CINEMA CORONA #150: Art & Film: de films & performances van BAS JAN ADER

Bas_Jan_Ader

Vandaag in Art & Film – zoals altijd i.s.m. Academie Mechelen – aandacht voor de films en de performances van BAS JAN ADER.

Ader (°1942) groeide op als de zoon van een predikantenkoppel dat tijdens de oorlog in het verzet actief was, en dat honderden Joden hielp onderduiken en ontsnappen: een daad waarvoor zijn vader in 1944 door de Duitsers gefusilleerd werd.

Na een mislukte studie aan de Rietveldacademie liftte Ader naar Marokko, en belandde uiteindelijk na allerlei avontuurlijke reizen in Californië, waar hij uiteindelijk zou studeren, trouwen en werken.

Van zijn gefilmde performances zijn de bekendste ongetwijfeld de ‘FALL’-serie, korte filmpjes waarin hij zich telkens op een andere manier aan de altijd winnende zwaartekracht overgeeft: door met stoel en al van een dak te vallen (‘FALL 1′).
Door in een Amsterdamse gracht te fietsen (‘FALL 2′).
Door van een metershoge boomtak in een sloot te vallen (‘BROKEN FALL (ORGANIC)’).
Of door over een kruk in de struiken te vallen (‘BROKEN FALL (GEOMETRIC)’)

Allemaal films die bekeken kunnen worden als een soort combinatie van absurdisme, surrealistische poëzie, gecontroleerde mislukking, slapstick en pure ‘Jackass’ avant la lettre – ergens halverwege tussen de ernst en de humor, tussen de lach en de traan.

Ook bijzonder invloedrijk is zijn ‘I’M TOO SAD TO TELL YOU’, een film waarin hij minutenlang onbedwingbaar zit te huilen (en waarmee hij waarschijnlijk de draak wou steken met de macho artiesten die destijds in Californië de kunstwereld beheersten).

In 1975 kwam er echter een abrupt einde aan de korte carrière (en het leven) van Ader, toen hij in een piepklein mini-bootje in recordtijd op zijn eentje de Atlantische Oceaan probeerde over te zeilen.
Hoewel Ader een bijzonder ervaren en bedreven zeiler was, en hij zelf berekend had dat de overtocht zestig (of maximum negentig) dagen zou duren, werd maandenlang niks van hem vernomen – tot meer dan een half jaar later zijn gekapseisde bootje leeg aanspoelde op de Ierse kust…

Nooit werd nog enig spoor van Ader gevonden (zijn lichaam is nog altijd spoorloos), waarna de wildste theorieën de ronde begonnen te doen: was dit de ultieme performance? Had hij zijn dood zelf in scène gezet? Misschien leefde hij nog?

Ondanks dat relatief kleine oeuvre bleef de reputatie en de invloed van het werk Ader na zijn dood alleen maar groeien, met retrospectieves van zijn werk in zowat alle belangrijke musea ter wereld.

Ontdek dat unieke werk hier zelf, in deze compilatie van zijn films/performances.
Met achtereenvolgens:
- ‘FALL 1, LOS ANGELES 1970′
- ‘FALL 2, AMSTERDAM 1970′
- ‘BROKEN FALL (ORGANIC) – AMSTERDAMSE BOS’ (1971)
‘BROKEN FALL (GEOMETRIC) – WEST KAPELLE’ (1971)
‘I’M TOO SAD TO TELL YOU’ (1971)
‘UNTITLED’ (‘Tea Party’) (1972)
‘NIGHTFALL’ (1971)

Hier een uitstekend artikel van documentairemaker René Daalder over (het werk van) Bas Jan Ader: ‘BAS JAN ADER IN THE AGE OF ‘JACKASS”
http://www.basjanader.com/dp/Daalder.pdf

Een artikel in The Guardian:
‘Ader had the shortest heyday – about five years – and left very few works, but everything he made was pensive, beautiful and delicately suspended between tears and laughter’
https://www.theguardian.com/artanddesign/2006/apr/30/art1

En nog een korte docu over zijn werk:

Meer weten?
Bezoek de website van Bas Jan Ader!

CINEMA CORONA #147: SPEEDY (Ted Wilde)

Speedy
Mag er in deze tijden van eindeloos geklàààg en gezààààg ook nog eens hartelijk gelachen worden, zo tussen de non-stop rampspoedberichten door?

