CINEMA CORONA #175: ACTION VÉRITÉ (François Ozon)

action_verite
Ook grote regisseurs zijn ooit onbekende debutanten geweest, en vaak is het interessant te ontdekken hoe zij ooit hun eerste stappen in de filmwereld zetten.

Zo kon u in CINEMA CORONA eerder al een amateurfilm van Quentin Tarantino bekijken (‘MY BEST FRIEND’S BIRTHDAY’), zien wat Thomas Vinterberg een kwarteeuw geleden maakte (‘LAST ROUND’) of het bijzonder straffe debuut van Ari Aster zien (‘THE STRANGE THING ABOUT THE JOHNSONS’).

En vanavond hebben we één van de eerste films van Filmhuisfavoriet François Ozon voor u klaarstaan: ‘ACTION VÉRITÉ’, een kortfilm die hij draaide in 1994.

De setting is simpel: vier tieners die op een slaapkamer een spelletje ‘truth or dare’ spelen. En de opdrachten gaan – wat had u gedacht – al snel de richting ‘seks’ uit.

Tot één opdracht totààl anders uitpakt dan gedacht…

‘ACTION VÉRITÉ’ is uiteraard zeer lowbudget gemaakt, maar toch is Ozons talent meteen herkenbaar: met zijn regie houdt hij de aandacht de hele tijd strak vast, en het einde mag er zijn.

(Engelse ondertitels aanschakelen kan door onderaan op YouTube op ‘instellingen’ te klikken en Engels te kiezen)

CINEMA CORONA #174: THE HUSTLER (Robert Rossen)

The_Hustler
Met het fantastische ‘THE HUSTLER’ presenteren we vandaag in CINEMA CORONA misschien wel de allerbeste film uit de sowieso toch al niet misse carrière van Paul Newman .

In ‘THE HUSTLER’ speelt Newman met veel bravado ‘Fast Eddie’ Felson, een extreem getalenteerde poolspeler zijn geld verdient door her en der in bars voor geld tegen lokale biljarters te spelen, die hij tot hoge inzetten drijft door zich voor te doen als een knoeier.

De combinatie van zijn talent met stevig drankgebruik en een hanige attitude bezorgen hem algauw een reputatie in het wereldje van de hustlers, én leiden ertoe dat hij in zijn overmoed poollegende Minnesota Fats tot een match voor een extreem hoge inzet uitdaagt.

Na een partij van 24 uur tegen de sluwe oude vos verliest Fast Eddie echter zowat alles wat hij heeft: zonder geld of manager en met een totaal geknakt zelfvertrouwen moet hij een nieuwe toekomst voor zichzelf proberen op te bouwen…

Wat volgt is een meesterlijk psychologisch epos over vallen en opstaan, over je ziel verkopen en over je integriteit behouden.

Met ‘THE HUSTLER’ maakte regisseur Robert Rossen een quasi-perfecte film: het scenario en de dialogen zijn magistraal, de casting is geweldig (naast Newman spelen George C. Scott, Piper Laurie en Jackie Gleason de pannen van het dak), de lekkere, sleazy jazz-soundtrack van Kenyon Hopkins zet perfect de sfeer, en het camerawerk van de oude Duitse grootmeester Eugen Schüfftan werd terecht met een Oscar bekroond (Schüfftan was een man die in de jaren dertig al meesterwerken als ‘Metropolis’ en ‘Die Nibelungen’ had gedraaid).

Martin Scorsese was zó onder de indruk van ‘THE HUSTLER’ (uit 1961) dat hij er met ‘THE COLOR OF MONEY’ (uit 1986) een vervolg op draaide, waarin Paul Newman zijn poolkennis doorgeeft aan zijn opvolger, gespeeld door Tom Cruise.
Oók een prima film, maar zo goed als het origineel? Nope: Newman blijft voor eeuwig en altijd de enige echte hustler.

Karyn Kusama verzorgt de vakkundige inleiding:

CINEMA CORONA #173: SAVE RALPH (Spencer Susser)

Save_Ralph

Vandaag in CINEMA CORONA: ‘SAVE RALPH’, een gloednieuwe stop motion-kortfilm van Spencer Susser, die voor de stemmetjes een enkele Zéér Bekende Namen wist te strikken.

Niet iedereen krijgt Ricky Gervais en Taika Waititi zover dat ze aan zijn kortfilm willen meewerken, maar hey: ten eerste is dit een bijzonder straf stop motion-filmpje, en ten tweede wilden Gervais en Waititi graag meedoen omdat ze zich al lang inzetten tegen dierenleed.

De Ralph uit de titel is namelijk een halfblind konijn dat door een documentaire-cameraploeg gevolgd wordt.

Die ploeg volgt Ralph niet alleen bij hem thuis, maar ook op zijn werk. En dat werk blijkt zich in een testlab voor menselijke cosmetica te bevinden…

Kunnen Ralph en zijn collega-proefkonijnen nog gered worden?

Ontdek het antwoord hier:

CINEMA CORONA #172: EASY RIDERS, RAGING BULLS (Kenneth Bowser)

Easy_Riders_Raging_Bulls
Vandaag in CINEMA CORONA ‘EASY RIDERS, RAGING BULLS’, een essentiële documentaire over het stukje filmgeschiedenis waar eigenlijk ook Tarantino‘s ‘Once Upon A Time… In Hollywood’ over ging: het einde van het oude Hollywood-studiosysteem, en de opkomst van een nieuwe, jonge, ambitieuze en brutale generatie filmmakers.

Hun verhaal begint in de sixties, op een moment dat de oude studiobazen – allemaal bejaarde mannen uit een vervlogen tijdperk – stilaan de weg helemaal zijn kwijtgeraakt: terwijl in Europa de cinema helemaal overhoop wordt gegooid door opwindende nieuwlichters en visionaire talenten als Godard, Ingmar Bergman, Louis Malle, Antonioni en Fellini, stort in Amerika het studiosysteem – mede door de opkomst van de televisie – helemaal in.

Een generatie jonge Amerikaanse filmmakers kijkt met bewondering naar die Europese films, en leert ondertussen het vak al doende.

Velen doen dat niet binnen de grote klassieke studio’s, maar in de lowbudgetstudio van producer/regisseur Roger Corman, die niet alleen een geweldig oog voor jong talent blijkt te hebben, maar die dat talent ook vrijelijk zijn gang laat gaan met het maken van goedkope biker movies, horrorprenten, racefilms en andere B-films die hij aan de toen zeer populaire drive in-cinema’s kon slijten.

Het is uit die rare mix dat regisseurs als Martin Scorsese (‘Taxi Driver’, ‘Raging Bull’…), Francis Ford Coppola (de ‘Godfather’-trilogie, ‘Apocalypse Now’…), Peter Bogdanovich (‘The Last Picture Show’), George Lucas (‘Star Wars’), Arthur Penn (‘Bonnie and Clyde’), Steven Spielberg (‘Jaws’) en William Friedkin (‘The Exorcist’) tevoorschijn komen, allemaal unieke talenten die in de seventies stormenderhand de bioscopen overal ter wereld zullen veroveren.

Deze groep movie brats bestaat echter niet alleen regisseurs met een geweldig filmtalent: ze zijn vaak ook gezegend met een gigantisch groot ego, en van excessen allerhande zijn ze evenmin vies, wel integendeel!
Dit is de generatie die niet alleen opgegroeid is met sex, drugs & rock’n’roll, maar die er in sommige gevallen ook ten onder zal aan gaan…

De documentaire is gebaseerd op het gelijknamige en bijzonder geruchtmakende boek van Peter Biskind, die er nadien van beschuldigd is in de keuze van zijn quotes en getuigen alleen maar op de meest vettige aspecten en spectaculaire details te hebben gefocust.

Kan zijn, maar dat maakt het boek én deze documentaire niet minder essentieel.

Kijken, dus!

CINEMA CORONA #171: REBECCA (Alfred Hitchcock)

Rebecca_1
Vandaag hebben we in CINEMA CORONA ‘REBECCA’ voor u klaarstaan, Alfred Hitchcocks eerste film in Hollywood – en wat voor één!

‘REBECCA’ is gebaseerd op het gelijknamige boek van Daphne du Maurier, en gaat over een jonge vrouw die als gezelschapsdame van de oude mevrouw Van Hopper meegaat naar het mondaine Monte Carlo.

Daar ontmoet ze de rijke weduwnaar Maxim de Winter, met wie ze al na enkele weken in Monte Carlo trouwt. In Manderley, de Winters villa in Cornwall, wacht er echter een mysterie op de jonge Mrs. de Winter…

De film won in 1941 zowel de Oscar voor Beste Film als voor Beste Camerawerk (de beelden die cameraman George Barnes schoot zijn inderdaad a-dem-be-ne-mend).

