CINEMA CORONA #127: Art & Film: BAUHAUS 100 (Mat Whitecross)

Bauhaus
Ook in 2021 zorgen we elke maandag – in samenwerking met Academie Mechelen – voor een wekelijkse portie Art & Film.

Vandaag hebben we ‘BAUHAUS 100′ voor u klaarstaan, een documentaire van Mat Whitecross, die op het Festival van Berlijn ooit de Zilveren Beer won voor zijn ‘The Road To Guantanamo Bay’ en die nadien o.a. ‘The Shock Doctrine’ van Naomi Klein in een docu omzette en een reeks muziekdocumentaires en videoclips maakte.

‘BAUHAUS 100′ is eigenlijk het verhaal van Walter Gropius, vaandeldrager van de Bauhaus-architectuurschool.
Gropius had in de Eerste Wereldoorlog aan het front gevochten, en de gruwel die hij daar meegemaakt had hadden er hem van overtuigd dat technologie en menselijk vernuft nooit nog gebruikt zouden mogen worden voor destructie, maar integendeel voor wederopbouw en vooruitgang.

Op basis van die utopische gedachte verzamelde hij in zijn school Weimar een groep toparchitecten en dito kunstenaars rond zich (o.a. Paul Klee en Wassily Kandinsky gaven les aan Bauhaus), met als doel een plaats te creëren waar mensen uit allerlei disciplines de nieuwe, moderne manier van leven zouden moeten ontwerpen.

De docu vertelt niet alleen het fascinerende architectuurverhaal van Bauhaus, maar geeft ook een beeld van de sociale, culturele en politieke context waarin dat ontstond – de geschiedenis van Bauhaus zit onlosmakelijk vastgeklonken aan de ondergang van de Weimar-republiek en de opkomst van het nazisme.
Ongewild hebben de nazis overigens gezorgd voor de wereldwijde verspreiding van Bauhaus, want Gropius en Mies von der Rohe belandden uiteindelijk in Amerika, waar ze een niet te overschatten invloed zouden hebben op de architectuur.

Overigens wordt in ‘BAUHAUS 100′ ook de petite histoire niet vergeten: wist u bijvoorbeeld dat de altijd met geldgebrek kampende school voor een belangrijk deel gefinancierd werd door de verkoop van miljoenen rollen behangpapier en de organisatie van fuiven?
En wist u dat de fuiven die destijds in Bauhaus plaatsvonden zo ongeveer even berucht en wild waren als technoraves nu?

Kortom: zeer boeiend kijkvoer, hier te zien:

CINEMA CORONA #126: STALAG 17 (Billy Wilder)

Stalag_17


Hallo Filmhuizers,

ook in 2021 – beste wensen, overigens! – voorlopig geen versoepeling van de maatregelen in zicht, dus vullen wij onze nu al meer dan 100 titels tellende CINEMA CORONA-filmotheek verder aan met de beste gratis online beschikbare speelfilms, kortfilms en documentaires.

Vandaag op het programma: ‘STALAG 17′ van de grote Billy Wilder (‘Sunset Boulevard’, ‘Some Like It Hot’, ‘The Seven Year Itch’, ‘The Apartment’ en tal van andere prachtfilms).

‘Stalag 17′ speelt zich af in een krijgsgevangenkamp tijdens WOII, waaruit twee Amerikaanse gevangen uit de klauwen van de Duitsers proberen te ontsnappen.
Hun – nochtans goed voorbereide poging – eindigt echter nog voor ze aan de omheining van het kamp zijn, want ze worden opgewacht door een stel Duitse bewakers die hen zonder genade neerkogelen.
Het feit dat de twee zo verbazend snel gepakt zijn wekt in de Amerikaanse gevangenbarak grote achterdocht, want het kan bijna niet anders dat één van hen de Duitsers getipt heeft.
Maar wie is de verrader?

Ondanks de dramatische achtergrond van het verhaal is ‘Stalag 17′ een typische Wilder-film, vol zwarte – of zeg maar gerust: cynische – humor, heerlijke dialogen en gespeel met clichés.
Bovendien haalt Wilder – zoals in bijna al zijn films – alweer het beste uit zijn acteurs: William Holden is excellent als sgt. Sefton, een cynisch mannetje dat het op allerlei onderhandse akkoordjes gooit met de Duitse bewakers, en die daardoor meteen verdacht is bij zijn medegevangenen, o.a. vertolkt door Don Taylor, Peter Graves en Neville Brand.
Otto Preminger (zelf een uitmuntend regisseur) en Sig Ruman zijn dan weer geweldig als de cliché-moffen Oberst von Scherbach en Johann Sebastian ‘Schweinehund’ Schulz.

Het scenario is overigens gebaseerd op een gelijknamige toneelstuk dat geschreven werd door twee ex-krijgsgevangenen, Donald Bevan en Edmund Trzcinski.

Destijds bekroond met drie Oscarnominaties, Holden won uiteindelijk de Oscar voor Beste Acteur.

CINEMA CORONA #125: Art & Film: WARHOL’S CINEMA 1963-68: MIRROR FOR THE SIXTIES

Warhol's_CinemaMaandag, Art & Film-dag!

Vandaag hebben we ‘WARHOL’S CINEMA 1963-1968: MIRROR FOR THE SIXTIES’ in de aanbieding, een docu van Keith Griffiths uit 1989.

Griffiths kijkt terug op de filmoutput van Andy Warhol, die tussen 1963 en 1968 meer dan 50 films draaide die radicaal verschilden van wat Hollywood produceerde: in ‘Eat’ is bijvoorbeeld alleen een man (Robert Indiana) te zien die paddestoelen eet.
Ook in het zes uur durende ‘Sleep’ zien we exact wat de titel aankondigt: dichter John Giorno die ligt te slapen.
‘Kiss’ is – u raadt het al – een serie van kussende koppels.
En in het schandaalverwekkende ‘Blow Job’ zien we een knappe jongeman (DeVeren Bookwalter) die een pijpbeurt krijgt (of dat suggereert de titel tenminste, want De Daad gebeurt offscreen)

In ‘Empire’ is het hoofdpersonage zelfs geen mens, maar de Empire State Building, die gedurende acht uur lang statisch in beeld blijft: we zien de contouren van de toren langzaamaan duidelijker worden naarmate we dichter de ochtend naderen.

Naast die anti-cinema maakte Warhol ook tal van zogenaamde ‘screen tests’ met beroemdheden en de zelfgecreëerde Superstars die in zijn Factory rondhingen of op bezoek kwamen: Bob Dylan, Salvador Dali, Mary Woronow, Dennis Hopper, Lou Reed, Nico, Edie Sedgwick… allemaal poseerden ze zwijgend voor Warhols camera.

Later experimenteerde hij met meer verhalende films, tot hij na de moordaanslag door Valerie Solanas zijn filmproductie overliet aan zijn assistent Paul Morrissey.

‘WARHOL’S CINEMA 1963-1968: MIRROR FOR THE SIXTIES’ biedt een prima startpunt voor wie meer wil weten over (de blijvende invloed van) de wondere, fascinerende wereld van Andy Warhol en The Factory, met tal van fragmenten en first hand-getuigenissen.

Art & Film loopt zoals altijd i.s.m. Academie Mechelen.

De meeste Warhol-films zijn na 1968 amper nog in roulatie geweest, en de meeste zijn ook niet op dvd beschikbaar.
Gelukkig is er YouTube, waar enkele van zijn films te zien zijn.
Bijvoorbeeld de ‘SCREEN TEST: LOU REED’ (1965): is er iets cooler dan Lou Reed die een Coca Cola drinkt?

De ‘SCREEN TEST: EDIE SEDGWICK’, ook uit 1965:

‘BLOW JOB’ uit 1963 is hier te zien.
De film wordt wel te snel afgespeeld, op de Warhol-snelheid duurde hij 36 minuten.  :-)

En om het af te leren, nog de ‘SCREEN TEST: BOB DYLAN’ uit 1965:

Nóg meer?
Dan hebben we ‘THE VELVET UNDERGROUND & NICO: A SYMPHONY OF SOUND’ klaarstaan, zowat het belangrijkste bewegende beeldmateriaal van de Velvets, live in Warhols Factory.

CINEMA CORONA #124: BLACKBOARD JUNGLE (Richard Brooks)

blackboard_junle_
Vorige week presenteerden we in CINEMA CORONA al ‘THE WILD ONE’, de film die in 1953 de rock-‘n-rollspirit en -stijl wereldwijd onder de aandacht bracht.

Vandaag hebben we ‘BLACKBOARD JUNGLE’, in 1955 de eerste film die tieners (en verontruste ouders) over de hele wereld leerde kennismaken met een rock-‘n-rollnummer: ‘Rock Around The Clock’ van Bill Haley & His Comets – meteen een gigantische megahit, en een nummer dat destijds voor gedans én rellen in bioscopen wereldwijd zou zorgen.

Maar los daarvan is ‘Blackboard Jungle’ ook gewoon een meeslepend en uitmuntend high school drama dat moeiteloos de tand des tijds doorstaan heeft, en dat op vele vlakken zelfs nog altijd razend actueel is.
Alles speelt zich af in een probleemschool in hartje New York, waar de jonge leraar Richard Dadier – die van de leerlingen meteen de spotnaam Daddy-O krijgt – voor de leeuwen geworpen wordt: de school is ‘de vuilbak van het systeem’, de plaats waar alle outcasts in een afvoerputje bij elkaar gezet zijn, tot ze oud genoeg zijn om op straat geloosd te worden.

De directie kijkt weg van de problemen (of veegt ze onder de mat), en de leraars proberen zich elk op hun manier staande te houden: de ene blaft de studenten af, de andere klopt moedeloos zijn uren en de anderen zijn allang blij dat ze niet gemolesteerd worden.

De studenten van hun kant hebben dan weer geen enkele interesse in de school of in leren: kleine straatcriminelen en gangleiders delen in de klassen de lakens uit, en onderling heerst racisme en geweld tussen de vele verschillende etnische groepen.

Dadier probeert het vertrouwen te winnen van Gregory Miller, een uiterst charismatische, intelligente en getalenteerde zwarte jongen, in de hoop dat die als leider de rest van de klas kan meetrekken.
Maar Miller kent de ongeschreven wetten van de gangs: het is ‘wij’ of ‘zij’, collaboratie met de vijand wordt niet getolereerd…

De idealistische leraar wordt prima gespeeld door Glenn Ford, maar het zijn vooral de jongeren die een blijvende indruk nalaten: Sidney Poitier is excellent als de charismatische zwarte jongeman, Vic Morrow is eveneens uitmuntend als gangleider Artie West, en ook de rest van de studenten zijn geweldig gecast (o.a. de latere regisseur Paul Mazursky in de rol van Emmanuel Stoker)

Let ook op het fantastische zwart-wit camerawerk van Russell Harlan.

(u moet op de video hieronder doorklikken naar YouTube om de film te zien:)

Bekijk hier een fijne inleiding van Allan Arkush, regisseur van o.a. ‘Rock’n’Roll Highschool':

Een podcast van MUBI over de film:

CINEMA CORONA #123: RAISE THE RED LANTERN (Zhang Yimou)

raise_the_red_lantern

UPDATE: deze film was maar tijdelijk beschikbaar en is niet langer online te bekijken.
Maar in onze CINEMA CORONA zijn nog tal van andere titels beschikbaar.

——

Een ware Filmhuis-klassieker: ‘RAISE THE RED LANTERN’ van Zhang Yimou, die later o.a. ook ‘Hero’, ‘House of Flying Daggers’ en ‘Curse of the Golden Flower’ zou maken.

Het verhaal speelt zich af rond 1920, wanneer de jonge, knappe Songlian de vierde vrouw (of derde concubine) van de rijke Meester Chen wordt.
Het is min of meer een door noodzaak gedwongen huwelijk, want de onlangs overleden vader van Songlian heeft haar familie platzak achtergelaten.

Haar aankomst in complex van Meester Chen is een overweldigende, bijna koninklijke  ervaring voor Songlian.
Maar algauw ontdekt ze dat in een soort gouden gevangenis is terechtgekomen, waar de vier vrouwen een dagelijkse, constante en snoeiharde strijd om de aandacht van de Meester uitvechten.
Want alleen wie ‘s avonds uitverkoren wordt, krijgt alle privileges – te beginnen met de Rode Lantaarn die voor het verblijf van de gekozen concubine ontstoken worden.