We zouden denken van wel, en daarom hebben we vandaag de heerlijke Harold Lloyd-comedy classic ‘SPEEDY’ voor u klaargezet.

Harold ‘Speedy’ Swift is een hardwerkende en vakkundige garçon in een populaire ijssalon, maar hij heeft één probleem: hij is volledig geobsedeerd door baseball.
En dan vooral door zijn favoriete team, de New York Yankees.
En dan vooral door zijn grote held uit dat favoriete team, de levende legende Babe Ruth.

Zijn baseballobsessie heeft hem al tal van andere jobs gekost, en ook in de ijssalon kan hij het – ondanks dure beloftes aan zijn vriendinnetje Jane Dillon – niet laten tijdens zijn werkuren de wedstrijden op de voet te volgen.

Waarna het onvermijdelijke gebeurt: hij verliest ook zijn baan in de ijssalon….

Zijn laatste reddingsboei is een job als taxichauffeur. Terwijl hij gehaaste New Yorkers vervoert, moet hij bovendien een oplossing zien te bedenken voor zijn geliefde Jane: haar lieve grootvader Pop beheert de allerlaatste paardentram van New York, maar aangezien iedereen nu in auto’s en metro’s door de stad scheurt, staat het gezapige familiebedrijf van Pop aan de rand van de ondergang.

‘SPEEDY’ is één van de vele briljante comedy-films uit de stille film-periode, met Harold Lloyd in topvorm, en een opeenstapeling van geweldige gags, jokes en grappen in alle vormen, soorten en maten.

Zelfs nog voor we het eerste beeld te zien krijgen, valt er al te lachen met het eerste tekstpaneel: ‘New York, where everybody is in such a hurry that they take Saturday’s bath on Friday so they can do Monday’s washing on Sunday!’

Deze heerlijk voortswingende film werd gemaakt in 1928, en straalt dan ook volledig de levenslust, groei en zorgeloosheid van de roaring twenties en de jazz age uit: de Eerste Wereldoorlog is allang voorbij, en de Tweede is nog ver weg, de beurzen zijn nog niet gecrasht en iedereen geniet met volle teugen van de economische boom.

Twee lekkere bonusweetjes:
1) ‘SPEEDY’ bevat het eerste bewegende beeld van een mens die zijn middenvinger toont: Harold Lloyd geeft het welbekende ‘fuck you’-gebaar aan zichzelf in een spiegel in het spiegelpaleis.

2) Regisseur Ted Wilde werd voor deze film genomineerd voor de allereerste Oscars in 1928, als Beste Comedyregisseur (dat was toen een aparte categorie – en hij verloor van Lewis Milestone)

De soundtrack bij deze versie wordt gespeeld op het Willis-orgel van het Alexandra Palace, net zoals in de good old days.

CINEMA CORONA #146: Art & Film: LUCIAN FREUD: PAINTED LIFE

Lucian_Freud_Painted_Life‘LUCIAN FREUD: PAINTED LIFE’ is zo ongeveer létterlijk de definitieve documentaire over één van de giganten van de schilderkunst in de twintigste eeuw: de film werd met de zegen van Freud zelf vlak voor zijn dood (in 2011) gemaakt, en bevat unieke beelden van de man aan het werk in zijn atelier.

Lucian Freud – overigens een kleinzoon van Sigmund – werd in 1922 geboren in Berlijn, maar ontvluchtte in 1933 met zijn ouders het naziregime, richting Engeland.

Na zijn studies daar ontstond een vriendschap met Francis Bacon, en bouwde hij een eigenzinnige schilderscarrière uit, geïnspireerd door het expressionisme en surrealisme, maar totaal wars van alle modes en trends in de kunstwereld: Freud zou altijd figuratief blijven werken, en zich blijven verdiepen in de portretkunst.
Mogelijk heeft dat er mee voor gezorgd dat hij pas in het laatste deel van zijn leven de verdiende erkenning en roem zou krijgen (en de – we kunnen er niet naastkijken – krankzinnig hoge verkoopsprijzen).

In ‘LUCIAN FREUD: PAINTED LIFE’ krijgen we getuigenissen van tal van intimi, nauwe vrienden (onder andere David Hockney komt aan het woord), kunsthandelaars en zijn bijzonder uitgebreide familie te horen – volgens de laatste tellingen had Freud minstens veertien kinderen bij diverse vrouwen en minaressen.
Het resultaat is tegelijk een biografie van de man én een unieke kijken achter de schermen van zijn creatieve proces.

Een BBC-documentaire uit 2012 van Randall Wright, met de stem van Rufus Sewell.

Art & Film loopt zoals altijd i.s.m. Academie Mechelen.

CINEMA CORONA #145: INCIDENT BY A BANK (Ruben Östlund)

Incident_By_Bank
Hoe een bankoverval in zijn werk gaat weten we allemaal uit de films, toch?

Dat dacht ook ‘The Square’-regisseur Ruben Östlund, tot hij in 2006 in Stockholm samen met zijn producer op weg was naar een meeting, en onderweg ooggetuige was van een échte bankoverval.

Die bizarre en surrealistische ervaring bleek in niets op de standaard-bankoverval-film in zijn hoofd te lijken, en dus creëerde hij zijn eigen ervaring na in ‘INCIDENT BY A BANK’, een in één shot gefilmde kortfilm die de kijkers niet meeneemt met de overvallers of de slachtoffers van de roof, maar met de toeschouwers.

De overvallers zijn knullig, amateuristisch en Comedy Capers-achtig onnozel (en levensgevaarlijk onbekwaam), de toeschouwers zijn noch paniekerig, noch heroïsch (maar alles met hun smartphone filmen doen ze uiteraard wél) en verder draait het leven gewoon door (die feestbus met een stel halfnaakte, zuipende en hossende Zweden die tijdens de overval nietsvermoedend en doodgemoedereerd voorbijrijdt is een hilarisch detail).

En verder blijkt er bij een echte bankoverval geen plot te zijn, en blijft zowel de echte als de cinemakijker dus achter met het u vast welbekende ‘What the fuck heb ik hier net gezien?’-gevoel.

Op de Berlinale bekroond met de Gouden Beer voor Beste Kortfilm .

Meer kortfilms, speelfilms en documentaires?
Check de rest van ons aanbod in CINEMA CORONA.

CINEMA CORONA #144: IL BIDONE (Federico Fellini)

Il_Bidone
Martin Scorsese
 herinnerde ons gisteren in een nieuw essay nog eens aan de volstrekt unieke films van Federico Fellini, en dus bieden wij u vandaag in onze CINEMA CORONA met plezier ‘IL BIDONE’ aan.

Niet zo bekend als ‘LA STRADA’, ‘8 1/2′ of ‘LA DOLCE VITA’, maar geloof ons: een even magistrale film.

Het verhaal draait rond een stel oplichters die met zeer veel flair maar zonder enige scrupule mensen van hun geld afzetten, en het vervolgens weer met evenveel flair verbrassen in nachtclubs en restaurants.

De oudste en leider van het stel is Augusto, die bijgestaan wordt door twee jongere oplichters: Roberto en ‘Picasso’, die door iedereen zo genoemd wordt omdat hij ambities als schilder heeft.
De drie zetten zwendel na zwendel op, zonder rekening te houden met de gevolgen of wie hun slachtoffers zijn. Zo doen ze zich bij een diepgelovige arme boerin zéér overtuigend voor als een kardinaal, zijn chauffeur en een hulppastoor om haar een pak geld te ontfutselen.

Maar wanneer Augusto na zeer lange tijd nog eens per toeval zijn dochter tegen het lijf loopt, begint hij toch voor het eerst te beseffen wat hij anderen aangedaan heeft…

‘IL BIDONE’ toont Fellini in absolute topvorm: il Maestro maakt van zijn antihelden geen cartoonschurken maar mensen – foute en feilbare mensen, weliswaar, maar: mensen.
Alle acteurs zijn geweldig gecast: Broderick Crawford is spot on in de scène als kardinaal, Richard Basehart en Franco Fabrizi zijn perfect als zijn wat jongere helpers, en dan zwijgen we nog over de altijd geweldige Giulietta Masina als de echtgenote van ‘Picasso’ (en in het echt de echtgenote van Fellini).
Plus uiteraard het fantastische fotografie van cameraman Otello Martelli en de muziek van – wie anders?- Nino Rota.

Enjoy!

(Engelse of Franse ondertitels aanschakelen kan door onderaan op ‘Instellingen’ te klikken en ‘Engels’ of ‘Frans’ te kiezen:)

CINEMA CORONA #143: THE HITCH-HIKER (Ida Lupino)

The_Hitch-Hiker
Hollywood is zéér lange tijd een plaats geweest waar zo goed als exclusief mannelijke regisseurs aan de bak kwamen.

