CINEMA CORONA #186: ORPHÉE (Jean Cocteau)

Orphée
Vandaag in CINEMA CORONA één van de meesterwerken van de Franse surrealist en multitalent Jean Cocteau: ‘ORPHÉE’.

Cocteau maakte vooral naam met zijn poëzie en literair werk (‘Les Enfants Terribles’ werd en wordt algemeen beschouwd als zijn beste), maar blonk uit in de meest uiteenlopende artistieke disciplines.

Waaronder dus ook film: in de jaren ’30 had hij al de surrealistische klassieker ‘Le Sang d’Un Poète’ gedraaid’, maar het was pas na de tweede wereldoorlog dat hij bij het grote publiek doorbrak, toen hij met het wondermooie sprookje ‘La Belle et La Bête’ een ware klassieker afleverde die miljoenen toeschouwers naar de cinema’s wist te trekken.

Het even fascinerende ‘ORPHÉE’ dateert van enkele jaren na ‘La Belle et La Bête’, en ook voor deze film castte Cocteau zijn fetisjacteur Jean Marais in de hoofdrol.

Het verhaal is gebaseerd op de oude Griekse Orpheus-mythe, maar dan verplaatst naar het naoorlogse Parijs: Orphée is een uiterst succesvolle, iets oudere dichter die jaloers en minachtend bekeken wordt door de jongere generatie in het Café des Poètes – dé place to be van cultureel Parijs.

Eén van zijn jongere rivalen is de dichter Cègeste. Wanneer die na een dronken caféruzie wil vluchten voor de politie, wordt hij op zijn vluchtpoging doodgereden door een stel bikers.

Een mysterieuze prinses biedt aan het lijk én Orphée mee te nemen in haar Rolls Royce, waarna al snel blijkt dat die elegante maar duistere prinses een létterlijke femme fatale is: ze is De Dood zelf, die Orphée meetroont naar haar onderwereld, en hem losweekt van zijn vrouw Eurydice…

‘ORPHÉE’ is een soort verfilmde droom, met alle elementen die daarbij horen: de onwerkelijke, surreële verhaalsprongen, de eerie sfeer en de bizarre wendingen worden voor de hedendaagse kijker nog flink verhevigd door de ambachtelijke special effects uit die tijd, want CGI moest nog uitgevonden worden: één van de spiegels waardoor de personages naar het hiernamaals stappen, bestond uit een vat kwik!

De scenes in het hiernamaals zijn overigens opgenomen in de ruïnes van Saint-Cyr, een plaats die tijdens de oorlog helemaal platgebombardeerd was.

Al die elementen dragen er toe bij dat ‘ORPHÉE’ een volstrekt unieke film is geworden, van een soort die niet meer gemaakt wordt: verplicht voer voor iedereen die van poëzie, surrealisme en fantastiek houdt.

Naast Jean Marais ziet u o.a. Maria Casares (als De Dood) en Juliette Gréco, de muze van Miles Davis en Serge Gainsbourg die eind vorig jaar overleed.

(Engelse ondertitels aanschakelen kan door onderaan op ‘Instellingen’ en vervolgens ‘Engels’ te klikken:)

De vakkundige inleiding wordt verzorgd door Mark Kermode (BBC/BFI):

Er zijn zeker tien goede redenen waarom u de film moet zien, maar hier verzamelden ze er alvast drie:

CINEMA CORONA #170: LE SALAIRE DE LA PEUR (Henri-Georges Clouzot)

Le_Salaire_De_La_Peur

Deze film was maar tijdelijk beschikbaar en is niet meer te bekijken.
Maar tussen het ondertussen al meer dan 150 titels tellende aanbod in onze CINEMA CORONA vindt u nog tal van andere klassiekers, kortfilms en topdocu’s.
—–

 

BOÉM!

Yep, ‘LE SALAIRE DE LA PEUR’ van de zeer grote Henri-Georges Clouzot is in alle opzichten een ware bom van een film: ongemeen spannend, niets of niemand ontziend en bijzonder explosief.

Het verhaal speelt zich af in een onbestemd land in Zuid-Amerika, waar een oliebron in brand staat.

Om de brand te blussen is een lading nitroglycerine nodig – zelf een hoogst explosief goedje – die via gevaarlijke en vaak erbarmelijke wegen zo snel mogelijk ter plaatse gebracht moet worden.

Voor die opdracht heeft de oliemaatschappij vier man en twee verschillende trucks ingehuurd: geen van beide teams (die allebei bestaan uit Europese avonturiers die door hun geld heen zitten) heeft het nodige materiaal om de veiligheid van het transport te verzekeren, wat van hun taak eigenlijk een halve zelfmoordmissie maakt…

Bovendien heerst er tussen de twee crews een beenharde rivaliteit: dit zijn geen mannen die het uit heroïsche (laat staan uit hulpvaardige) overwegingen doen, ze doen het – net zoals de cynische oliefirma – gewoon voor het geld.

Clouzot schetst – zoals wel vaker in zijn films – geen prettig beeld van de mensheid, maar hij zorgt er wel voor dat de kijker om deze vaak onprettige, brute en ronduit onaangename personages geeft, én verpakt alles in één van de meest adembenemende en zenuwslopende suspense-thrillers uit de filmgeschiedenis: dit is een in alle opzichten uiterst explosieve filmische rit die gegarandeerd voor klamme handjes en nagelbijten zorgt.

In de hoofdrollen ziet u o.a. Yves Montand, Charles Vanel en Clouzots echtgenote Véra.

Door de manier waarop de Amerikaanse oliemaatschappij in de film voorgesteld werd, kreeg de film in de USA het label ‘anti-Amerikaans’ opgekleefd, en moest er voor de release daar meer dan een half uur uit de film geknipt worden.

Dat kon niet verhinderen dat ‘LE SALAIRE DE LA PEUR’ een gigantische hit werd die wereldwijd vele miljoenen toeschouwers trok, én dat de film zowel met de Gouden Beer op het Festival van Berlijn als met de Gouden Palm in Cannes bekroond werd.

Bovendien zou de film vele latere Amerikaanse topregisseurs zwaar beïnvloeden: William Friedkin zorgde met ‘Sorcerer’ zelfs voor een remake, en ook ‘Duel’ – de uitmuntende debuutfilm van superfan Steven Spielberg - had er zonder ‘Le Salaire de la Peur’ ongetwijfeld helemaal anders uitgezien.

Jonathan Ross voorziet de film van een inleiding: