BURNING (Lee Chang-Dong)

l_burning_affiche-70x100-low

Het werk van Haruki Murakami verfilmen: het is geen sinecure, maar de Zuid-Koreaan Lee Chang-Dong slaagt er met verve in met zijn uitmuntende, mysterieuze en poëtische ‘Burning’.

Hoofdpersonage Jong-Soo is één van die typische Murakami-antihelden: een wat apathische loner die in Seoul aan de kost komt als parttime-koerier, maar die eigenlijk droomt van een schrijverscarrière.

Wanneer hij toevallig zijn oude buurmeisje Hae-Mi tegen het lijf loopt, vraagt zij hem tijdens haar Afrikaanse vakantie op haar kat te passen.

De instant-band die er tussen Jong-Soo en Hae-Mi voor haar vertrek leek te zijn, verkruimelt meteen totaal wanneer ze hem bij haar terugkeer voorstelt aan de knappe Ben: een yup die graag met zijn Porsche en zijn rijkdom mag uitpakken, en die van

Jong-Soo dan ook meteen de bijnaam ‘Gatsby’ krijgt…

Al zijn dromen lijken Jong-Soo te ontglippen (zijn carrière, zijn meisje…), maar het leven lijkt hem ondertussen zo lethargisch gemaakt te hebben dat hij dat niet eens zo erg vindt. En bovendien lijkt de wél succesvolle Ben helemaal niet beter af: hééft die zelfs Continue reading “BURNING (Lee Chang-Dong)” »

1/3/2011: POETRY

poetryKort samengevat: In een klein dorpje bij de Han-rivier krijgt de oude en wat excentrieke Mija te horen dat ze Alzheimer heeft.

Om haar leven toch nog wat zin te geven, besluit ze aan een cursus poëzie deel te nemen, en dat blijkt een echte eye opener: ze ontdekt de schoonheid in dingen waar ze nooit eerder aandacht aan schonk…

Goed om weten: de Koreaanse regisseur Lee Chang-Dong zet de kijker graag voortdurend op het verkeerde been: het begint al met de onheilspellende openingsscène, waarmee hij laat vermoeden dat er een thriller gaat volgen.

Niets is echter minder waar: ‘Poetry’ ontpopt zich als een complexe maar adembenemend mooie vertelling over de schoonheid en de troost – zij het dat dat het hoofdpersonage uiteindelijk wél door een vreselijke misdaad in een wurggreep wordt gehouden. We zégden Continue reading “1/3/2011: POETRY” »