen kreeg en zijn eigen carrière dynamiteerde.

In ‘Masculin, Féminin’ gooide Godard alle toen geldende regels van plot, montage en spanningsopbouw overboord, voor een speels, grappig en ook na meer dan 50 jaar nog altijd fris ogend portret van de Parijse jeugd anno 1966 – twee jaar voor de studentenrevolte.

Centraal staan Paul en Madeleine, fantastisch vertolkt door Jean-Pierre Léaud (‘Les 400 Coups’) en debutante Chantal Goya.
Paul heeft net zijn legerdienst beëindigd heeft, en wordt verliefd op Madeleine, die een carrière als yéyé-zangeres van de grond probeert te krijgen, en die samenwoont met haar vriendinnen Elisabeth en Catherine-Isabelle.

Pauls vriend Robert probeert hem mee te tronen op het revolutionaire pad, maar tussen het uitdenken van hun acties door zitten ze duidelijk toch ook met veel vragen over de vrouwen, seks en relaties. En gaan ze als het kan ook graag nog naar de film en op café.
Allemaal zijn ze ‘kinderen van Marx en Coca-Cola’, opgegroeid in de wereld van de Koude Oorlog tussen de communisten en de kapitalisten…

‘Masculin, Féminin’ is Godard op zijn meest speels: sommige dialoogscènes lijken volkomen geïmproviseerd (en zijn dat waarschijnlijk ook), de film zit vol Godardiaanse woordgrapjes en citaten, en een aantal wilde ideeën lijken zelfs pure Monty Python avant la lettre.
Voeg daarbij een flitsende montage, de Parijse sixtiessfeer en leuke cameos van Brigitte Bardot en Françoise Hardy, en je hebt een ware klassieker.

De openheid waarmee in ‘Masculin, Féminin’ over seks gepraat werd was voor 1966 overigens zéér gewaagd, en de film werd in Frankrijk dan ook verboden onder de 18 jaar. ‘Dat zijn net de mensen voor wie de film bedoeld is,’ beweerde Godard.

En dan is er ook nog dit: