Vandaag in onze CINEMA CORONA: ‘SCARLET STREET’ van Fritz Lang, één van de allerbeste uit het zeer rijke film noir-genre, en misschien wel één van de beste naoorlogse films tout court.
Fritz Lang had voor de oorlog de Duitse cinema mee op de wereldkaart gezet met magistrale films als ‘Metropolis’ en ‘M – Eine Stadt Sucht Ein Mörder’, maar door de opkomst van het nazisme besloot hij het zekere voor het onzekere te nemen, en naar de Verenigde Staten uit te wijken (zijn vrouw Thea von Harbou, met wie hij o.a.’Metropolis’ maakte, koos overigens voor de foute kant van de geschiedenis).
In Amerika zou Lang in Hollywood een grote, rijkgevulde carrière opbouwen, waarin deze ‘Scarlet Street’ één van de absolute hoogtepunten is.
Het verhaal draait rond Christopher Cross, een bankbediende die met een midlife crisis kampt, en die halsoverkop verliefd raakt op een knappe, veel jongere vrouw.
Om indruk op haar te maken zwijgt hij over zijn echte job, en presenteert hij zich zich als een rijke, succesvolle artiest, terwijl hij in realiteit alleen maar een hobbyschilder is.
De echte vriend van de jonge vrouw heeft nu echter geld geroken: hij zet zijn vriendin er toe aan met de relatie door te gaan, om de man die ze verkeerdelijk voor een stinkend rijke artiest aanzien zoveel mogelijk poen af te troggelen…
Lang toont zich in ‘Scarlet Street’ een absolute meester in het creëren van een fatale doemsfeer, én in een kenner van de menselijke psychologie: de hele film lag creëert hij razend spannende mind games die de kijker tot de laatste seconde aan zijn stoel gekluisterd houden.
Femme fatale Joan Bennett en Dan Duryea zijn uitmuntend als het koppel dat de ongelukkige sukkel Edward G. Robinson van zijn geld wil afhelpen.
De fantastische zwartwit-fotografie is van Milton R. Krasner, het scenario van Dudley Nichols.
‘Scarlet Street’ is één van die onverwoestbare films die iederéén gezien zou moeten hebben. Bij dezen, hier uw kans: