Aha, wie we daar hebben, Lars von Trier, de Ed Wood van de arthouse cinema die ons eerder met billenkletsers als ‘Dancer in the Dark’, ‘Breaking The Waves’ en ‘The Idiots’ al tot tranen toe aan het lachen wist te brengen.
‘s Mans nieuwste superkomedie heet ‘Dogville’, en die is zo goed dat er al keihard te lachen valt nog voor de film begonnen is.
Want inderdaad, bekijkt u vooral toch die affiche hiernaast eens: von Trier is tegenwoordig al zo ver heen dat hij eiste dat Zijn Naam groter afgedrukt zou worden dan die van hoofdrolspeelster Nicole Kidman, nochtans één van de grootste sterren in de filmwereld. The Ego has landed, folks!
Helemaal lachen, gieren en brullen is de film zelf, losjes gebaseerd op ‘Pirate Jenny’ uit de Bertolt Brecht-Kurt Weill ‘Dreigroschenoper’: het ding zit volgepropt met ronduit hilarische, pseudo-diepzinnige dialogen (Grace: ‘Je moet honden kunnen vergeven: ze volgen alleen maar hun instinct.’ Vader: ‘Ja, maar je kunt ze ook iets leren!’), niet ter zake
doende verwijzingen naar – onder vele anderen – John Steinbeck, Eugene O’Neill en Mark Twain, Latijnse spreuken boven mijningangen (‘Dictum ac factum’) en meer van dat fraais.
En vooral ook niet vergeten dat er nog meer op komst is, want ‘Dogville’ is slechts het eerste deel van zijn Amerika-trilogie: ‘Dogville’ is de ‘U’, want die trilogie heeft hij ‘U’, ‘S’ en – u raadt het écht nooit – ‘A’ genoemd.
Toppie, Lars!
Leden van de Von Trier-fanclub: allen op post!
Alle anderen: niet!
DOGVILLE
Regie: Lars von Trier
DK-S-N 2003, 180 (hilarische!) min.