Vandaag hebben we in CINEMA CORONA ‘REBECCA’ voor u klaarstaan, Alfred Hitchcocks eerste film in Hollywood – en wat voor één!
‘REBECCA’ is gebaseerd op het gelijknamige boek van Daphne du Maurier, en gaat over een jonge vrouw die als gezelschapsdame van de oude mevrouw Van Hopper meegaat naar het mondaine Monte Carlo.
Daar ontmoet ze de rijke weduwnaar Maxim de Winter, met wie ze al na enkele weken in Monte Carlo trouwt. In Manderley, de Winters villa in Cornwall, wacht er echter een mysterie op de jonge Mrs. de Winter…
De film won in 1941 zowel de Oscar voor Beste Film als voor Beste Camerawerk (de beelden die cameraman George Barnes schoot zijn inderdaad a-dem-be-ne-mend).
Ook de twee hoofdrolspelers, Laurence Olivier en Joan Fontaine, werden allebei genomineerd, voor Beste Acteur en Beste Actrice, maar vielen naast de prijzen.
En Hitchcock zelf werd gewoon nóóit bekroond met een Oscar – op het einde van zijn carrière moest de Academy hem uit eerlijke schaamte voor deze krankzinnige misser nog snelsnel een ere-Oscar geven.
Whatever: het maakt ‘Rebecca’ geen minder meesterlijke film. Hitchcocks suspense wordt hier gecombineerd met romantiek, en uiteraard is hij ook hier weer in één van zijn befaamde cameo’s te zien, zij het wel een zeer korte. Een gratis vaccin voor wie hem kan vinden!
En nog wat achtergrond bij ‘Rebecca’ in deze analyse:
Vandaag in CINEMA CORONA twee heerlijke half uur-komedies die Harold Lloyd in 1920 tot één van de populairste komieken van zijn generatie maakte: ‘AN EASTERN WESTERNER’ en ‘NUMBER, PLEASE?’ Beide films zijn van een live opgenomen soundtrack voorzien door onze onvolprezen collega’s van The Lucky Dog Picturehouse in Londen – de talrijke lachsalvo’s van het publiek krijgt u meteen gratis meegeleverd!
In ‘AN EASTERN WESTERNER’ speelt Lloyd een stedelijk rijkeluiszoontje van de Oostkust die zijn tijd vooral al feestend en dansend doorbrengt. Tot zijn vader er genoeg van heeft, en hem naar een ranch in het Wilde Westen stuurt.
Daar komt hij terecht tussen uitermate ruw en schietgraag cowboyvolk, in een stadje dat onder de knoet gehouden wordt door de bully Tiger Lip Tompkins, die bovendien geholpen wordt door een Ku Klux Klan-achtige, gemaskerde bende.
Tot overmaat van ramp vallen de agressieve bully en Lloyd – uiteraard! – voor hetzelfde meisje (gespeeld door Mildred Davis)….
Kortom: een verhaal dat méér dan genoeg kapstokken biedt om de non-stop gags en vaak fantastisch gevonden grappen van Lloyd aan op te hangen.
Live soundtrack gecomponeerd en vertolkt door Christopher Eldred.
Ook in het al even grappige ‘NUMBER, PLEASE?’ is Mildred Davis de love interest van Harold, zij het dat dit keer zijn rivaal een iets minder agressieve gek is.
In deze film vindt de strijd om de hand van het meisje plaats in een pretpark, tussen de draaimolens, spiegelpaleizen en ballenkramen.
Mildred heeft een gratis ticket voor een tochtje in een luchtballon bemachtigd, en dus mag maar één van de twee Romeo’s mee: ze besluit het ticket te geven aan diegene die als eerste toestemming van haar moeder krijgt – waardoor ze meteen een dolle race tussen de twee in gang zet.
Ook hier grappen en gags à gogo, met zalige visuele humor van Harold Lloyd die ook na 100 jaar nog altijd fris en verrassend blijft.
Live soundtrack gecomponeerd en vertolkt door Andrew Oliver.
Vandaag in onze CINEMA CORONA: een lowbudget-klassieker van de grootmeester van de lowbudget-klassiekers: Sam Fuller!
In ‘THE NAKED KISS’ volgen we het verhaal van Kelly, een prostituee die uit de grootstad gevlucht is om uit de klauwen van haar pooier te geraken.
Ze komt terecht in het kleine Grantville, waar ze al meteen bij aankomst een nieuwe klant achter zich aan krijgt: Griff, die de plaatselijke politiecommissaris blijkt te zijn.
Nadat hij van haar diensten gebruik heeft gemaakt, vertelt hij haar dat hij geen prostitutie in zijn stad wil, maar hij ‘adviseert’ haar aan de slag te gaan in een bordeel van ‘een vriendin’ even verderop. Kelly wil echter een geheel nieuw bestaan opbouwen – maar dat verhaal gelooft Griff niet.
Sam Fuller ging in zijn films nooit de (voor die tijd) ‘riskante’ onderwerpen uit de weg, en al helemaal niet in ‘The Naked Kiss': het scenario leest als een schandaalroman of de voorpagina van een oude tabloidkrant (Fuller startte zijn carrière dan ook in de krantenwereld en als pulpauteur).
De geweldige openingsscène maakt de kijker overigens meteen duidelijk dat we hier niet naar een mainstream Hollywoodfilmpje zitten te kijken: een bruut verfilmd dronken gevecht tussen een man en een vrouw – het is de man die slaag krijgt – terwijl op de achtergrond luide jazz de sfeer nog wat wilder maakt.
Zoals in bijna al zijn films slaagt Fuller er ook hier in met een minimum aan middelen een maximum aan effect te creëren: beter dan dit worden B-films niet, en het mag dan ook niet verbazen dat hij ook nu nog als voorbeeld geroemd wordt door de meest uiteenlopende topcineasten – van Scorsese en Jim Jarmusch tot Tarantino en Godard.
Het briljante zwart-witcamerawerk is van grootmeester Stanley Cortez, die ook camerawerk verzorgde van andere klassiekers als ‘The Night of the Hunter’ en ‘The Magnificent Ambersons’.
Filmweetje: op het moment dat Kelly in Grantville arriveert zien we haar onder de marquee van de plaatselijke cinema doorwandelen, met daarop ‘SHOCK CORRIDOR’ – de vorige film die Sam Fuller draaide, met dezelfde Constance Towers die onder de marquee loopt in de hoofdrol.
‘Any similarity between ‘HELLZAPOPPIN’ and a motion picture is purely coincidental.’
Yep, vandaag in CINEMA CORONA de geweldig geestige cultfilm ‘HELLZAPOPPIN”, een prent die de wilde anarchie van de Marx Brothers combineert met de hilarische absurditeiten van Monty Python én met het humorspervuur van de ‘Naked Gun’-films: zet u schrap voor anderhalf uur non-stop grappen in élk denkbaar genre – slapstick, one liners, visuele gags, absurditeiten, screwball-dialogen en zalige silly humor
De compleet van de pot gerukte plot – die uiteraard volledig niét terzake doet – draait rond de komieken Chic Johnson en Ole Olsen die hun succesvolle theatershow in een film willen omzetten. Voor die verfilming komen ze terecht bij de productiefirma Miracle Pictures, bekend van hun (ietwat ongelukkig gekozen) slogan ‘If it’s a good picture, it’s a Miracle!’
Chic en Ole merken al snel dat hun ideeën niet naar de zin van de regisseur zijn: die vindt dat er zeker een liefdesverhaal in het scenario moet zitten, en dat eigenlijk ook al de rest van hun show veranderd moet worden (‘Hey, this is Hollywood, we change EVERYTHING!’).
En dus haalt hij er een jonge scenarioschrijver bij. Die komt aanzetten met een wel bijzonder ingewikkeld liefdesverhaal, waarin niet alleen een liefdespaar, maar onder andere ook een rijke vriend, een (valse) Russische edelman en een detective verwikkeld raken.
Wat dan nog de rol van Chic en Ole in de verfilming van hun eigen show is, wordt hoe langer hoe meer onduidelijk en verward…
Bovendien wordt die sowieso al chaotische verfilming ook nog eens de hele tijd verstoord door een dame die op de filmset luidkeels op zoek is naar een zekere Oscar. ‘Oscar! Oscar! Oscar!’
Uiteraard zijn sommige grappen ondertussen gedateerd (en sommige van de jokes waren waarschijnlijk ook bij de release in 1941 al behoorlijk melig) maar het leuke is dat dat totààl niet uitmaakt, omdat hier ZOVEEL humor in anderhalf uur samengepropt zit dat je voor elke matige vondst ook minstens vijf uitstekende en twee briljante witzen cadeau krijgt.
En alsof dat nog niet genoeg is, bevat de film bovendien ook nog eens de meest fantastische Lindy Hop-dansscène uit de filmgeschiedenis, uitgevoerd door Whitey’s Lindy Hoppers, de onvolprezen groep swingdansers uit Harlem.
Als u uw weekend fijn wil inzetten: ‘HELLZAPOPPIN”!
Check zeker ook dit interview met Norma Miller, de Queen of Swing Dancing, over haar rol in ‘HELLZAPOPPIN”.
Ideaal om zo straks ergens rond middernacht in uw eentje in uw bed te bekijken: ‘DAS CABINET DES DR. CALIGARI’, het horrormeesterwerk van Robert Wiene.
De film is ondertussen meer dan honderd jaar (!!) oud, maar heeft nog niks van zijn bijzonder eerie atmosfeer verloren, en evenmin iets van zijn spooky kracht.
We raden u aan hier te stoppen met lezen en gewoon éérst te kijken – deze film wordt namelijk dubbel zo goed wanneer u er niks over weet.
Toch wat info nodig?
Dan kunnen we zeggen dat het verhaal uiteraard draait rond de sinistere Dr. Caligari uit de titel, een hypnotiseur/psychiater die op kermissen rondtrekt en daar de slaapwandelaar Cesare (van wie verteld wordt dat hij al sinds zijn geboorte in een diepe slaap verzonken is) als hulpje voor zijn optreden gebruikt.
Volgens de dokter kan Cesare in de toekomst kijken, en hij daagt het publiek dan ook uit Cesare vragen te stellen. Maar wanneer één van de toeschouwers vraagt wanneer hij zal sterven, zorgen het antwoord en de gevolgen voor deining….
De invloed van ‘DAS CABINET DES DR. CALIGARI’ op de filmgeschiedenis kan onmogelijk overschat worden: wie de film met hedendaagse ogen bekijkt, kan meteen de link leggen naar het werk van Tim Burton of David Lynch. En kan ontdekken dat het echt niet M. Night Shyamalan is die de plot twist uitgevonden heeft.
De expressionistische stijl en het schaduwenspel waren dan weer van levensbelangrijke invloed op de ontwikkeling van zowel de film noir als de horrorfilm – en dan zwijgen we nog over de goth-muziek.
De ranke Conrad Veidt joeg in 1920 iedereen de stuipen op het lijf als het levend lijk, terwijl Werner Krauss de ultieme mad professor vertolkte, de oerversie van een personage dat nadien nog in honderden andere films zou opduiken.
Verplichte kost!
Meer gratis topfilms?
Check ons alsmaar groeiend CINEMA CORONA-aanbod.
Meer achtergrond bij Dr. Caligari?
Check dan dit filmpje:
Vandaag hebben we in CINEMA CORONA een prachtige moderne klassieker van Edward Yang klaarstaan: ‘TAIPEI STORY’.
De film draait rond de relatie tussen Chin (de adembenemend mooie Tsai Chin, destijds een van de bekendste popsterren van Taiwan) en Lung (gespeeld door Hou Hsiao-Hsien, die niet alleen meeschreef aan het script maar ook zijn huis hypothekeerde om de film gefinancierd te krijgen).
Hij is een voormalige baseballspeler die nu in de business van zijn vader actief is, maar die vooral terugverlangt naar zijn onherroepelijk vergane gloriemomenten in de sport.
Zij is een carrièrevrouw wiens carrière na een overname op een dood spoor is beland, en wiens functie ‘niet meer in de plannen past’ van de nieuwe directie. Bovendien is ze achterdochtig over Lung, van wie ze vermoedt dat hij zijn ex nog ziet.
Chin probeert troost te vinden bij haar zus en diens vriendinnen, jonge vrouwen die er in het alsmaar uitdijende Taipei een westerse, hedonistische levensstijl op nahouden…
In ‘TAIPEI STORY’ vatte Yang in een prachtig, weemoedig en zachtjes afbrokkelend liefdesverhaal zowel de botsing tussen het oude en het nieuwe Taiwan als die tussen Oost en West, die tussen drie generaties Taiwanezen én die tussen twee (ex-)geliefden.
Een bloedmooie, bitterzoete film die meer dan 35 jaar na de release nog altijd hyperrelevant en actueel is.
De fantastisch mooie fotografie is van Yang Wei-Han.
(Engelse ondertitels aanschakelen door onderaan op YouTube op ‘Instellingen’ te drukken en Engels te kiezen':)
Vandaag hebben we in CINEMA CORONA‘THE LODGER’ klaarstaan, de film die Alfred Hitchcock zelf als ‘de eerste echte Hitchcock-film’ omschreef.
‘THE LODGER’ is losjes gebaseerd op het verhaal van Jack the Ripper.
Londen wordt geterroriseerd door een seriemoordenaar die het op blonde vrouwen gemunt heeft, en die in de volksmond de bijnaam The Avenger gekregen heeft.
Wanneer een mysterieuze man bij de familie Bunting – van wie de dochter een blond model is – een kamer huurt, rijst het vermoeden dat hij weleens de gevreesde moordenaar zou kunnen zijn…
Hoewel de film uit 1927 (!) dateert, bevatte ‘THE LODGER’ al alle elementen van de typische Hitchcock-suspense. De stijl (met de aparte camerahoeken en schaduw-lichtspel) was volgens Hitchcock zelf beïnvloed door de films van Duitse grootmeesters als Fritz Lang en F.W. Murnau, een invloed die hij zelf in de gerenommeerde UFA-studio’s in Berlijn uit eerste hand had opgepikt.
De film – met de toenmalige ster Ivor Novello in de hoofdrol, zeg maar de Ralph Fiennes van zijn tijd – groeide uit tot een enorm succes bij critici én publiek, en legde mee de basis voor het thriller-genre.
Leuke bijkomstigheid: zoals in vele van zijn latere films neemt Hitchcock ook hier al een cameo voor zijn rekening.
Enjoy!
Bekijk de recensie van Mark Kermode (BBC/BFI):
Hitchcock over de invloed van de Duitse expressionistische filmers op ‘THE LODGER':
Vandaag trekken we met CINEMA CORONA richting Brazilië, en ook wel een beetje richting Griekenland en Frankrijk.
‘ORFEU NEGRO’ is de warme, kleurrijke en aan alle kanten vibrerende verfilming van de aloude Griekse Orpheus-mythe, maar dan door de Franse regisseur Marcel Camus verplaatst naar Rio tijdens het carnaval.
Het verhaal draait rond de knappe Eurídice, die vanuit haar dorpje naar Rio gevlucht is om daar onder te duiken bij haar nicht Serafina, op de vlucht voor een man die haar wil vermoorden.
Wanneer ze in Rio arriveert, komt ze midden in het chaotische carnaval terecht dat de hele stad in een wilde roes onderdompelt.
In die sfeer ontmoet ze de trambestuurder Orfeu en volgt algauw een romance.
Probleem: Orfeu is al verloofd met Mira, die zich niet de kaas van het brood wil laten halen. En er zijn nog andere kapers op de kust…
‘ORFEU NEGRO’ is een anderhalf uur durende koortsdroom, en een swingend feest voor oog én oor: de soundtrack van Antonio Carlos Jobim en Luiz Bonfa zorgde destijds voor een wereldwijde boom van de bossanova, en de kleurrijke beelden geven je zin om een ticket naar Rio te boeken.
Breno Mello (een van de straat geplukte voetballer) en Marpessa Dawn zijn perfect als het centrale koppel, en de regie van Marcel Camus is zo goed perfect – de slotscène is misschien wel één van de mooiste slotscènes ever.
Deze prachtfilm werd dan ook terecht bekroond met zowel de Oscar voor de Beste Buitenlandse Film als de Gouden Palm in Cannes.
Enjoy!
(dit is de Engelstalige versie, helaas niet de originele Braziliaans-Portugese, maar een gegeven paard etc.)
Vandaag in Art & Film – zoals altijd i.s.m. Academie Mechelen – aandacht voor de films en de performances van BAS JAN ADER.
Ader (°1942) groeide op als de zoon van een predikantenkoppel dat tijdens de oorlog in het verzet actief was, en dat honderden Joden hielp onderduiken en ontsnappen: een daad waarvoor zijn vader in 1944 door de Duitsers gefusilleerd werd.
Na een mislukte studie aan de Rietveldacademie liftte Ader naar Marokko, en belandde uiteindelijk na allerlei avontuurlijke reizen in Californië, waar hij uiteindelijk zou studeren, trouwen en werken.
Van zijn gefilmde performances zijn de bekendste ongetwijfeld de ‘FALL’-serie, korte filmpjes waarin hij zich telkens op een andere manier aan de altijd winnende zwaartekracht overgeeft: door met stoel en al van een dak te vallen (‘FALL 1′).
Door in een Amsterdamse gracht te fietsen (‘FALL 2′).
Door van een metershoge boomtak in een sloot te vallen (‘BROKEN FALL (ORGANIC)’).
Of door over een kruk in de struiken te vallen (‘BROKEN FALL (GEOMETRIC)’)
Allemaal films die bekeken kunnen worden als een soort combinatie van absurdisme, surrealistische poëzie, gecontroleerde mislukking, slapstick en pure ‘Jackass’ avant la lettre – ergens halverwege tussen de ernst en de humor, tussen de lach en de traan.
Ook bijzonder invloedrijk is zijn ‘I’M TOO SAD TO TELL YOU’, een film waarin hij minutenlang onbedwingbaar zit te huilen (en waarmee hij waarschijnlijk de draak wou steken met de macho artiesten die destijds in Californië de kunstwereld beheersten).
In 1975 kwam er echter een abrupt einde aan de korte carrière (en het leven) van Ader, toen hij in een piepklein mini-bootje in recordtijd op zijn eentje de Atlantische Oceaan probeerde over te zeilen.
Hoewel Ader een bijzonder ervaren en bedreven zeiler was, en hij zelf berekend had dat de overtocht zestig (of maximum negentig) dagen zou duren, werd maandenlang niks van hem vernomen – tot meer dan een half jaar later zijn gekapseisde bootje leeg aanspoelde op de Ierse kust…
Nooit werd nog enig spoor van Ader gevonden (zijn lichaam is nog altijd spoorloos), waarna de wildste theorieën de ronde begonnen te doen: was dit de ultieme performance? Had hij zijn dood zelf in scène gezet? Misschien leefde hij nog?
Ondanks dat relatief kleine oeuvre bleef de reputatie en de invloed van het werk Ader na zijn dood alleen maar groeien, met retrospectieves van zijn werk in zowat alle belangrijke musea ter wereld.
Ontdek dat unieke werk hier zelf, in deze compilatie van zijn films/performances.
Met achtereenvolgens:
- ‘FALL 1, LOS ANGELES 1970′ - ‘FALL 2, AMSTERDAM 1970′ - ‘BROKEN FALL (ORGANIC) – AMSTERDAMSE BOS’ (1971)
– ‘BROKEN FALL (GEOMETRIC) – WEST KAPELLE’ (1971)
– ‘I’M TOO SAD TO TELL YOU’ (1971)
– ‘UNTITLED’ (‘Tea Party’) (1972)
– ‘NIGHTFALL’ (1971)
Hier een uitstekend artikel van documentairemaker René Daalder over (het werk van) Bas Jan Ader: ‘BAS JAN ADER IN THE AGE OF ‘JACKASS” http://www.basjanader.com/dp/Daalder.pdf
Een artikel in The Guardian: ‘Ader had the shortest heyday – about five years – and left very few works, but everything he made was pensive, beautiful and delicately suspended between tears and laughter’ https://www.theguardian.com/artanddesign/2006/apr/30/art1
Mag er in deze tijden van eindeloos geklàààg en gezààààg ook nog eens hartelijk gelachen worden, zo tussen de non-stop rampspoedberichten door?
We zouden denken van wel, en daarom hebben we vandaag de heerlijke Harold Lloyd-comedy classic ‘SPEEDY’ voor u klaargezet.
Harold ‘Speedy’ Swift is een hardwerkende en vakkundige garçon in een populaire ijssalon, maar hij heeft één probleem: hij is volledig geobsedeerd door baseball.
En dan vooral door zijn favoriete team, de New York Yankees.
En dan vooral door zijn grote held uit dat favoriete team, de levende legende Babe Ruth.
Zijn baseballobsessie heeft hem al tal van andere jobs gekost, en ook in de ijssalon kan hij het – ondanks dure beloftes aan zijn vriendinnetje Jane Dillon – niet laten tijdens zijn werkuren de wedstrijden op de voet te volgen.
Waarna het onvermijdelijke gebeurt: hij verliest ook zijn baan in de ijssalon….
Zijn laatste reddingsboei is een job als taxichauffeur. Terwijl hij gehaaste New Yorkers vervoert, moet hij bovendien een oplossing zien te bedenken voor zijn geliefde Jane: haar lieve grootvader Pop beheert de allerlaatste paardentram van New York, maar aangezien iedereen nu in auto’s en metro’s door de stad scheurt, staat het gezapige familiebedrijf van Pop aan de rand van de ondergang.
‘SPEEDY’ is één van de vele briljante comedy-films uit de stille film-periode, met Harold Lloyd in topvorm, en een opeenstapeling van geweldige gags, jokes en grappen in alle vormen, soorten en maten.
Zelfs nog voor we het eerste beeld te zien krijgen, valt er al te lachen met het eerste tekstpaneel: ‘New York, where everybody is in such a hurry that they take Saturday’s bath on Friday so they can do Monday’s washing on Sunday!’
Deze heerlijk voortswingende film werd gemaakt in 1928, en straalt dan ook volledig de levenslust, groei en zorgeloosheid van de roaring twenties en de jazz age uit: de Eerste Wereldoorlog is allang voorbij, en de Tweede is nog ver weg, de beurzen zijn nog niet gecrasht en iedereen geniet met volle teugen van de economische boom.
Twee lekkere bonusweetjes:
1) ‘SPEEDY’ bevat het eerste bewegende beeld van een mens die zijn middenvinger toont: Harold Lloyd geeft het welbekende ‘fuck you’-gebaar aan zichzelf in een spiegel in het spiegelpaleis.
2) Regisseur Ted Wilde werd voor deze film genomineerd voor de allereerste Oscars in 1928, als Beste Comedyregisseur (dat was toen een aparte categorie – en hij verloor van Lewis Milestone)
De soundtrack bij deze versie wordt gespeeld op het Willis-orgel van het Alexandra Palace, net zoals in de good old days.