Alle kleine finesses van het verhaal zijn voor westerse mensen misschien niet even eenvoudig te begrijpen, maar dat doet er eigenlijk niet eens enorm toe: waar niet naast te kijken valt is de absolute visuele pracht en kracht van deze film. Elk beeld is perfect gekadreerd, en het kleurenspel is verbluffend.

Bovendien zorgde ‘RAISE THE RED LANTERN’ voor de absolute doorbraak van Gong Li als dé onbetwiste diva van de Chinese film.

Over het kleurengebruik bij Zhang Yimou kunnen we u deze prima video aanbevelen:

CINEMA CORONA #122: PLAN B. (Robin Pront)

Plan_B_Robin_Pront
Robin Pront (‘D’Ardennen’) heeft net zijn Amerikaans filmdebuut ‘The Silencing’ uit.
En als corona niet te veel meer dwarsligt, is ook ‘Zillion’ op komst, zijn alsmaar uitgestelde film over de opkomst en val van de gelijknamige decadente megadiscotheek in Antwerpen.

In afwachting daarvan tonen we in onze CINEMA CORONA nog een keer ‘PLAN B.‘, de excellente kortfilm die Pront in 2008 als student op Sint-Lucas maakte, en waarmee zijn talent meteen tot in het buitenland opgemerkt raakte.

Alles draait rond Gio en Den Bolle, twee kleine drugdealers die in ‘t Stàd (Antwerpen, dus) samen een krap bemeten appartement betrekken.

Probleem: in plaats van hun coke-handeltje draaiende te houden en te verkopen, nemen ze liever zelf geregeld eens een fikse snuif.
Dat probleem wordt opeens een enorm probleem wanneer hun Albanese groothandelaar het geld van het verkochte spul komt ophalen.

Terwijl Den Bolle zich afvraagt of ze voor hun cocaïneleveringen toch niet beter met ‘de brôôn manne’ waren blijven samenwerken in plaats met ‘da Balkanvolk’, breekt Gio zich het stonede hoofd over snelle oplossingen: de financiële uitweg zoekt hij door een Hollandse schrijver die ‘het echte leven’ wil meemaken in hun drughol te laten intrekken.

De filosofische uitweg zoekt hij dan weer door het voorbeeld van zijn held voor ogen te houden: Patje Goots, in vervlogen tijden de legendarische spits van den Aantwaarep. Ne mens die zijn momenten pakte.

‘Plan B.’ is een zalige zwarte misdaadkomedie met geweldig grappige dialogen, en met fantastische hoofdrollen van Jeroen Perceval en Manou Kersting, die allebei met zichtbaar genot (en zéér levensecht) de twee asociale, plat Aantwaareps pratende cokeheads vertolken – de snuivende gabberversie van Gaston en Leo, zeg maar.

Het camerawerk is van Robrecht Heyvaert (die het ondertussen in het spoor van Adil & Bilall tot Hollywood schopte), en is al even nerveus als de opgefokte hartslag van de twee protagonisten.

Tip 1: zet de film niet af wanneer de aftiteling begint, maar blijf kijken!
Tip 2: gevoelige zielen gelieve zich te onthouden: voor u is in onze CINEMA CORONA nog altijd het prachtige ‘JOURNAL D’UNE JEUNE FILLE…’ van Chantal Akerman beschikbaar.

CINEMA CORONA #121: Art & Film: THE COLOURFUL MR. EGGLESTON

The_Colourful_Mr_EgglestonMaandag, en dus is het in onze CINEMA CORONA weer tijd voor een Art & Film, zoals elke week i.s.m. Academie Mechelen.

Vandaag op het programma: ‘THE COLOURFUL MR. EGGLESTON’, een portret van William Eggleston, één van de beste en meest fascinerende fotografen van de afgelopen eeuw

De eigenzinnige Zuiderse aristocraat Eggleston (°1939, en kleinzoon van rijke plantage-eigenaars) woont en werkt al zijn hele leven in Memphis, Tennessee, wordt boos van domme vragen en zwijgt in het algemeen liever dan dat hij spreekt.

Dik tien jaar geleden gaf hij aan de Duitse documentairemaker Reiner Holzemer (die ook al Dries Van Noten portretteerde) toch toestemming hem uitgebreid te spreken, én hem te volgen tijdens zijn fotografiesessies.

De BBC kocht het unieke ruwe beeldmateriaal van Holzemer bij Eggleston aan, en gaf dat aan documentairemaker Jack Cocker om er (aangevuld met extra interviews met bewonderaars als David Lynch, en met collega’s als Juergen Teller en Martin Parr) een volwaardige documentaire van te maken.

Cocker zegt dat hij van het maken van deze docu twee zaken leerde over het interviewen van weinig spraakzame mensen:
1) Denk heel goed na voor je een vraag stelt.
en
2) Vul de stilte niet op!

Het resultaat van die aanpak is een uiterst kleurrijk portret van een uiterst kleurrijk fotograaf, met weinig quotes, maar wél de juiste.
Op de vraag wat hij nu eigenlijk fotografeert: ‘Life today.’
Over de recensenten die in de seventies zijn eerste expo (zijn eerste expo was meteen in het MOMA) compleet de grond inboorden: ‘They wrote pretty stupid things.’

Daarop aansluitend zullen we ons kijkadvies dan ook maar tot één woord beperkt houden: enjoy!

CINEMA CORONA #120: CHRONIK DER ANNA MAGDALENA BACH (Straub & Huillet)

chronik_der_anna_magdalena_bachDe ene dag een lekkere biker movie met knokpartijen, verbrand rubber en leren vesten, de dag nadien een strak-minimalistische Bach-film van het intellectuelenduo Straub & Huillet?

Hey, wij zijn helemaal voor de open geest, dat moet dus kunnen in CINEMA CORONA!

In ‘CHRONIK DER ANNA MAGDALENA BACH’ portretteren Jean-Marie Straub & Danièle Huillet Johan Sebastian Bach aan de hand van het dagboek van Bachs tweede echtgenote, Anna Magdalena (gespeeld door Christiane Lang).

Verwacht géén conventionele biopic, wel integendeel: Straub & Huillet staken geen enkel drama en evenmin een plot in de film, maar verfilmden in een (meestal) statisch en strak uitgemeten beeldkader zijn muziek, live gespeeld door absolute topmusici, op antieke instrumenten en in het authentieke kader.
Tussen de vertolkingen van de composities door komt offscreen Anna Magdalena aan het woord, die in sneltreinvaart over het dagelijkse leven van Bach vertelt.

Bach zelf wordt gespeeld door de Nederlander Gustav Leonhardt, absolute wereldtop op het klavecimbel.

‘CHRONIK DER ANNA MAGDALENA BACH’ is geen aanrader voor wie over een attention span van zes seconden beschikt, of voor wie om de drie minuten zijn Instagram wil checken.
Maar wie bereid is zijn tijd te nemen om te kijken en te luisteren, is met ‘CHRONIK DER ANNA MAGDALENA BACH’ een unieke filmervaring rijker.

CINEMA CORONA #119: THE WILD ONE (Laslo Benedek)

The_Wild_OneZin in een zéér lekker weghappende zaterdagavondfilm?

Hierzie: ‘THE WILD ONE’, van Laslo Benedek, maar vooral mét Marlon Brando.

Nope, geen doorwrocht meesterwerk met een fantastische plotline, psychologisch uitgediepte personages of zelfs maar een mooi afgerond scenario, maar hey: who cares?
Niks van dat alles is namelijk van belang in deze film, en wel hierom:

1) Dit is een film met de jonge Marlon Brando, die hier de begrippen ‘charisma’ en ‘cool’ een compleet nieuwe dimensie geeft. Brando hoeft gewoon maar door beeld te lopen om àlle aandacht naar zich toe te zuigen, en die probleemloos vast te houden tot hij weer uit beeld loopt.

2) Dit is een film die al 100% rock-‘n-roll was voor de rock’-n’-roll goed en wel was uitgevonden – ‘The Wild One’ is gemaakt in 1953! Tussen haakjes: The Black Rebel Motorcycle Club haalde zijn naam bij de gang van Marlon Brando, en The Beatles kwamen naar verluidt op het idee voor hun bandnaam dankzij de naam van de rivaliserende gang uit de film, The Beetles.

3) Behalve op de toekomstige rockers oefende de film ook een tot op vandaag doorwerkende invloed en aantrekkingskracht uit op de bikers, de beatniks, de hipsters (in de jaren ’50-betekenis van dat woord) en een deel van de homogemeenschap (zoekt u het werk van Tom of Finland maar eens op). Rebellen en outsiders allerhande dus. Perfect samengevat in de klassieke dialoog uit de film: ‘Hey, Johnny, what are you rebelling against?’ Waarop Brando: ‘Whaddaya got?’

4) Als u ons laat kiezen tussen ‘The Wild One’ en ‘Easy Rider': geen discussie mogelijk, dít is de ultieme bikerfilm.

5) Neen, regisseur Laslo Benedek was geen Tarkovski of Bresson, maar wél een vakman die verdomd goed wist hoe hij een sappige en opwindende scène in beeld moest zetten, én hoe hij de vaart erin moest houden. Dat is al duidelijk van bij de openingsbeelden, waarin hij één van de motoren zowat door de camera laat rijden.

6) De zwart-witfotografie van Hal Mohr is verbluffend.

7) Geen idee wie de stylist(e) van de film was, maar als er een Oscar voor Stijl bestond, had die zeker gewonnen. ‘The Wild One’ zorgt tot vandaag voor de verkoop van leren vesten, boots, jeans, zonnebrillen en bromfietsen. En zowel Elvis als James Dean modelleerden hun stijl op die van Brando.

8) Je zou het door Brando bijna vergeten, maar de belangrijkste bijrol werd gespeeld door een ander toen opkomend jong talent: Lee Marvin. Marvin vertolkt op bijzonder amusante wijze de loudmouth die de concurrerende bikerbende aanvoert.

Eén advies dus: kijken!

Een lekker oneerbiedige maar zeer amusante recensie van de jongens van ‘From The Basement’ (OPGELET: niet bekijken vóór de film, want hun recensie is eigenlijk één lange spoiler):

 

CINEMA CORONA #117: Art & Film: DER LAUF DER DINGE (Fischli & Weiss) + THIS TOO SHALL PASS (OK Go)

This_Too_Shall_Pass_OK_GO

Hebt u tijdens de quarantaine ook zitten prutsen, schilderen, knutselen, experimenteren en sleutelen in uw garage?

Nou, tot wat dàt in een extreme vorm kan leiden lieten de jongens van OK Go ons in 2010 zien, in de volstrekt unieke clip voor hun ‘THIS TOO SHALL PASS’, een krankzinnig ingenieus en totaal verbluffend boys and their toys-werkstukje dat ondertussen aan 67 miljoen welverdiende views op YouTube zit, en dat we ook graag nog eens vertonen in onze CINEMA CORONA.

Alleen: wàs die clip van OK Go wel zo uniek?

Néén, zo leren we vandaag in onze maandagse Art & Film.
In 1987 maakte het Zwitserse kunstenaarsduo Peter Fischli & David Weiss namelijk al ‘DER LAUF DER DINGE’, een half uur durende film van hun zelfgebouwde Rube Goldberg-machine in actie, en onmiskenbaar dé inspiratiebron voor OK Go.

‘DER LAUF DER DINGE’ is een wonderlijke combinatie van kunst, scheikunde, humor, fysica, vuurwerk, knutselarij en beeldpoëzie, en was één van de hoogtepunten van de Documenta XIII in 1987 in Kassel.
De hoofdrolspelers? Een volle vuilniszak, enkele autobanden en kaarsen, wat stoelen, planken, vodden, plastic flessen en oude kranten, plus een kapotte zaag en enkele fusées voor de special effects.
Niks dat u niet in úw garage of tuinhuisje kunt vinden: aan de slag, dus!

UPDATE: de volledige film van een half uur is niet langer online beschikbaar, maar deze stevige scène is ook zeer de moeite.

Art & Film loopt zoals altijd in samenwerking met Academie Mechelen.