CINEMA CORONA #120: CHRONIK DER ANNA MAGDALENA BACH (Straub & Huillet)

chronik_der_anna_magdalena_bachDe ene dag een lekkere biker movie met knokpartijen, verbrand rubber en leren vesten, de dag nadien een strak-minimalistische Bach-film van het intellectuelenduo Straub & Huillet?

Hey, wij zijn helemaal voor de open geest, dat moet dus kunnen in CINEMA CORONA!

In ‘CHRONIK DER ANNA MAGDALENA BACH’ portretteren Jean-Marie Straub & Danièle Huillet Johan Sebastian Bach aan de hand van het dagboek van Bachs tweede echtgenote, Anna Magdalena (gespeeld door Christiane Lang).

Verwacht géén conventionele biopic, wel integendeel: Straub & Huillet staken geen enkel drama en evenmin een plot in de film, maar verfilmden in een (meestal) statisch en strak uitgemeten beeldkader zijn muziek, live gespeeld door absolute topmusici, op antieke instrumenten en in het authentieke kader.
Tussen de vertolkingen van de composities door komt offscreen Anna Magdalena aan het woord, die in sneltreinvaart over het dagelijkse leven van Bach vertelt.

Bach zelf wordt gespeeld door de Nederlander Gustav Leonhardt, absolute wereldtop op het klavecimbel.

‘CHRONIK DER ANNA MAGDALENA BACH’ is geen aanrader voor wie over een attention span van zes seconden beschikt, of voor wie om de drie minuten zijn Instagram wil checken.
Maar wie bereid is zijn tijd te nemen om te kijken en te luisteren, is met ‘CHRONIK DER ANNA MAGDALENA BACH’ een unieke filmervaring rijker.

CINEMA CORONA #119: THE WILD ONE (Laslo Benedek)

The_Wild_OneZin in een zéér lekker weghappende zaterdagavondfilm?

Hierzie: ‘THE WILD ONE’, van Laslo Benedek, maar vooral mét Marlon Brando.

Nope, geen doorwrocht meesterwerk met een fantastische plotline, psychologisch uitgediepte personages of zelfs maar een mooi afgerond scenario, maar hey: who cares?
Niks van dat alles is namelijk van belang in deze film, en wel hierom:

1) Dit is een film met de jonge Marlon Brando, die hier de begrippen ‘charisma’ en ‘cool’ een compleet nieuwe dimensie geeft. Brando hoeft gewoon maar door beeld te lopen om àlle aandacht naar zich toe te zuigen, en die probleemloos vast te houden tot hij weer uit beeld loopt.

2) Dit is een film die al 100% rock-‘n-roll was voor de rock’-n’-roll goed en wel was uitgevonden – ‘The Wild One’ is gemaakt in 1953! Tussen haakjes: The Black Rebel Motorcycle Club haalde zijn naam bij de gang van Marlon Brando, en The Beatles kwamen naar verluidt op het idee voor hun bandnaam dankzij de naam van de rivaliserende gang uit de film, The Beetles.

3) Behalve op de toekomstige rockers oefende de film ook een tot op vandaag doorwerkende invloed en aantrekkingskracht uit op de bikers, de beatniks, de hipsters (in de jaren ’50-betekenis van dat woord) en een deel van de homogemeenschap (zoekt u het werk van Tom of Finland maar eens op). Rebellen en outsiders allerhande dus. Perfect samengevat in de klassieke dialoog uit de film: ‘Hey, Johnny, what are you rebelling against?’ Waarop Brando: ‘Whaddaya got?’

4) Als u ons laat kiezen tussen ‘The Wild One’ en ‘Easy Rider': geen discussie mogelijk, dít is de ultieme bikerfilm.

5) Neen, regisseur Laslo Benedek was geen Tarkovski of Bresson, maar wél een vakman die verdomd goed wist hoe hij een sappige en opwindende scène in beeld moest zetten, én hoe hij de vaart erin moest houden. Dat is al duidelijk van bij de openingsbeelden, waarin hij één van de motoren zowat door de camera laat rijden.

6) De zwart-witfotografie van Hal Mohr is verbluffend.