Daarom dat we u vandaag in onze CINEMA CORONA zeer graag het uitmuntende misdaaddrama ‘THE HITCH-HIKER’ presenteren, in 1953 gemaakt door Ida Lupino.

De in Engeland geboren Lupino groeide op in een theaterfamilie, en startte zelf ook al op zeer jonge leeftijd met acteren.
In de jaren ’30 maakte ze de oversteek naar Hollywood, waar ze – zoals ze zichzelf graag lachend omschreef – tot ‘the poor man’s Bette Davis uitgroeide: Lupino moest zich vaak tevreden stellen met de rollen die door superster Bette Davis geweigerd werden.

Tot een echte Hollywoodster groeide ze – ondanks haar prima acteerprestaties – echter niet uit, en bovendien deinsde ze er niet voor terug geregeld in de clinch te gaan met de uiterst machtige studiobaas Jack Warner.
Dat leidde er uiteindelijk toe dat ze samen met haar man een eigen productiefirma oprichtte om zelf (prima) low budgetfilms te gaan maken, waarvan deze ‘THE HITCH-HIKER’ één van de allerbeste is.

Het verhaal draait rond twee vrienden die een tripje naar Mexico maken om daar te gaan vissen. Onderweg pikken ze een lifter met autopech op, maar dat blijkt een slecht idee: de lifter blijkt een psychopaat te zijn die voordien al enkele andere chauffeurs vermoord heeft, en die nu via Mexico aan de Amerikaanse politie wil ontkomen…

De film is losjes gebaseerd op het waargebeurde verhaal van ene Billy Cook: die vermoordde in het begin van de fifties eerst een familie van vijf en een verkoper, en hield daarna een sheriff en twee anderen gegijzeld.
Cook werd uiteindelijk gearresteerd en zou voor zijn moorddadige trip uiteindelijk de doodstraf krijgen: hij stierf in de gaskamer van de beruchte San Quentin-gevangenis.

Ida Lupino toont zich in ‘THE HITCH-HIKER’ een ronduit excellente en uiterst trefzekere regisseuse, die met een minimum aan middelen een maximum aan sfeer, stijl en rendement weet te creëren: de film grijpt de kijker vanaf het eerste beeld (een briljant geregisseerde offscreen-moordscène) meteen stevig bij de keel, en laat die vervolgens geen seconde meer los.

William Talman is uitmuntend als de paranoïde psychopaat, Edmond O’Brien en Frank Lovejoy als de twee vrienden die van hem af moeten zien te komen.
Het fraaie zwart-wit camerawerk is van Nicholas Musuraca, die mee de stijl van de film noir hielp uitvinden.

‘The Hitch-Hiker’ is ondertussen mee opgenomen in de prestigieuze National Film Registry, de lijst met de allerbeste Amerikaanse films die voor het nageslacht bewaard worden in de Library of Congress.

Enjoy!

Een inleiding door Mark Cousins (BBC):

CINEMA CORONA #142: Art & Film: THE THREAD (Hans Op de Beeck)

(c) Studio Hans Op de Beeck

(c) Studio Hans Op de Beeck

 

Vandaag richten we in onze wekelijkse Art & Film de aandacht op het werk van Hans Op de Beeck (Turnhout, 1969).

 

Op de Beeck gebruikt in zijn universum de meest uiteenlopende kunstdisciplines – hij maakt schilderwerken, sculpturen, tekeningen, foto’s, films, (vaak monumentale) installaties…. – om zijn beelden te laten doordringen in alle mogelijke zintuigen van de kijker.

Op de Beecks werk was niet alleen te zien op de Biënnale van Venetië, Tate Modern of Bozar, maar ook in het (niet minder gerenommeerde) Filmhuis Mechelen: yep, in 2017 was hij één van de allereerste gasten op onze Art & Film-serie, toen hij bij ons met een Artist Talk zijn ‘NIGHT TIME’ en ‘STAGING SILENCE’ kwam voorstellen (klik op één van de titels om die films te herbekijken).

Vandaag presenteren we u drie andere werken van Op de Beeck – waarmee meteen duidelijk wordt hoe breed zijn filmisch palet is, want alle drie zijn ze in een compleet andere vorm en stijl gemaakt: een poppenfilm, een animatiefilm en een pseudo-documentaire presentatie.

Het enig mooie ‘THE THREAD’ dateert uit 2015, en gaat over een punkmeisje en -jongen die samen oud worden.
De hoofdpersonages in dit (tragische) liefdesverhaal worden vertolkt door poppen die bewogen worden door anonieme, in het zwart gehulde puppeteers – zoals dat in het traditionele Japanse bunraku-theater gebruikelijk is.

‘EXTENSIONS’ is een korte animatiefilm in zwart-witwaterverf uit 2009, gebaseerd op beelden die hij op het internet vond en uit documentaires haalde.
Op de Beeck: ‘De film stelt onze geglobaliseerde en door technologie gedreven maatschappij voor als een duistere, donkere droom waarin de individuen zich staande trachten te houden door rituelen en vaste gewoontes.’

‘THE COLLECTOR’S HOUSE’ (2016) is een video over zijn gelijknamige monumentale installatie die bestaat uit een soort enorme ontvangstkamer van een welstellende collectioneur die twijfelt tussen kunst en kitsch: we zien niet alleen een enorme bibliotheek en de obligate vleugelpiano, maar ook tal van kunstwerken, sculpturen en een binnenvijver (met gesculpteerde bloemen).
Her en der merkt de aandachtige toeschouwer ook nog de resten van een stevig feestje op: pizzadozen, bierblikjes, jassen en volle asbakken.

Bij wijze van bonus gooien we er nog een filmpje van de échte opening van ‘THE COLLECTOR’S HOUSE’ op Art Basel er bovenop, dé beurs voor collectioneurs.
Zoek de zeven verschillen!   :-)

ACADEMIE_logo_blauw_langEnjoy!

Meer Hans Op de Beeck?
Bezoek zijn website!

Meer CINEMA CORONA?
Klik HIER!

Art & Film loopt zoals altijd i.s.m Academie Mechelen.

CINEMA CORONA #141: ALLEMAN + ZOO (Bert Haanstra)

Alleman_1

Aangezien vandaag de Zoo weer open mocht, nemen we u in CINEMA CORONA vandaag mee op een uitstapje naar de menselijke dierentuin.

En om al die rare vogels, arme schapen, domme kalveren en koppige ezels te portretteren is er geen betere observator dan de Nederlandse documentairemaker Bert Haanstra: vandaag helaas bijna vergeten, maar tijdens zijn leven (1916-1997) een regisseur die met een Oscar, een Gouden Beer én een Grand Prix in Cannes bekroond werd.
De man was bovendien bevriend met Jacques Tati, met wie hij aan ‘Trafic’ werkte.

Hoog tijd om Haanstra te herontdekken dus, en dat doen we met ‘ALLEMAN’, een documentaire waarin hij op komische wijze het Nederland van 1963 portretteerde, en waarmee hij toen een enorme hit scoorde (het zou de best scorende Nederlandse documentaire aller tijden worden).

Wat we zien is eigenlijk niks speciaals – Nederlanders op de markt, Nederlanders op café, Nederlanders op het strand, Nederlanders aan het werk, Nederlanders in het stadion, Nederlanders in de kerk, Nederlanders op het carnaval… – maar door zijn scherp oog voor komedie weet Haanstra van elke alledaagse scène toch iets fascinerends en grappigs te maken.
Bovendien worden zijn beelden begeleid door droogkomische commentaar van geestesgenoot en collega-mensenobservator Simon Carmiggelt, die de teksten schreef en zelf insprak.
De soundtrack is van Otto Ketting.

Wat de film extra interessant maakt is dat hij dateert uit 1963, net voor de provo’s en hippies Holland een compleet ander en veel rebelser imago zouden geven: wat we hier zien oogt dus een stuk kneuteriger dan wat we ons doorgaans bij ‘Nederland in de jaren zestig’ voorstellen.
In dat opzicht is het zeer boeiend om ‘ALLEMAN’ te bekijken in combinatie met  ‘EEN FOTOGRAAF FILMT AMSTERDAM’, een kleine twintig jaar later gemaakt door Ed van der Elsken.

‘ALLEMAN’ werd bekroond met de Gouden Beer op het Festival van Berlijn, en genomineerd voor een BAFTA Award én de Oscar voor Beste Documentaire.

De Nederlandstalige versie, met de tekst en stem van Simon Carmiggelt:

De Engelstalige versie (‘THE HUMAN DUTCH’), in excellente 4K beeldkwaliteit, maar helaas zonder commentaar van Simon Carmiggelt; Haanstra sprak hier zelf de Engelse tekst in (doorklikken naar YouTube om de film te zien).

