CINEMA CORONA #31: THE SCARECROW (Buster Keaton)

Quarantainedag 31!scarecrow

Van alle geniale komedies die Buster Keaton ooit gemaakt heeft (en dat zijn er zeer vele), is het fenomenaal grappige ‘THE SCARECROW’ misschien wel de meest onderschatte en de minst bekende.

Daarom vonden we het hoog tijd die nog eens boven te halen voor onze CINEMA CORONA, vooral omdat onze collega’s van het onvolprezen Lucky Dog Picturehouse – een soort Filmhuis, maar dan met alleen stomme films begeleid door livemuziek – een versie met live pianomuziek online hebben gezet.
En met live publiek, dat makkelijk te herkennen is aan de lachsalvo’s op de achtergrond.

‘The Scarecrow’ gaat over twee vrijgezelle boerenknechten die samen in een huis wonen dat één kamer groot is (of in een kamer die één huis groot is, u mag zelf kiezen).

Dat samenleven gaat prima en verloopt via een perfect door henzelf uitgekiend technisch systeem – u moet het zien om het te geloven! – maar buitenshuis is er toch een probleem tussen de twee: ze dingen allebei naar de hand van de knappe boerendochter Sybil, die zelf droomt van een carrière als danseres.
En die een zeer beschermende vader heeft.
En die eigenares is van een dolle hond…

‘The Scarecrow’ is een werkelijk héérlijke komedie, die letterlijk van de eerste tot de allerlaatste seconde volgepropt zit met dolle gags, klassieke Keaton-stunts, slapsticktoestanden, geweldige visuele vondsten, wilde achtervolgingen én (voor de oplettende kijker) zelfs enkele politieke grappen.
En ook al is de film exact 100 jaar oud, hij vliegt werkelijk in een rotvaart voorbij.

De soundtrack die u hoort is live bij de film gespeeld door Andrew Oliver.

Enjoy, en blijf in uw kot!

CINEMA CORONA #30: ‘DE DIKKE EN DE DUNNE’, ‘A THERAPY’ en andere kortfilms van Roman Polanski

Quarantainedag 30!Therapy

Roman Polanski kent u uiteraard van magistrale langspeelfilms als ‘Repulsion’, ‘Chinatown’, ‘Rosemary’ Baby’, ‘Carnage’ of – onlangs nog – ‘J’Accuse’, maar ook op de korte afstand heeft hij al flink wat pareltjes geproduceerd.

We beginnen met ‘A THERAPY’, een korte film (of een lange reclamespot) die hij draaide voor Prada, met in de hoofdrollen Ben Kingsley en Helena Bonham Carter - geld was dus blijkbaar geen probleem voor de sjakossenfabrikant, maar het resultaat was er dan ook naar:

Dik een halve eeuw eerder maakte hij ‘DE LAMP’ (‘Lampa’, 1959), het afstudeerproject van zijn klasgenoot Krzysztof Romanowski dat door Polanski geregisseerd werd. Met dit verhaal over een poppenmaker die zijn hele hebben en houden in vlammen ziet opgaat bewijst Polanski dat hij eigenlijk niet veel meer nodig heeft dan een stel poppen om een uiterst creepy, sinistere film te creëren – een soort David Lynch-film avant la lettre, zeg maar.

Eén van zijn eigen studentenfilms was ‘LET’S BREAK THIS BALL’ (‘Rozbijemy Zabawe’), een korte sfeerschets over een stel nozems die de tijdens een jongerenfeestje de boel op stelten komen zetten.
De film dateert uit 1957, wat de zeer rock-‘n-rolle, ‘Rebel Without A Cause’- achtige sfeer en het tijdsbeeld dat van de Poolse jeugd geschetst wordt des te merkwaardiger maakt: Polen was toen nog een communistische dictatuur waar jonge rebellie niet echt op prijs werden gesteld.
Polanski speelt zelf overigens één van de party crashers.

Terug naar meer recentere tijden met ‘GREED’, een grappige, cynische nepcommercial voor een parfum dat de geur van de moderne tijd.
Met Natalie Portman en Michelle Williams.

En ten slotte hebben we ‘DE DIKKE EN DE DUNNE’ (‘Le Gros Et Le Maigre’), een cynische, bijna slapstick-achtige komedie uit 1961 over een vadsige dikzak die zijn magere knecht zwaar onder de knoet houdt, en die zelfs te lui is om te gaan pissen.
Polanski speelt zelf de rol van de knecht.

Enjoy, en blijf in uw kot!

CINEMA CORONA #29: Art & Film: EXIT THROUGH THE GIFT SHOP (Banksy)

banksy-street-art-exit-through-the-giftshop-i22525Quarantainedag 29!

Naar maandagse gewoonte hebben we vandaag in CINEMA CORONA een Art & Film in de aanbieding, zoals altijd in virtuele samenwerking met Academie Mechelen.

Op het programma staat ‘EXIT THROUGH THE GIFT SHOP’, de geweldige mockumentary van Banksy over de wereld van de street art.

Als drijvende kracht achter ‘Exit’ wordt ene Thierry Guetta gepresenteerd, een Fransman die in LA een zaak in tweedehandskleding uitbaat. Wanneer Guetta ontdekt dat zijn neef de man is die schuilgaat achter het street art-pseudoniem Invader, besluit hij diens werk te beginnen filmen.

Het is de start van wat tot een documentaire over street art moet leiden, want Invader kan Guetta in contact brengen met de bekendste namen uit het milieu, allemaal (half) in de illegaliteit en/of anonimiteit opererende artiesten en duistere collectieven die zich schuilhouden achter namen als Monsieur André, Neck Face, Poster Boy, Zevs, Shepard Fairey

Het is die Shepard Fairey die Guetta in contact brengt met de enigmatische (en ook tien jaar na het uitbrengen van de documentaire nog altijd niet ontmaskerde) grootmeester van de street art: Banksy.
Guetta slaagt er niet alleen in het vertrouwen van Banksy te winnen, hij krijgt ook de volstrekt unieke kans hem tijdens zijn activiteiten in Engeland te volgen – met een camera zelfs!

Probleem: uit de extreem belabberde kwaliteit van de geschoten ruwe footage blijkt dat Guetta wel een enthousiast veelfilmer is (hij beschikt over duizenden uren beeldmateriaal van de wereldtop van de street art), maar helaas een veelfilmer die letterlijk over geen énkel regie- of fotografietalent beschikt…

‘Exit Through The Gift Shop’ is een fenomenaal grappige, boeiende en ontregelende film: is dit nu écht een documentaire van/over de bekendste hedendaagse artiest, of neemt Banksy de kijker alleen maar 90 minuten lang in de zeik?
Wat ook het antwoord is, in beide gevallen is dit essentieel kijkvoer.

De fantastische soundtrack is van Geoff Barrow, het muzikale brein achter Portishead en BEAK>.

CINEMA CORONA #28: MENSCHEN AM SONNTAG (Robert Siodmak, Fred Zinneman, Edgar G. Ulmer, Billy Wilder)

Menschen_am_SonntagQuarantainedag 28!

Vandaag hebben we in onze CINEMA CORONA misschien wel de allermooiste mooie zondagsfilm uit de filmgeschiedenis voor u klaarstaan: ‘MENSCHEN AM SONNTAG’.

In de film volgen we gewoon de dingen die een stel Berlijners in 1930 op een zonnige zondag deden: de jonge dandy Wolfgang heeft een zondags afspraakje gemaakt met de knappe Christl, die de kost verdient als figurante in films. Bij die trip naar de Wannsee worden ze vergezeld door Brigitte (de al even knappe vriendin van Christl) en de taxichauffeur Erwin, die na een huiselijke ruzie een namiddag van zijn vriendin verlost wilde zijn.
Het geflirt dat zich tijdens een zwempartijtje en de daarop volgende picnic ontspint, verloopt echter niet in de richting die elk van de vier aanwezigen vooraf gehoopt of gewild had…

Menschen_am_Sonnatg_Brigitte_Borchers_1Het is achteraf bekeken bijna ongelooflijk dat deze film in het Berlijn van 1930 gedraaid is, nauwelijks drie jaar voor Hitler en zijn acolieten er één van de meest afschuwelijke dictaturen ever zou installeren.

Wat we in deze semi-documentaire/semi-speelfilm zien is immers niet bepaald een broeihaard van nazisme, maar een vibrerende, open, levenslustige en welvarende stad, drijvend op de energie van zelfbewuste, stijlvolle, sexy en vrijgevochten jonge mensen.

De acteurs zijn allemaal amateurs die zichzelf spelen, maar voor de makers bleek ‘Menschen am Sonntag’ het begin van een stel zéér mooie filmcarrières: bijna allemaal emigreerden ze na de machtsgreep van Hitler naar Amerika, waar Robert Siodmak, Fred Zinneman en – vooral – de briljante Billy Wilder zouden uitgroeien tot absolute topregisseurs in Hollywood, terwijl Edgar G. Ulmer enkele uitmuntende B-films afleverde (onder andere de klassieke film noir ‘Detour’ is van hem).

90 jaar na dato is ‘Menschen am Sonntag’ nog altijd een fantastisch frisse en moderne film, vol joie de vivre. Enjoy!

CINEMA CORONA #27: THE DECLINE OF WESTERN CIVILIZATION (Penelope Spheeris)

The-Decline-of-Western-CivilizationQuarantainedag 27!

In het weekend houden wij van een streepje muziek.
En voor wie door middel van die muziek ook graag nog wat door het binnenzitten opgebouwde agressie kwijtraakt, hebben we vanavond een echte treat klaarstaan in onze CINEMA CORONA.

Filmmaakster Penelope Spheeris dompelde zich eind jaren ’70 helemaal onder in de toen wild opborrelende punkscene van L.A., wat haar een regelrechte klassieker in het genre opleverde: ‘THE DECLINE OF WESTERN CIVILIZATION’.

Spheeris filmde niet alleen de op zijn zachtst gezegd nogal aparte optredens (waar de grens tussen wild enthousiasme en pure agressie steevast amper te onderscheiden was) maar volgde de punks met haar camera ook in hun dagelijkse leven, en peilde in interviews naar hun verleden, ideeën en dromen.

Daardoor geeft de film een unieke inkijk in wie pg-10-arts-decline-3de outsiders zijn die deze undergroundwereld bevolken: een bonte combinatie van kinderen uit gebroken gezinnen, jonge junkies en alcoholisten, anarchisten, weglopers, provocateurs, illegale migranten en middle class kids die uit de banaliteit van hun bestaan wilden ontsnappen, plus hier en daar een suïcidale gek en een verdwaalde psychopaat.

De soundtrack en fantastische concertbeelden worden geleverd door bands die in het genre ondertussen allemaal een legendarische status verworven hebben:
Black Flag, met hun extreem agressieve punk zowat de uitvinders én aanstokers van de hardcore.
The Germs, een band waarvan het idee leek te zijn om totale anti-muzikaliteit te combineren met chaos en zelfdestructie – dat laatste is in het geval van hun jong gestorven voorman Darby Crash uiteindelijk ook helemaal gelukt. Hun gitarist Pat Smear zou nadien dan weer bij Nirvana en de Foo Fighters terechtkomen.
– X: de groep rond het duo Exene Cervenka en John Doe was waarschijnlijk muzikaal de meest toegankelijke van de bende.
– De Circle Jerks, samen met Black Flag bedenkers van de hardcore.

Maar de chaos die zij allemaal veroorzaakten was eigenlijk allemaal maar klein bier vergeleken bij de – spoiler alert! spoiler alert! – concertbeelden die we van Fear te zien krijgen, aangevuurd door meester-trol Lee Ving: met zijn ultracynische, provocerende commentaren kreeg die het publiek zo opgejut dat er nog vóór hun optreden al een gigantische knokpartij tussen de groep, het publiek en de overactieve buitenwippers ontstond.
De rest van het – overigens prima! – concert verloopt dan ook temidden een regen van uppercuts, karatetrappen en alom in het rond vliegende rochels.
Kortom: dolle ambiance!

Als iemand u ooit nog met het cliché ‘muziek verzacht de zeden’ om de oren slaat, laat hen dan deze ‘Decline of the Western Civilization’ zien.

Een interview met Penelope Spheeris over haar werk:

CINEMA CORONA #24: Green Screen: HET MECHELS RIVIERENLAND

Quarantainedag 24!Rivierenland

Het Filmhuis heeft zijn scherm altijd graag opengesteld voor lokale filmmakers, acteurs en ander jong talent.
En uiteraard doen we online even graag hetzelfde in onze CINEMA CORONA.

Zo kunnen we u vandaag een puur Mechelse Green Screen-vertoning aanbieden: Toon Persijn, Wim Dirckx en Robbin Rooze maakten een korte documentaire over de open ruimte in het Mechels Rivierenland, die – als u de idyllische beelden bekijkt – waarschijnlijk méér de moeite van een bezoek waard is dan u zelf denkt.

Van het Zennegat tot het Mechels Broek, en van de Hondsbossen tot de Zennevallei, rond de stad en langsheen de rivieren is nog flink wat natuurgebied te vinden waar de populatie van tal van dieren- en plantensoorten welig tiert: ijsvogels, ooievaars, reeën, spechten en zelfs de lange tijd verdwenen bever floreren weer volop. Ze komen dan ook allemaal langsgelopen, -gefladderd en – gezwommen in deze bijzonder fraai gefilmde docu.

Ingesproken door Vic De Wachter, en met muziek van Lennert Boonen.

Titelanimatie: Sören Selleslagh
Mixing en foley: Eneas Mentzel 

U hebt zin in meer filmpjes over Mechelen vroeger en nu?
Slechts één adres: het ONLINE MECHELS FILMARCHIEF op onze YouTube-pagina.

CINEMA CORONA #23: ‘LAS HURDES: TIERRA SIN PAN’ (Luis Bunuel)

Quarantainedag 23!Las Hurdes4

Vandaag hebben we voor u misschien wel de eerste mockumentary uit de filmgeschiedenis, het ook nu nog altijd behoorlijk choquerende ‘Las Hurdes’, in 1933 gedraaid door de Spaanse meester-provocateur en meester-surrealist Luis Bunuel.

Bunuel maakte de film waarschijnlijk als een duistere parodie op de (vaak zeemzoeterige en pseudo-wetenschappelijke etnografische documentaires die destijds behoorlijk populair waren, met de eskimo-idylle ‘Nanook of the North’ als bekendste voorbeeld.

Bunuel zou uiteraard Bunuel niet zijn als hij aan dat genre niet zijn eigen duistere en surrealistische draai gaf: in plaats van op een exotische bestemming een oerwoudvolk te gaan opzoeken, bleef hij in eigen land en trok hij daar naar de meest verarmde regio: Las Hurdes.

Bunuel stelt Las Hurdes voor als een extreem arme streek (wat waar was), maar blies de situatie tot in het bijna belachelijk extreme op: zo beweert Bunuel niet alleen dat ze er ‘geen brood kenden’ en dat er tijdens het draaien van de film ‘geen enkel lied gehoord werd’, maar lijkt het ook alsof kinderen er midden op straat stierven, en dat malaria, waanzin en incest er tot de orde van de dag behoorden, met begrafenissen als enige vorm van vermaak.
Bovendien gooide hij daar nog wat choquerende (en in scène gezette) beelden tussen, én monteerde hij daar bij wijze van contrast een ijskoud gedebiteerde, pseudo-wetenschappelijk klinkende commentaartrack bovenop.

Het resultaat was enerzijds zo onthutsend dat de Spaanse dictator Franco de film meteen verbood (en in allerijl wegen liet aanleggen om de effectief erbarmelijke situatie in Las Hurdes wat te temperen voor de buitenwereld), en anderzijds ook zo grotesk over the top dat een flink deel van inwoners van Las Hurdes nu nóg altijd kwaad zijn over de wijze waarop Bunuel hen destijds geportretteerd heeft, getuige bijvoorbeeld dit artikel uit The Guardian.

Kortom: het soort documentaire dat alleen Bunuel kon maken.
Want, zo vond Bunuel: ‘Het doel van het surrealisme was niet een nieuwe artistieke of filosofische beweging te creëren. Het doel was de sociale orde op te blazen, en het leven zelf te transformeren.’
Opdracht volbracht, zouden we zeggen!

Waarschuwing: de film is niet geschikt voor dierenliefhebbers.

CINEMA CORONA #21: NEXT FLOOR (Denis Villeneuve)

Next_Floor
Quarantainedag 21!

Vandaag in de aanbieding: ‘NEXT FLOOR’, een ronduit briljant in beeld gebrachte korte film van de Canadees Denis Villeneuve, die nadien met films als ‘Incendies’, ‘Sicario’, ‘Prisoners’ en ‘Blade Runner 2049′ één van dé regiseurs van zijn generatie geworden is.

‘Next Floor’ – gemaakt in 2008, net voor Villeneuves steile opmars naar de top – neemt ons mee naar een bizar all you can eat-buffet voor de upper class: een festijn dat een beetje het midden houdt tussen ‘La Grande Bouffe’, ‘Delicatessen’ en de onvergetelijke Mr. Creosote-vreetpartij uit Monty Python‘s ‘Meaning of Life’.

Het sjieke etentje begint op de bovenste verdieping van een gebouw, maar dat betekent niet dat het personeel niet ook op àndere verdiepingen eten wil serveren…

Als bonus hebben we van diezelfde Denis Villeneuve ook nog een 120 seconden lange stoomcursus voor wie graag de politiek in wil: in ‘120 SECONDS TO GET ELECTED’ kom je te weten wat je het kiespubliek zoal moet beloven om verkozen te raken.

Bij wijze van grap gemaakt in 2006 (op een smartphone), maar helaas lijkt het alsof een groot deel van de huidige wereldleiders hem allemaal als een échte instructievideo gebruikt hebben: de nonsensicale en cynische ‘jobs & money’-speech had letterlijk zó uit de mond van Trump of Bolsonaro kunnen rollen.
Kijk en huiver!

CINEMA CORONA #20: MONKEY BUSINESS (HOWARD HAWKS)

Monkey_Business
Quarantainedag 20!

Vandaag in onze CINEMA CORONA: ‘MONKEY BUSINESS’, een goede oude screwball comedy met Cary Grant, Ginger Rogers én de jonge Marilyn Monroe.

De plot is – zoals dat bij een screwball comedy hoort – heerlijk onnozel: Barnaby Fulton (Cary Grant) is een bijzonder verstrooide professor die in zijn lab aan een middel werkt om eeuwig jong te blijven.
Wanneer één van de apen waarop de stoffen getest worden uit zijn kooi ontsnapt en met de proefbuisjes aan de slag gaat, slurpt de prof per ongeluk een stevige hoeveelheid van het door de aap gebrouwen drankje naar binnen. En zie: het apenbrouwsel blijkt de juiste formule te bevatten – met alle gevolgen vandien, want de bezadigde prof gedraagt zich opeens als een roekeloze adolescent.
Hij koopt zich een blitse sportwagen, en scheurt er als een gek vandoor met de knappe secretaresse (Monroe, die zich hier een absoluut fantastische comédienne toont).

‘Goofy’ is het juiste woord om deze komedie te beschrijven: knetterende dialogen en double entendres (kan het anders met Monroe in de buurt?) worden anderhalf uur lang afgewisseld met heerlijke slapstickscènes, allemaal perfect in beeld gezet door veteraan Howard Hawks.

Enjoy, en blijf in uw kot!

CINEMA CORONA #19: GATE OF FLESH (Seijun Suzuki)

Gate-of-Flesh-
Quarantainedag 19!

Vanavond hebben we een film van één van de favoriete cultregisseurs van Quentin Tarantino in de aanbieding: de Japanse grootmeester van de B-film, Seijun Suzuki.

Wie zijn ‘GATE OF FLESH’ bekijkt, ziet meteen waarom Tarantino zo’n fan van de man is: een visueel fantastische film, vol coole acteurs, met veel gestileerd geweld, een prima soundtrack (zelfs ‘De Internationale’ komt voorbij!), politiek incorrecte dialogen en een dito scenario.

Het verhaal speelt zich af in Tokio, net na Wereldoorlog II: de kapotte stad is helemaal verarmd, de de bewoners zitten in een Darwinistische ieder-voor-zich-overlevingsmodus en de enigen met geld en eten zijn de bezetters, de gehate Amerikaans GI’s die Japan de vernederende nederlaag hebben toegebracht.

Talrijke vrouwen begeven zich in de prostitutie, en in dat vak heersen een paar strikte regels. De voornaamste: als prostituée heb je met niémand gratis seks, want dat drijft voor iedereen de prijs naar beneden, iets wat de al ellendige situatie alleen maar erger maakt. En met die ongeschreven wet wordt niet gespot: wie hem toch overtreedt, mag zich aan keiharde represailles verwachten….

‘GATE OF FLESH’ werd gedraaid in 1964, maar was zijn tijd eigenlijk ver vooruit, al houdt Suzuki ons hier niet meteen het meest prettig beeld van de mensheid voor: cynici, opportunisten en sadisten (m/v) beheersen de wereld (Hallo, Trump?), en voor de rest bestaat het leven vooral uit maken van keuzes tussen pest en cholera.
Of zoals één van de personages zich luidop afvraagt: ‘Zijn we ons nu aan het prostitueren om straks te kunnen eten, of eten we om ons straks weer te kunnen prostitueren?’