7) Geen idee wie de stylist(e) van de film was, maar als er een Oscar voor Stijl bestond, had die zeker gewonnen. ‘The Wild One’ zorgt tot vandaag voor de verkoop van leren vesten, boots, jeans, zonnebrillen en bromfietsen. En zowel Elvis als James Dean modelleerden hun stijl op die van Brando.

8) Je zou het door Brando bijna vergeten, maar de belangrijkste bijrol werd gespeeld door een ander toen opkomend jong talent: Lee Marvin. Marvin vertolkt op bijzonder amusante wijze de loudmouth die de concurrerende bikerbende aanvoert.

Eén advies dus: kijken!

Een lekker oneerbiedige maar zeer amusante recensie van de jongens van ‘From The Basement’ (OPGELET: niet bekijken vóór de film, want hun recensie is eigenlijk één lange spoiler):

 

CINEMA CORONA #117: Art & Film: DER LAUF DER DINGE (Fischli & Weiss) + THIS TOO SHALL PASS (OK Go)

This_Too_Shall_Pass_OK_GO

Hebt u tijdens de quarantaine ook zitten prutsen, schilderen, knutselen, experimenteren en sleutelen in uw garage?

Nou, tot wat dàt in een extreme vorm kan leiden lieten de jongens van OK Go ons in 2010 zien, in de volstrekt unieke clip voor hun ‘THIS TOO SHALL PASS’, een krankzinnig ingenieus en totaal verbluffend boys and their toys-werkstukje dat ondertussen aan 67 miljoen welverdiende views op YouTube zit, en dat we ook graag nog eens vertonen in onze CINEMA CORONA.

Alleen: wàs die clip van OK Go wel zo uniek?

Néén, zo leren we vandaag in onze maandagse Art & Film.
In 1987 maakte het Zwitserse kunstenaarsduo Peter Fischli & David Weiss namelijk al ‘DER LAUF DER DINGE’, een half uur durende film van hun zelfgebouwde Rube Goldberg-machine in actie, en onmiskenbaar dé inspiratiebron voor OK Go.

‘DER LAUF DER DINGE’ is een wonderlijke combinatie van kunst, scheikunde, humor, fysica, vuurwerk, knutselarij en beeldpoëzie, en was één van de hoogtepunten van de Documenta XIII in 1987 in Kassel.
De hoofdrolspelers? Een volle vuilniszak, enkele autobanden en kaarsen, wat stoelen, planken, vodden, plastic flessen en oude kranten, plus een kapotte zaag en enkele fusées voor de special effects.
Niks dat u niet in úw garage of tuinhuisje kunt vinden: aan de slag, dus!

UPDATE: de volledige film van een half uur is niet langer online beschikbaar, maar deze stevige scène is ook zeer de moeite.

Art & Film loopt zoals altijd in samenwerking met Academie Mechelen.

CINEMA CORONA #116: MASCULIN, FÉMININ (Jean-Luc Godard)

masculin_feminin_godard

UPDATE: Deze film was maar tijdelijk beschikbaar, en is niet langer te bekijken.
Maar in onze CINEMA CORONA zijn nog tal van andere boeiende titels te ontdekken.

—-
Gisteren 90 (jawel: negentig!) geworden: Jean-Luc Godard.

Dat mogen we in CINEMA CORONA natuurlijk niet zomaar laten passeren, en dus: ‘MASCULIN, FÉMININ’, één van dat rijtje compleet baanbrekende films die hij tussen 1960 en 1967 maakte, voor hij een iets té stevige tik van de communistische molen kreeg en zijn eigen carrière dynamiteerde.

In ‘Masculin, Féminin’ gooide Godard alle toen geldende regels van plot, montage en spanningsopbouw overboord, voor een speels, grappig en ook na meer dan 50 jaar nog altijd fris ogend portret van de Parijse jeugd anno 1966 – twee jaar voor de studentenrevolte.

Centraal staan Paul en Madeleine, fantastisch vertolkt door Jean-Pierre Léaud (‘Les 400 Coups’) en debutante Chantal Goya.
Paul heeft net zijn legerdienst beëindigd heeft, en wordt verliefd op Madeleine, die een carrière als yéyé-zangeres van de grond probeert te krijgen, en die samenwoont met haar vriendinnen Elisabeth en Catherine-Isabelle.