BONUS: ‘ZOO’, een grappige korte film van Haanstra over Artis, de zoo van Amsterdam. Of beter gezegd: over de mensen die die zoo bezoeken.
Gemaakt in 1961, de muziek is van Pim Jacobs.

De website van Bert Haanstra: http://www.berthaanstra.nl/nieuws.html

CINEMA CORONA #140: HUMAN DESIRE (Fritz Lang)

Human_Desire_1
De Duitse grootmeester Fritz Lang specialiseerde zich zowat zijn hele carrière, euh, lang in het verfilmen van de duistere kanten van het menselijke bestaan.

Dat is niet anders in onze CINEMA CORONA-film van vandaag: ‘HUMAN DESIRE’, een adaptie van ‘La Bête Humaine’ van Emile Zola.
Van bij de eerste scène – gefilmd vanop een stevig doorkachelende trein – weet u: yés, we zijn vertrokken voor een spannende rit van anderhalf uur!

Hoofdpersonage is de machinist Jeff Warren (rol van Glenn Ford), die van de oorlog in Korea is teruggekeerd en zijn oude job weer heeft opgenomen.
Wanneer hij tijdens een trip een korte romantische ontmoeting heeft met een aantrekkelijke vrouw (een excellente Gloria Grahame), raakt hij buiten zijn wil om verstrikt in de huwelijks- en andere problemen van een (ex-)collega: de vrouw blijkt immers de echtgenote van Carl Buckley (Broderick Crawford), een jaloerse bullebak met een bijzonder kort lontje en losse handjes, die de dag voordien ontslagen is door de treinmaatschappij.

‘HUMAN DESIRE’ is een excellente film noir annex misdaaddrama, waar Langs totale vakmanschap vanaf spat: Gloria Grahame is de zeer overtuigende femme fatale van dienst, en de spil in een al even fatale driehoeksrelatie.
De treinachtergrond geeft de film letterlijk en figuurlijk een razende vaart, mede dankzij het knappe camerawerk is van Burnett Guffey.

Enjoy!

(Voor de fans: ‘La Bête Humaine’ was eerder al briljant verfilmd door de al even grote Jean Renoir, met Jean Gabin en Simone Simon in de hoofdrollen)

Actrice Ileana Douglas legt met verve uit waarom u zeker moet kijken:

CINEMA CORONA #139: INCOHERENCE (Bong Joon-Ho)

incoherence-1
Met het terecht onder prijzen, loftuigingen en enthousiaste kritieken bedolven ‘Parasite’ maakte de Koreaan Bong Joon-Ho onbetwistbaar één van de beste films van de laatste jaren, maar de Filmhuisbezoeker kon uiteraard al veel eerder zijn talent bij ons ontdekken: al in 2004 (wat vliegt de tijd!) programmeerden we zijn magistrale ‘Memories of Murder’, en sindsdien zijn we de man nauwlettend blijven volgen.

In onze CINEMA CORONA graven we vandaag nog wat verder in zijn verleden, tot helemaal in het begin van zijn carrière, ondertussen ook alweer een kwarteeuw geleden.

De film waarover we het hebben heet ‘INCOHERENCE’, een in vier episodes opgebouwde prent waarin drie mannen dingen doen die op het eerste zicht volstrekt niks met elkaar te maken.
De eerste is een hoogdravende prof die graag Adorno citeert, maar die tussen de werkuren door ook al eens graag in een pornoboekje kijkt, en die fantasieën heeft over een knappe studente van hem.
De tweede is een jogger met een melk-fixatie.
En de derde is een bezopen man die na cafébezoek op weg naar huis zéér dringend naar het toilet moet. En – je zal het altijd zien – uiteraard geen openbaar pissijn in de buurt!

En die vierde episode? Wel, die moet u absoluut zelf ontdekken, we gaan hier niks spoilen.

‘INCOHERENCE’ is het no budget-debuut van Bong Joon-Ho, en kampt dus met alle beperkingen vandien, maar zijn talent is wel meteen duidelijk: hij weet hoe hij een verhaal moet vertellen, de humor is droog en on point, en bovendien heeft hij ook nog eens een verrassende finale in petto.

Kortom: enjoy!

Meer weten over de wereld van Bong Joon-Ho?
Bekijk dit filmpje: