CINEMA CORONA #124: BLACKBOARD JUNGLE (Richard Brooks)

blackboard_junle_
Vorige week presenteerden we in CINEMA CORONA al ‘THE WILD ONE’, de film die in 1953 de rock-‘n-rollspirit en -stijl wereldwijd onder de aandacht bracht.

Vandaag hebben we ‘BLACKBOARD JUNGLE’, in 1955 de eerste film die tieners (en verontruste ouders) over de hele wereld leerde kennismaken met een rock-‘n-rollnummer: ‘Rock Around The Clock’ van Bill Haley & His Comets – meteen een gigantische megahit, en een nummer dat destijds voor gedans én rellen in bioscopen wereldwijd zou zorgen.

Maar los daarvan is ‘Blackboard Jungle’ ook gewoon een meeslepend en uitmuntend high school drama dat moeiteloos de tand des tijds doorstaan heeft, en dat op vele vlakken zelfs nog altijd razend actueel is.
Alles speelt zich af in een probleemschool in hartje New York, waar de jonge leraar Richard Dadier – die van de leerlingen meteen de spotnaam Daddy-O krijgt – voor de leeuwen geworpen wordt: de school is ‘de vuilbak van het systeem’, de plaats waar alle outcasts in een afvoerputje bij elkaar gezet zijn, tot ze oud genoeg zijn om op straat geloosd te worden.

De directie kijkt weg van de problemen (of veegt ze onder de mat), en de leraars proberen zich elk op hun manier staande te houden: de ene blaft de studenten af, de andere klopt moedeloos zijn uren en de anderen zijn allang blij dat ze niet gemolesteerd worden.

De studenten van hun kant hebben dan weer geen enkele interesse in de school of in leren: kleine straatcriminelen en gangleiders delen in de klassen de lakens uit, en onderling heerst racisme en geweld tussen de vele verschillende etnische groepen.

Dadier probeert het vertrouwen te winnen van Gregory Miller, een uiterst charismatische, intelligente en getalenteerde zwarte jongen, in de hoop dat die als leider de rest van de klas kan meetrekken.
Maar Miller kent de ongeschreven wetten van de gangs: het is ‘wij’ of ‘zij’, collaboratie met de vijand wordt niet getolereerd…

De idealistische leraar wordt prima gespeeld door Glenn Ford, maar het zijn vooral de jongeren die een blijvende indruk nalaten: Sidney Poitier is excellent als de charismatische zwarte jongeman, Vic Morrow is eveneens uitmuntend als gangleider Artie West, en ook de rest van de studenten zijn geweldig gecast (o.a. de latere regisseur Paul Mazursky in de rol van Emmanuel Stoker)

Let ook op het fantastische zwart-wit camerawerk van Russell Harlan.

(u moet op de video hieronder doorklikken naar YouTube om de film te zien:)

Bekijk hier een fijne inleiding van Allan Arkush, regisseur van o.a. ‘Rock’n’Roll Highschool':

Een podcast van MUBI over de film:

CINEMA CORONA #123: RAISE THE RED LANTERN (Zhang Yimou)

raise_the_red_lantern

UPDATE: deze film was maar tijdelijk beschikbaar en is niet langer online te bekijken.
Maar in onze CINEMA CORONA zijn nog tal van andere titels beschikbaar.

——

Een ware Filmhuis-klassieker: ‘RAISE THE RED LANTERN’ van Zhang Yimou, die later o.a. ook ‘Hero’, ‘House of Flying Daggers’ en ‘Curse of the Golden Flower’ zou maken.

Het verhaal speelt zich af rond 1920, wanneer de jonge, knappe Songlian de vierde vrouw (of derde concubine) van de rijke Meester Chen wordt.
Het is min of meer een door noodzaak gedwongen huwelijk, want de onlangs overleden vader van Songlian heeft haar familie platzak achtergelaten.

Haar aankomst in complex van Meester Chen is een overweldigende, bijna koninklijke  ervaring voor Songlian.
Maar algauw ontdekt ze dat in een soort gouden gevangenis is terechtgekomen, waar de vier vrouwen een dagelijkse, constante en snoeiharde strijd om de aandacht van de Meester uitvechten.
Want alleen wie ‘s avonds uitverkoren wordt, krijgt alle privileges – te beginnen met de Rode Lantaarn die voor het verblijf van de gekozen concubine ontstoken worden.

Alle kleine finesses van het verhaal zijn voor westerse mensen misschien niet even eenvoudig te begrijpen, maar dat doet er eigenlijk niet eens enorm toe: waar niet naast te kijken valt is de absolute visuele pracht en kracht van deze film. Elk beeld is perfect gekadreerd, en het kleurenspel is verbluffend.

Bovendien zorgde ‘RAISE THE RED LANTERN’ voor de absolute doorbraak van Gong Li als dé onbetwiste diva van de Chinese film.

Over het kleurengebruik bij Zhang Yimou kunnen we u deze prima video aanbevelen:

CINEMA CORONA #122: PLAN B. (Robin Pront)

Plan_B_Robin_Pront
Robin Pront (‘D’Ardennen’) heeft net zijn Amerikaans filmdebuut ‘The Silencing’ uit.
En als corona niet te veel meer dwarsligt, is ook ‘Zillion’ op komst, zijn alsmaar uitgestelde film over de opkomst en val van de gelijknamige decadente megadiscotheek in Antwerpen.

In afwachting daarvan tonen we in onze CINEMA CORONA nog een keer ‘PLAN B.‘, de excellente kortfilm die Pront in 2008 als student op Sint-Lucas maakte, en waarmee zijn talent meteen tot in het buitenland opgemerkt raakte.

Alles draait rond Gio en Den Bolle, twee kleine drugdealers die in ‘t Stàd (Antwerpen, dus) samen een krap bemeten appartement betrekken.

Probleem: in plaats van hun coke-handeltje draaiende te houden en te verkopen, nemen ze liever zelf geregeld eens een fikse snuif.
Dat probleem wordt opeens een enorm probleem wanneer hun Albanese groothandelaar het geld van het verkochte spul komt ophalen.

Terwijl Den Bolle zich afvraagt of ze voor hun cocaïneleveringen toch niet beter met ‘de brôôn manne’ waren blijven samenwerken in plaats met ‘da Balkanvolk’, breekt Gio zich het stonede hoofd over snelle oplossingen: de financiële uitweg zoekt hij door een Hollandse schrijver die ‘het echte leven’ wil meemaken in hun drughol te laten intrekken.

De filosofische uitweg zoekt hij dan weer door het voorbeeld van zijn held voor ogen te houden: Patje Goots, in vervlogen tijden de legendarische spits van den Aantwaarep. Ne mens die zijn momenten pakte.

‘Plan B.’ is een zalige zwarte misdaadkomedie met geweldig grappige dialogen, en met fantastische hoofdrollen van Jeroen Perceval en Manou Kersting, die allebei met zichtbaar genot (en zéér levensecht) de twee asociale, plat Aantwaareps pratende cokeheads vertolken – de snuivende gabberversie van Gaston en Leo, zeg maar.

Het camerawerk is van Robrecht Heyvaert (die het ondertussen in het spoor van Adil & Bilall tot Hollywood schopte), en is al even nerveus als de opgefokte hartslag van de twee protagonisten.

Tip 1: zet de film niet af wanneer de aftiteling begint, maar blijf kijken!
Tip 2: gevoelige zielen gelieve zich te onthouden: voor u is in onze CINEMA CORONA nog altijd het prachtige ‘JOURNAL D’UNE JEUNE FILLE…’ van Chantal Akerman beschikbaar.

CINEMA CORONA #121: Art & Film: THE COLOURFUL MR. EGGLESTON

The_Colourful_Mr_EgglestonMaandag, en dus is het in onze CINEMA CORONA weer tijd voor een Art & Film, zoals elke week i.s.m. Academie Mechelen.

Vandaag op het programma: ‘THE COLOURFUL MR. EGGLESTON’, een portret van William Eggleston, één van de beste en meest fascinerende fotografen van de afgelopen eeuw

De eigenzinnige Zuiderse aristocraat Eggleston (°1939, en kleinzoon van rijke plantage-eigenaars) woont en werkt al zijn hele leven in Memphis, Tennessee, wordt boos van domme vragen en zwijgt in het algemeen liever dan dat hij spreekt.

Dik tien jaar geleden gaf hij aan de Duitse documentairemaker Reiner Holzemer (die ook al Dries Van Noten portretteerde) toch toestemming hem uitgebreid te spreken, én hem te volgen tijdens zijn fotografiesessies.

De BBC kocht het unieke ruwe beeldmateriaal van Holzemer bij Eggleston aan, en gaf dat aan documentairemaker Jack Cocker om er (aangevuld met extra interviews met bewonderaars als David Lynch, en met collega’s als Juergen Teller en Martin Parr) een volwaardige documentaire van te maken.

Cocker zegt dat hij van het maken van deze docu twee zaken leerde over het interviewen van weinig spraakzame mensen:
1) Denk heel goed na voor je een vraag stelt.
en
2) Vul de stilte niet op!

Het resultaat van die aanpak is een uiterst kleurrijk portret van een uiterst kleurrijk fotograaf, met weinig quotes, maar wél de juiste.
Op de vraag wat hij nu eigenlijk fotografeert: ‘Life today.’
Over de recensenten die in de seventies zijn eerste expo (zijn eerste expo was meteen in het MOMA) compleet de grond inboorden: ‘They wrote pretty stupid things.’

Daarop aansluitend zullen we ons kijkadvies dan ook maar tot één woord beperkt houden: enjoy!

CINEMA CORONA #120: CHRONIK DER ANNA MAGDALENA BACH (Straub & Huillet)

chronik_der_anna_magdalena_bachDe ene dag een lekkere biker movie met knokpartijen, verbrand rubber en leren vesten, de dag nadien een strak-minimalistische Bach-film van het intellectuelenduo Straub & Huillet?

Hey, wij zijn helemaal voor de open geest, dat moet dus kunnen in CINEMA CORONA!

In ‘CHRONIK DER ANNA MAGDALENA BACH’ portretteren Jean-Marie Straub & Danièle Huillet Johan Sebastian Bach aan de hand van het dagboek van Bachs tweede echtgenote, Anna Magdalena (gespeeld door Christiane Lang).

Verwacht géén conventionele biopic, wel integendeel: Straub & Huillet staken geen enkel drama en evenmin een plot in de film, maar verfilmden in een (meestal) statisch en strak uitgemeten beeldkader zijn muziek, live gespeeld door absolute topmusici, op antieke instrumenten en in het authentieke kader.
Tussen de vertolkingen van de composities door komt offscreen Anna Magdalena aan het woord, die in sneltreinvaart over het dagelijkse leven van Bach vertelt.

Bach zelf wordt gespeeld door de Nederlander Gustav Leonhardt, absolute wereldtop op het klavecimbel.

‘CHRONIK DER ANNA MAGDALENA BACH’ is geen aanrader voor wie over een attention span van zes seconden beschikt, of voor wie om de drie minuten zijn Instagram wil checken.
Maar wie bereid is zijn tijd te nemen om te kijken en te luisteren, is met ‘CHRONIK DER ANNA MAGDALENA BACH’ een unieke filmervaring rijker.

CINEMA CORONA #119: THE WILD ONE (Laslo Benedek)

The_Wild_OneZin in een zéér lekker weghappende zaterdagavondfilm?

Hierzie: ‘THE WILD ONE’, van Laslo Benedek, maar vooral mét Marlon Brando.

Nope, geen doorwrocht meesterwerk met een fantastische plotline, psychologisch uitgediepte personages of zelfs maar een mooi afgerond scenario, maar hey: who cares?
Niks van dat alles is namelijk van belang in deze film, en wel hierom:

1) Dit is een film met de jonge Marlon Brando, die hier de begrippen ‘charisma’ en ‘cool’ een compleet nieuwe dimensie geeft. Brando hoeft gewoon maar door beeld te lopen om àlle aandacht naar zich toe te zuigen, en die probleemloos vast te houden tot hij weer uit beeld loopt.

2) Dit is een film die al 100% rock-‘n-roll was voor de rock’-n’-roll goed en wel was uitgevonden – ‘The Wild One’ is gemaakt in 1953! Tussen haakjes: The Black Rebel Motorcycle Club haalde zijn naam bij de gang van Marlon Brando, en The Beatles kwamen naar verluidt op het idee voor hun bandnaam dankzij de naam van de rivaliserende gang uit de film, The Beetles.

3) Behalve op de toekomstige rockers oefende de film ook een tot op vandaag doorwerkende invloed en aantrekkingskracht uit op de bikers, de beatniks, de hipsters (in de jaren ’50-betekenis van dat woord) en een deel van de homogemeenschap (zoekt u het werk van Tom of Finland maar eens op). Rebellen en outsiders allerhande dus. Perfect samengevat in de klassieke dialoog uit de film: ‘Hey, Johnny, what are you rebelling against?’ Waarop Brando: ‘Whaddaya got?’

4) Als u ons laat kiezen tussen ‘The Wild One’ en ‘Easy Rider': geen discussie mogelijk, dít is de ultieme bikerfilm.

5) Neen, regisseur Laslo Benedek was geen Tarkovski of Bresson, maar wél een vakman die verdomd goed wist hoe hij een sappige en opwindende scène in beeld moest zetten, én hoe hij de vaart erin moest houden. Dat is al duidelijk van bij de openingsbeelden, waarin hij één van de motoren zowat door de camera laat rijden.

6) De zwart-witfotografie van Hal Mohr is verbluffend.

7) Geen idee wie de stylist(e) van de film was, maar als er een Oscar voor Stijl bestond, had die zeker gewonnen. ‘The Wild One’ zorgt tot vandaag voor de verkoop van leren vesten, boots, jeans, zonnebrillen en bromfietsen. En zowel Elvis als James Dean modelleerden hun stijl op die van Brando.

8) Je zou het door Brando bijna vergeten, maar de belangrijkste bijrol werd gespeeld door een ander toen opkomend jong talent: Lee Marvin. Marvin vertolkt op bijzonder amusante wijze de loudmouth die de concurrerende bikerbende aanvoert.

Eén advies dus: kijken!

Een lekker oneerbiedige maar zeer amusante recensie van de jongens van ‘From The Basement’ (OPGELET: niet bekijken vóór de film, want hun recensie is eigenlijk één lange spoiler):

 

CINEMA CORONA #117: Art & Film: DER LAUF DER DINGE (Fischli & Weiss) + THIS TOO SHALL PASS (OK Go)

This_Too_Shall_Pass_OK_GO

Hebt u tijdens de quarantaine ook zitten prutsen, schilderen, knutselen, experimenteren en sleutelen in uw garage?

Nou, tot wat dàt in een extreme vorm kan leiden lieten de jongens van OK Go ons in 2010 zien, in de volstrekt unieke clip voor hun ‘THIS TOO SHALL PASS’, een krankzinnig ingenieus en totaal verbluffend boys and their toys-werkstukje dat ondertussen aan 67 miljoen welverdiende views op YouTube zit, en dat we ook graag nog eens vertonen in onze CINEMA CORONA.

Alleen: wàs die clip van OK Go wel zo uniek?

Néén, zo leren we vandaag in onze maandagse Art & Film.
In 1987 maakte het Zwitserse kunstenaarsduo Peter Fischli & David Weiss namelijk al ‘DER LAUF DER DINGE’, een half uur durende film van hun zelfgebouwde Rube Goldberg-machine in actie, en onmiskenbaar dé inspiratiebron voor OK Go.

‘DER LAUF DER DINGE’ is een wonderlijke combinatie van kunst, scheikunde, humor, fysica, vuurwerk, knutselarij en beeldpoëzie, en was één van de hoogtepunten van de Documenta XIII in 1987 in Kassel.
De hoofdrolspelers? Een volle vuilniszak, enkele autobanden en kaarsen, wat stoelen, planken, vodden, plastic flessen en oude kranten, plus een kapotte zaag en enkele fusées voor de special effects.
Niks dat u niet in úw garage of tuinhuisje kunt vinden: aan de slag, dus!

UPDATE: de volledige film van een half uur is niet langer online beschikbaar, maar deze stevige scène is ook zeer de moeite.

Art & Film loopt zoals altijd in samenwerking met Academie Mechelen.

CINEMA CORONA #116: MASCULIN, FÉMININ (Jean-Luc Godard)

masculin_feminin_godard

UPDATE: Deze film was maar tijdelijk beschikbaar, en is niet langer te bekijken.
Maar in onze CINEMA CORONA zijn nog tal van andere boeiende titels te ontdekken.

—-
Gisteren 90 (jawel: negentig!) geworden: Jean-Luc Godard.

Dat mogen we in CINEMA CORONA natuurlijk niet zomaar laten passeren, en dus: ‘MASCULIN, FÉMININ’, één van dat rijtje compleet baanbrekende films die hij tussen 1960 en 1967 maakte, voor hij een iets té stevige tik van de communistische molen kreeg en zijn eigen carrière dynamiteerde.

In ‘Masculin, Féminin’ gooide Godard alle toen geldende regels van plot, montage en spanningsopbouw overboord, voor een speels, grappig en ook na meer dan 50 jaar nog altijd fris ogend portret van de Parijse jeugd anno 1966 – twee jaar voor de studentenrevolte.

Centraal staan Paul en Madeleine, fantastisch vertolkt door Jean-Pierre Léaud (‘Les 400 Coups’) en debutante Chantal Goya.
Paul heeft net zijn legerdienst beëindigd heeft, en wordt verliefd op Madeleine, die een carrière als yéyé-zangeres van de grond probeert te krijgen, en die samenwoont met haar vriendinnen Elisabeth en Catherine-Isabelle.

Pauls vriend Robert probeert hem mee te tronen op het revolutionaire pad, maar tussen het uitdenken van hun acties door zitten ze duidelijk toch ook met veel vragen over de vrouwen, seks en relaties. En gaan ze als het kan ook graag nog naar de film en op café.
Allemaal zijn ze ‘kinderen van Marx en Coca-Cola’, opgegroeid in de wereld van de Koude Oorlog tussen de communisten en de kapitalisten…

‘Masculin, Féminin’ is Godard op zijn meest speels: sommige dialoogscènes lijken volkomen geïmproviseerd (en zijn dat waarschijnlijk ook), de film zit vol Godardiaanse woordgrapjes en citaten, en een aantal wilde ideeën lijken zelfs pure Monty Python avant la lettre.
Voeg daarbij een flitsende montage, de Parijse sixtiessfeer en leuke cameos van Brigitte Bardot en Françoise Hardy, en je hebt een ware klassieker.

De openheid waarmee in ‘Masculin, Féminin’ over seks gepraat werd was voor 1966 overigens zéér gewaagd, en de film werd in Frankrijk dan ook verboden onder de 18 jaar. ‘Dat zijn net de mensen voor wie de film bedoeld is,’ beweerde Godard.

En dan is er ook nog dit:

CINEMA CORONA #115: LE BAL (Ettore Scola)

Le_Bal

Uitgaan op vrijdagavond is er al een tijdje niet meer bij, maar in onze CINEMA CORONA brengen we u vanavond toch graag naar de danszaal, en wel met het zààà-li-ge, grappige en bijzonder swingende ‘LE BAL’ van Ettore Scola.

Scola maakte met ‘Le Bal’ een meesterlijke, volstrekt briljante film die zich helemaal in een Franse danszaal afspeelt en waarin niet één woord gesproken wordt (er wordt alleen maar gedanst), maar waarin toch én de hele Franse (cultuur)geschiedenis van de laatste eeuw voorbijkomt én waarin op een uiterst amusante wijze de hele menselijke dierentuin te kijk wordt gezet.

Want terwijl we de muziek horen veranderen (van musette naar rock-‘n-roll, en van big band naar disco) blijft de klandizie van de zaak bestaan uit dezelfde archetypes die in essentie in niks verschillen van de archetypes die je 100 jaar geleden op het boerenbal ook al kon tegenkomen: muurbloempjes en macho’s, onderkruipers en Lamme Goedzakken, houten klazen en rubberen slangenmensen, hautaine kakmadammen en moegeleefde madame pipi’s, collaborateurs en revolutionairen, flauwe plezanten en humorloze boekhouders, flamboyante Romeo’s en schuchtere bewonderaars, ijdele ego’s en nederige garçons, hipsters en conservatieve pilaarbijters.

De acteurs/dansers zijn stuk voor stuk perfect, de soundtrack (van Vladimir Cosma) is héérlijk, de choreografie is geweldig en de regie is briljant.

Kortom: een volkomen onterecht wat vergeten meesterwerkje.
Kijken = genieten!

CINEMA CORONA #114: MARTINE TANGHE GATED DELAY VIDEORHYTHM 1-2-3-4 (Walter Verdin)

martine_tangheMartine Tanghe is met pensioen!

Zouden ze er in CINEMA CORONA iets op vinden om haar toch nog één keer op het scherm te krijgen?

Vaneigens, datte!

 

Videoartiest (en muzikant)(en grafisch artiest) Walter Verdin maakte in 1985 ‘MARTINE TANGHE GATED DELAY VIDEORHYTHM 1-2-3-4′, en dit leek ons een uitstekend tijdstip om die excellente video nog eens boven te halen.

En nu we via Martine Tanghe toch bij Walter Verdin beland zijn, wijzen we u graag ook nog op ‘CARDIOCLEPTOMANIE’, het beste nummer en dito clip van zijn groep Pas de Deux. Uit 1983, alstublieft!

Enjoy!

Meer van Verdins videowerk en muziek is te zien via zijn website.