Ook de twee hoofdrolspelers, Laurence Olivier en Joan Fontaine, werden allebei genomineerd, voor Beste Acteur en Beste Actrice, maar vielen naast de prijzen.

En Hitchcock zelf werd gewoon nóóit bekroond met een Oscar – op het einde van zijn carrière moest de Academy hem uit eerlijke schaamte voor deze krankzinnige misser nog snelsnel een ere-Oscar geven.

Whatever: het maakt ‘Rebecca’ geen minder meesterlijke film. Hitchcocks suspense wordt hier gecombineerd met romantiek, en uiteraard is hij ook hier weer in één van zijn befaamde cameo’s te zien, zij het wel een zeer korte. Een gratis vaccin voor wie hem kan vinden!

En nog wat achtergrond bij ‘Rebecca’ in deze analyse:

CINEMA CORONA #169: Art & Film: LOUISE BOURGEOIS: SPIDERWOMAN

Louise_Bourgeois_SpiderwomanIn de internationale kunstwereld is Louise Bourgeois een volstrekt unieke figuur: in 1911 geboren in Parijs maakte ze van dichtbij zowat élke moderne kunststroming mee, zonder dat ze zelf ooit tot een club wilde behoren.

Na een (ongelukkige) jeugd in een welstellende tapijtweversfamilie werd ze eerst assistente van Fernand Léger, en leerde ze later zowel Marcel Duchamp als de surrealisten persoonlijk kennen.

Léger zette haar op het pad van de sculpturen, maar van Duchamp en surrealistenpaus André Breton (en het exclusieve mannenclubje dat hij rond zich had verzameld) had ze – met haar altijd ongezouten mening – een veel minder hoge pet op.
‘Duchamp had mijn vader kunnen zijn,’ beweerde ze (maar dan moet u wel weten dat haar vader liever een zoon wou en haar die uiterst ongelukkige jeugd bezorgde). En Breton vond ze een pompeuze twat.

Net voor de tweede wereldoorlog uitbrak verhuisde ze met haar Amerikaanse echtgenoot naar New York. Hoewel ze daar aanvankelijk enig succes kende, en ondanks haar vriendschap met artiesten als Willem de Kooning, Barnett Newman en Mark Rothko, deemsterde de aandacht voor haar werk -vaak geïnspireerd door het onderbewuste, haar jeugdtrauma’s, haar insomnia en seksuele beelden – helemaal weg in de jaren ’50, ’60 en ’70.

Die belangstelling kwam er pas op een leeftijd dat andere artiesten op pensioen gaan: haar eerste echt grote expo kreeg ze pas op 71-jarige leeftijd in het MoMA, bij de expo op de Documenta IX in Kassel was ze zelfs al 78. Het beeld waarmee ze het bekendst werd – de gigantische spinnen-sculptuur ‘Maman’ – maakte ze toen ze al diep in de tachtig was.

Niet dat die leeftijd voor haar veel uitmaakte, want ze zou bijna honderd worden en bleef tot aan haar dood bijzonder actief, én betrokken bij jonge artiesten: die mochten elke zondagnamiddag bij haar langskomen op een salon, waarop ze haar ongezouten mening en advies over de werken gaf – alleen al de unieke beelden van de gesprekken op zo’n salon zijn al het bekijken van deze uitermate boeiende documentaire waard.
Doén!

BONUS: voor wie nog meer over Louise Bourgeois wil weten, is er deze even uitstekende biografische docu uit 1993 over haar leven en werk, verteld in een uitgebreid interview met de artieste zelf.
(in het Frans)

Art & Film loopt zoals altijd in samenwerking met Academie Mechelen.

CINEMA CORONA #168: HOPPTORNET (TEN METER TOWER) (Axel Danielson & Maximilien Van Aertryck)

hopptornet_ten_meter_tower_De spannendste psychologische thriller, de grappigste stuntelkomedie, het beste relatiedrama én de beste documentaire over menselijke angst in één: het geweldige en zéér fascinerende ‘HOPPTORNET’ (of in het Engels: ‘TEN METER TOWER’) biedt het allemaal.

Het concept is – zoals zo vaak met goede ideeën – uitermate simpel: regisseurs Axel Danielson & Maximilien Van Aertryck vroegen enkele tientallen badgasten van zéér diverse pluimage voor het eerst in hun leven een tien meter hoge springtoren op te klimmen.

Uiteraard hadden ze eens boven allemaal de vrije keuze tussen het zwembad inspringen of (iets minder stoer, uiteraard) weer naar beneden gaan…

Het resultaat is ronduit fantastisch: we zien wat er gebeurt wanneer élke vezel van het lichaam ‘FUCKING HELL, NO, NIÉT DOEN!’ schreeuwt, ook al zei het brein vooraf ‘Dit gaan we snel even doen’.
We zien pure biologische oerangsten het winnen van geestelijke wil, en vice versa.
We zien mensen létterlijk tijdens hun aanloop door hun eigen benen tegengehouden worden.
We zien waar de uitdrukking ‘met knikkende knieën’ vandaan komt.
We zien dat oma’s van zeventig soms meer mentale kracht blijken te hebben dan getatoeëerde macho-kerels die met veel aplomb de springplank op komen lopen.
We zien tienerkoppeltjes elkaar over de angst-grens heen praten.
We zien mensen de meest idiote excuses verzinnen.
Anderen zeggen dan weer gewoon zonder omwegen ‘fuck this!’, en wandelen weer weg.

Om u maar duidelijk te maken: ‘HOPPTORNET’ is een absolute must see.

Meer fijne gratis topfilms en documentaires zien om de lockdown door te komen?
Check onze almaar groeiende CINEMA CORONA-catalogus!

CINEMA CORONA #167: STANLEY KUBRICK: A LIFE IN PICTURES (Jan Harlan)

Stanley_Kubrick_A_Life_In_Pictures
Stanley Kubrick
: misschien wel de beste filmregisseur uit de geschiedenis, of kent u misschien veel anderen die in één leven evenveel meesterwerken gemaakt hebben als Kubrick?

‘2001: A Space Odyssey’, ‘The Shining’, ‘Lolita’, ‘A Clockwork Orange’, ‘Dr. Strangelove’, ‘Barry Lyndon’, ‘Spartacus’, ‘The Killing’, ‘Full Metal Jacket’ – alstublieft!

Zo’n man verdient uiteraard een filmische topbiografie van hetzelfde niveau, en die is ook gemaakt: het fantastische ‘STANLEY KUBRICK: A LIFE IN PICTURES’, geregisseerd door Jan Harlan.
Harlan was niet alleen jarenlang Kubricks nauwe medewerker, maar ook zijn schoonbroer, waardoor hij uiteraard toegang kon krijgen tot zowat alles en iederéén die van ver of dichtbij met de man geleefd of gewerkt had: zijn familie, Kubricks (kleine) cirkel van vertrouwelingen én zowat iederéén die iets in zijn carrière betekend heeft.

Van Jack Nicholson tot Steven Spielberg, van Nicole Kidman tot Arthur C. Clarke en van Malcolm McDowell tot Martin Scorsese en Woody Allen (interessant genoeg blijkbaar Kubricks eerste keuze voor de rol van Sydney Pollack in ‘Eyes Wide Shut’), allemaal komen ze in deze levensomspannende, magistrale docu uitgebreid vertellen over het wonderkind uit de Bronx.

En nu we toch aan het namedroppen zijn: Tom Cruise sprak de commentaarstem in.

‘STANLEY KUBRICK: A LIFE IN PICTURES’ is verplichte kost voor wie iets over Kubrick wil weten, en eigenlijk gewoon verplichte kost voor élke filmfan.
Enjoy!

(de een inleiding duurt ongeveer 2’00, daarna begint de eigenlijke docu:)

Voor wie nog méér Kubrick wil: een interview met regisseur Jan Harlan, Kubricks echtgenote Christiane Kubrick en Martin Scorsese.

CINEMA CORONA #166: ‘AN EASTERN WESTERNER’ + ‘NUMBER, PLEASE?’ (Hal Roach)

Vandaag in CINEMA CORONA twee heerlijke half uur-komedies die Harold Lloyd in 1920 tot één van de populairste komieken van zijn generatie maakte: ‘AN EASTERN WESTERNER’ en ‘NUMBER, PLEASE?’
Beide films zijn van een live opgenomen soundtrack voorzien door onze onvolprezen collega’s van The Lucky Dog Picturehouse in Londen – de talrijke lachsalvo’s van het publiek krijgt u meteen gratis meegeleverd!

In ‘AAn_Eastern_WesternerN EASTERN WESTERNER’ speelt Lloyd een stedelijk rijkeluiszoontje van de Oostkust die zijn tijd vooral al feestend en dansend doorbrengt. Tot zijn vader er genoeg van heeft, en hem naar een ranch in het Wilde Westen stuurt.

Daar komt hij terecht tussen uitermate ruw en schietgraag cowboyvolk, in een stadje dat onder de knoet gehouden wordt door de bully Tiger Lip Tompkins, die bovendien geholpen wordt door een Ku Klux Klan-achtige, gemaskerde bende.

Tot overmaat van ramp vallen de agressieve bully en Lloyd – uiteraard! – voor hetzelfde meisje (gespeeld door Mildred Davis)….
Kortom: een verhaal dat méér dan genoeg kapstokken biedt om de non-stop gags en vaak fantastisch gevonden grappen van Lloyd aan op te hangen.

Live soundtrack gecomponeerd en vertolkt door Christopher Eldred.

Ook in het al even grappige ‘NUMBER, PLEASE?’ is Mildred Davis de love interest van Harold, zij het dat dit keer zijn rivaal een iets minder agressieve gek is.

Number_PleaseIn deze film vindt de strijd om de hand van het meisje plaats in een pretpark, tussen de draaimolens, spiegelpaleizen en ballenkramen.

Mildred heeft een gratis ticket voor een tochtje in een luchtballon bemachtigd, en dus mag maar één van de twee Romeo’s mee: ze besluit het ticket te geven aan diegene die als eerste toestemming van haar moeder krijgt – waardoor ze meteen een dolle race tussen de twee in gang zet.

Ook hier grappen en gags à gogo, met zalige visuele humor van Harold Lloyd die ook na 100 jaar nog altijd fris en verrassend blijft.

Live soundtrack gecomponeerd en vertolkt door Andrew Oliver.

CINEMA CORONA #165: BOWLING FOR COLUMBINE (Michael Moore)

bowling_for_columbine_2Bijna een kwarteeuw geleden (op 6 april 1999 om precies te zijn) richtten Eric Harris en Dylan Klybold – op het eerste zicht twee doodgewone scholieren -een ware slachtpartij aan in hun school, de Columbine High School.

De twee zwaarbewapende tieners zorgden op minder dan drie kwartier tijd voor een ronduit krankzinnige tol: 15 doden (inclusief de schutters zelf), 21 (zwaar)gewonden en een zwaar getraumatiseerde gemeenschap.

Een mens met een béétje hart en/of een half werkend brein zou denken dat na zo’n tragedie  de wapenwetten meteen keihard aangescherpt zouden worden door de politiek (op vele plaatsen in Amerika kunt u pistolen en semi-automatische wapens gewoon in de plaatselijke supermarkt kopen, of -funshoppen!- op één van de talloze gun shows), maar zie: eergisteren vielen er in Boulder, Colorado opnieuw tien doden na de zoveelste killing spree sinds Columbine.

Dit keer ging het om een zwaarbewapende man die in een winkel met een AR-15 begon rond te knallen – ondanks het feit dat de dader al eerdere feiten op zijn kerfstok had en hij volgens de politie psychische problemen had, had hij nog altijd gewoon een semi-automatisch geweer en een pistool kunnen kopen.

Hoeft het dan ook te verbazen dat er in de USA meer dan honderd doden per dag (!!!) vallen door vuurwapens?

En hoeft het dan ook te verbazen dat het Oscarwinnende ‘BOWLING FOR COLUMBINE’, een ondertussen twintig jaar oude documentaire van Michael Moore over het onderwerp, nog altijd razend actueel blijkt te zijn?

Toegegeven: de aanpak van Moore is niet altijd subtiel te noemen, maar dat is die van de National Rifle Association, gesponsorde politici en andere cynische hulpjes van de wapenlobby nog veel minder.

Onthutsend, wrang-grappig en de vinger in de talrijke open schotwonden stekend: ‘BOWLING FOR COLUMBINE’ blijft ook 19 jaar na de release het bekijken méér dan waard.

Met belangrijke bijrollen voor Marilyn Manson, comedian Chris Rock en wapengek Charlton Heston.