Pauls vriend Robert probeert hem mee te tronen op het revolutionaire pad, maar tussen het uitdenken van hun acties door zitten ze duidelijk toch ook met veel vragen over de vrouwen, seks en relaties. En gaan ze als het kan ook graag nog naar de film en op café.
Allemaal zijn ze ‘kinderen van Marx en Coca-Cola’, opgegroeid in de wereld van de Koude Oorlog tussen de communisten en de kapitalisten…

‘Masculin, Féminin’ is Godard op zijn meest speels: sommige dialoogscènes lijken volkomen geïmproviseerd (en zijn dat waarschijnlijk ook), de film zit vol Godardiaanse woordgrapjes en citaten, en een aantal wilde ideeën lijken zelfs pure Monty Python avant la lettre.
Voeg daarbij een flitsende montage, de Parijse sixtiessfeer en leuke cameos van Brigitte Bardot en Françoise Hardy, en je hebt een ware klassieker.

De openheid waarmee in ‘Masculin, Féminin’ over seks gepraat werd was voor 1966 overigens zéér gewaagd, en de film werd in Frankrijk dan ook verboden onder de 18 jaar. ‘Dat zijn net de mensen voor wie de film bedoeld is,’ beweerde Godard.

En dan is er ook nog dit:

CINEMA CORONA #115: LE BAL (Ettore Scola)

Le_Bal

Uitgaan op vrijdagavond is er al een tijdje niet meer bij, maar in onze CINEMA CORONA brengen we u vanavond toch graag naar de danszaal, en wel met het zààà-li-ge, grappige en bijzonder swingende ‘LE BAL’ van Ettore Scola.

Scola maakte met ‘Le Bal’ een meesterlijke, volstrekt briljante film die zich helemaal in een Franse danszaal afspeelt en waarin niet één woord gesproken wordt (er wordt alleen maar gedanst), maar waarin toch én de hele Franse (cultuur)geschiedenis van de laatste eeuw voorbijkomt én waarin op een uiterst amusante wijze de hele menselijke dierentuin te kijk wordt gezet.

Want terwijl we de muziek horen veranderen (van musette naar rock-‘n-roll, en van big band naar disco) blijft de klandizie van de zaak bestaan uit dezelfde archetypes die in essentie in niks verschillen van de archetypes die je 100 jaar geleden op het boerenbal ook al kon tegenkomen: muurbloempjes en macho’s, onderkruipers en Lamme Goedzakken, houten klazen en rubberen slangenmensen, hautaine kakmadammen en moegeleefde madame pipi’s, collaborateurs en revolutionairen, flauwe plezanten en humorloze boekhouders, flamboyante Romeo’s en schuchtere bewonderaars, ijdele ego’s en nederige garçons, hipsters en conservatieve pilaarbijters.

De acteurs/dansers zijn stuk voor stuk perfect, de soundtrack (van Vladimir Cosma) is héérlijk, de choreografie is geweldig en de regie is briljant.

Kortom: een volkomen onterecht wat vergeten meesterwerkje.
Kijken = genieten!

CINEMA CORONA #114: MARTINE TANGHE GATED DELAY VIDEORHYTHM 1-2-3-4 (Walter Verdin)

martine_tangheMartine Tanghe is met pensioen!

Zouden ze er in CINEMA CORONA iets op vinden om haar toch nog één keer op het scherm te krijgen?

Vaneigens, datte!

 

Videoartiest (en muzikant)(en grafisch artiest) Walter Verdin maakte in 1985 ‘MARTINE TANGHE GATED DELAY VIDEORHYTHM 1-2-3-4′, en dit leek ons een uitstekend tijdstip om die excellente video nog eens boven te halen.

En nu we via Martine Tanghe toch bij Walter Verdin beland zijn, wijzen we u graag ook nog op ‘CARDIOCLEPTOMANIE’, het beste nummer en dito clip van zijn groep Pas de Deux. Uit 1983, alstublieft!

Enjoy!

Meer van Verdins videowerk en muziek is te zien via zijn website.

CINEMA CORONA #113: Art & Film: EAMES: THE ARCHITECT & THE PAINTER

eames
Naar maandagse gewoonte in onze CINEMA CORONA ook vandaag weer een nieuwe Art & Film, dit keer gewijd aan het baanbrekende designerkoppel Ray en Charles Eames.

In ‘EAMES: THE ARCHITECT & THE PAINTER’ volgen we de hele carrière van de twee van bij het prille begin: Charles had architectuur gestudeerd (maar studeerde nooit af), terwijl Ray als schilder opgeleid was bij de naar Amerika uitgeweken Duitse avant-gardist Hans Hofmann.

Na hun huwelijk in de vroege jaren veertig groeide Eames Office uit tot een bruisend, renaissance-achtig laboratorium voor de naoorlogse generatie: niet alleen zouden ze duizenden fifties-woonkamers van hun legendarische Eames Lounge Chairs en andere meubelen voorzien, ze ontwierpen ook radio’s en speelgoed, stelden succesvolle tentoonstellingen samen, tekenden huizen, regisseerden meer dan honderd kortfilms, experimenteerden met zonne-energie, ontwierpen het IBM-paviljoen voor de Wereldtentoonstelling en deden duizend en één andere zaken.

En dan zwijgen we nog over Eames House, de wonderlijke woning waar ze tot aan hun dood zouden verblijven, ook vandaag nog altijd één van de hoogtepunten van de moderne  architectuur.

Hoewel alle erkenning jarenlang bijna uitsluitend naar Charles ging (het feminisme vierde niet écht hoogtij in de fifties), is ondertussen allang duidelijk dat de rol die Ray speelde minstens even belangrijk was, en worden ze zelden niét meer in één adem samen vernoemd.
Iets wat Charles alleen maar toejuichte, want zoals hij zelf zei: ‘Anything I can do, Ray can do better.’

Zet u in uw gerieflijke Eames Chaise, en enjoy!

Als bonus hebben we nog twee kortfilms van Ray & Charles Eames zelf.
‘POWERS OF TEN’ uit 1977 is een baanbrekende en zeer vaak geïmiteerde/geciteerde film die vanop een picnic in een park in Chicago uitzoomt naar de uiterste grenzen van het heelal, en vervolgens helemaal inzoomt tot op de kleinst gekende quarks-deeltjes in de hand van de man op de picnic.
De muziek is van Elmer Bernstein.

‘ERATOSTHENES’ (1961) is wat ze zelf ‘een wiskundige peep show‘ noemen, met als hoofdpersonage de oude Griek die zonder computer of satelliet bijna 2300 jaar geleden toch correct de omtrek van de aarde wist te berekenen.

Zin in meer kortfilms van Ray & Charles Eames?
U vindt ze op het YouTube-kanaal van Eames Office!

Art & Film loopt ook online altijd in samenwerking met Academie Mechelen.

CINEMA CORONA #112: TWO CARS, ONE NIGHT (Taika Waititi)

Two_Cars_One_Night_1
Vandaag in CINEMA CORONA een werkje van de bijzonder prettig gestoorde Maori Taika Waititi, acteur, stand up-comedian en regisseur van o.a. ‘Jojo Rabbit’, de vampierenkomedie ‘What We Do In The Shadows’ en een ‘Star Wars’-film die ergens in 2025 verwacht wordt.

Maar zijn regiecarrière startte in 2004 met een iéts kleiner budget en op een iéts kleinere schaal met ‘TWO CARS, ONE NIGHT’, een excellente, grappige en ontroerende kortfilm die hem meteen een welverdiende Oscarnominatie opleverde.

Het verhaal speelt zich af op de parking van een Nieuw-Zeelandse bar, waar drie Maori-kinderen zitten te wachten tot hun ouders van een avondje zuipen terugkomen (overigens is het daar blijkbaar écht de gewoonte je kinderen in de auto achter te laten terwijl je zelf aan de toog gaat hangen): in de ene wagen zitten de broers Romeo en Ed, in de andere wagen zit de jonge Polly zich te vervelen.

Romeo probeert de aandacht van Polly te trekken door haar zo grof mogelijk te beledigen, Polly beantwoordt die vraag om aandacht met de betere scheldtirade.
Ed van zijn kant is totaal niet geïnteresseerd in het spel van de twee tortelduifjes, aangezien hij later als hij groot is homo wil worden, ‘zoals Johnny Depp‘.

Het taaltje dat de kids spreken is overigens wel degelijk Engels, maar dan met een Nieuw-Zeelands-/Maori-accent dat zó moddervet is dat zelfs veel Engelstaligen eerst niet doorhadden dat het Engels was.

Maar laat dàt u vooral niet tegenhouden: zelfs voor wie geen snars van de dialogen snapt is ‘Two Cars, One Night’ een heerlijk kinderportret, grappig in zijn tristesse, en een beetje triest ondanks de overduidelijk humoristische invalshoek: ‘happy sad’, zoals Waititi het zelf omschrijft.

Enjoy!

CINEMA CORONA #111: SANDRA (aka VAGHE STELLE DELL’ORSA)(Luchino Visconti)

SandraVandaag in CINEMA CORONA: ‘SANDRA’ – of met de Italiaanse titel: ‘VAGHE STELLE DELL’ORSA’ – van Luchino Visconti.

Zoals vaker bij Visconti – zelf telg van een oud adellijk geslacht – speelt het verhaal zich af in het aristocratische milieu: de bloedmooie Sandra (rol van Claudia Cardinale) keert met haar kersverse echtgenoot Andrew Dawson (gespeeld door Michael Craig) vanuit het mondaine Genève terug naar haar provinciale geboorteplaats Volterra, om daar de onthulling van een borstbeeld ter ere van haar in het concentratiekamp gestorven vader mee te maken.

Maar terug in Toscane wordt ze geconfronteerd met haar broer Gianni (de angelieke Jean Sorel), met wie ze een duister geheim deelt. En de geesten uit het verleden dreigen de chique familie helemaal ten gronde te richten…

‘Sandra’ is Visconti’s versie van de aloude Griekse Electra-mythe, verplaatst naar het naoorlogse Italië, en opgebouwd als een Freudiaanse puzzel waarin de kijker telkens een nieuw stukje toegeworpen wordt.

De strakke zwart-wit fotografie van Armando Nannuzzi zorgt voor een tegelijk sensuele en duistere sfeer.
Voor Claudia Cardinale was dit – na ‘Rocco E I Suoi Fratelli’ en ‘Il Gattopardo’ – al de derde film met Visconti (later zouden ze samen ook nog ‘Gruppo Di Famiglia In Un Interno’ draaien).

‘Sandra’ werd in 1965 bekroond met de Gouden Leeuw op het Festival van Venetië

CINEMA CORONA #110: THE TROUBLE WITH HARRY (Alfred Hitchcock)

trouble with harryVandaag in CINEMA CORONA: ‘THE TROUBLE WITH HARRY’, zeker niet de bekendste en evenmin de beste van Alfred Hitchcock, maar misschien wel de allerleukste.

‘The Trouble With Harry’ is een heerlijke zwarte komedie die helemaal rond ene Harry draait. Niemand is echt geïnteresseerd in de man, maar het probleem met Harry: hij is dood, en ligt in een bos.

En als lijk zorgt de man voor meer problemen bij zijn naasten (en zelfs bij mensen die hij totaal niet kende) dan toen hij nog leefde…

Alle acteurs zijn hier perfect gecast, met vooral de debuterende Shirley MacLaine in een heerlijke rol als de echtgenote van Harry, en John Forsythe als de man die van gerateerde schilder plots tegen wil en dank non-stop doodgraver wordt.

Voor wie van de onderkoelde Britse humor en de seksuele innuendo’s van Hitchcock houdt, is dit anderhalf uur smullen.
‘The Trouble With Harry’ betekende bovendien de start van de samenwerking tussen Hitchcock en meestercomponist Bernard Herrmann, én werd prachtig in (Technicolor-)beeld gezet door Robert Burks.

Kortom: een ietwat vergeten maar prima Hitchcock die méér dan het herontdekken waard is.

Enjoy!

De Amerikaanse filmcriticus Ben Mankiewicz leidt de film vakkundig in: