CINEMA CORONA #172: EASY RIDERS, RAGING BULLS (Kenneth Bowser)

Easy_Riders_Raging_Bulls
Vandaag in CINEMA CORONA ‘EASY RIDERS, RAGING BULLS’, een essentiële documentaire over het stukje filmgeschiedenis waar eigenlijk ook Tarantino‘s ‘Once Upon A Time… In Hollywood’ over ging: het einde van het oude Hollywood-studiosysteem, en de opkomst van een nieuwe, jonge, ambitieuze en brutale generatie filmmakers.

Hun verhaal begint in de sixties, op een moment dat de oude studiobazen – allemaal bejaarde mannen uit een vervlogen tijdperk – stilaan de weg helemaal zijn kwijtgeraakt: terwijl in Europa de cinema helemaal overhoop wordt gegooid door opwindende nieuwlichters en visionaire talenten als Godard, Ingmar Bergman, Louis Malle, Antonioni en Fellini, stort in Amerika het studiosysteem – mede door de opkomst van de televisie – helemaal in.

Een generatie jonge Amerikaanse filmmakers kijkt met bewondering naar die Europese films, en leert ondertussen het vak al doende.

Velen doen dat niet binnen de grote klassieke studio’s, maar in de lowbudgetstudio van producer/regisseur Roger Corman, die niet alleen een geweldig oog voor jong talent blijkt te hebben, maar die dat talent ook vrijelijk zijn gang laat gaan met het maken van goedkope biker movies, horrorprenten, racefilms en andere B-films die hij aan de toen zeer populaire drive in-cinema’s kon slijten.

Het is uit die rare mix dat regisseurs als Martin Scorsese (‘Taxi Driver’, ‘Raging Bull’…), Francis Ford Coppola (de ‘Godfather’-trilogie, ‘Apocalypse Now’…), Peter Bogdanovich (‘The Last Picture Show’), George Lucas (‘Star Wars’), Arthur Penn (‘Bonnie and Clyde’), Steven Spielberg (‘Jaws’) en William Friedkin (‘The Exorcist’) tevoorschijn komen, allemaal unieke talenten die in de seventies stormenderhand de bioscopen overal ter wereld zullen veroveren.

Deze groep movie brats bestaat echter niet alleen regisseurs met een geweldig filmtalent: ze zijn vaak ook gezegend met een gigantisch groot ego, en van excessen allerhande zijn ze evenmin vies, wel integendeel!
Dit is de generatie die niet alleen opgegroeid is met sex, drugs & rock’n’roll, maar die er in sommige gevallen ook ten onder zal aan gaan…

De documentaire is gebaseerd op het gelijknamige en bijzonder geruchtmakende boek van Peter Biskind, die er nadien van beschuldigd is in de keuze van zijn quotes en getuigen alleen maar op de meest vettige aspecten en spectaculaire details te hebben gefocust.

Kan zijn, maar dat maakt het boek én deze documentaire niet minder essentieel.

Kijken, dus!

CINEMA CORONA #47: ‘BLUE VELVET’ – Q2 fan edit (David Lynch)

blue_velvetUPDATE: deze film was maar tijdelijk beschikbaar, en is niet langer te bekijken

—–

Verlengd weekend?
Dan hebben wij een verlengde film in petto!

Toen David Lynch in 1986 zijn meesterwerk ‘BLUE VELVET’ afleverde, moest dat contractueel verplicht een film van maximum twee uur zijn.
Lynch had echter veel meer materiaal geschoten, waardoor er heel wat pellicule op de montagevloer sneuvelde.

Maar zoals dat in deze internettijden gaat: érgens ter wereld is wel een dolgedraaide Lynch-fan te vinden die in zijn vrije tijd al die weggeknipte stukken bij elkaar zoekt (elke dvd-release biedt wel wat bonusmateriaal als lokkertje), en die al die scènes vervolgens weer in de film monteert.

Let op: het gaat hier niet om één of andere kleine, onbeduidende extra scène, integendeel zelfs, want de Lynch-fan editor Q2 reïntegreerde uiteindelijk maar liefst 44 minuten (!) extra materiaal in ‘Blue Velvet’.
Een even discutabel als interessant en fascinerend experiment, want door deze nieuwe montage krijgen een aantal originele personages of scènes een totaal andere betekenis dan in de film die Lynch uitbracht.

Daarom: als u de originele Lynch-versie nog niet gezien hebt (en die moét u echt ooit in uw leven gezien hebben), bekijk dan zeker eerst dié, en daarna pas deze.
Want een fan edit van een meesterwerk blijft – hoe boeiend soms ook – natuurlijk altijd een soort heiligschennis: alsof iemand op eigen houtje nog vier extra (maar wel door de gebroeders Van Eyck geschilderde) panelen aan het Lam Gods hangt.

Recensie van Mark Kermode (BBC):

De briljante titelsequentie van ‘BLUE VELVET':